November 2005 Het zaallicht gaat uit. Dirk Roofthooft zit op een stoel. We luisteren naar zijn ademhaling. We horen hoe hij even met zijn hand over zijn gezicht wrijft.
Juni 2005 Zo’n twee jaar voordat ik met mijn rugzak door Harlingen loop, zei Joyce het zo: ‘Alleen al Joke Tjalsma als Kniertje! Hoe ze die rol speelt!
November 2005 ‘Waarom wind je je zo op? Het was toch een goede voorstelling?’
‘Hoe kom je daarbij! Je hebt het boek zeker niet gelezen?’
November 2006
‘Zou ik niet doen’, waarschuwt Simon.
‘Luister toch niet naar hem’, zegt C. terwijl hij de deur voor me open houdt, ‘kom we gaan’.
Simon merkt dat ik heel even aarzel: ‘Er zijn voorstellingen, een paar per jaar, die ik je oprecht wil afraden.’
Hij laat een kleine stilte vallen. ‘Breekbaar is er zo een.’
December 2004
Zijn broer zit op een keukenstoel. Dood.
Zijn zus: ‘Wat doe je nou? Hij is dood.’
September 2005
‘Opa is ziek. Het zit overal, zegt de dokter’
‘Moet ik komen?’
‘We hebben alles al geregeld, maar dat je het even weet.’
April 2005 Na de voorstelling applaudisseert ze niet. We zitten op de eerste rij in Frascati. Nanette Edens staat vlak voor ons.
Mei 2005 Lallende jongelingen uit het Padua van toen lopen rond in kleurrijke hedendaagse uitgaanskledij.
Februari 2005 Als ik tegelijk met een vrouw met een hoofddoekje de schouwburg binnenkom, krijg ik meteen rood.
Wat is dat nou?