Een reprise van een van de eerste producties die door NT Gent naar het aantreden van Johan Simons als nieuwe regisseur werd gebracht. Een bijzonder sterk spel van zowel Wim Opbrouck als Elsie de Brauw. Het is volkomen terecht dat Wim hier een Louis d’Or nominatie voor heeft ontvangen. Een boeiend toneelspel met een legendarische openingsscène waarin Wim en Elsie je midden tussen de vogels doen wanen.
Prachtige ontroerende openingscène! Wat mij betreft had de hele voorstelling in non-verbale en vogeltaal mogen zijn.
Elsie de Brauw en Wim Opbrouck mogen dan de sterren van de hemel spelen (allebei een gewei), het was voor mij niet genoeg om de hele voorstelling geboeid te blijven.
Het beeld van mensen wankelend op hun grondvesten, balancerend in hun eigen leven, is mooi vormgegeven door een enorm luchtbed waarop de acteurs zich het hele stuk staande proberen te houden. Het lijkt alsof de buitenwereld hierdoor meer zekerheid biedt dan hun eigen vertrouwde thuis. De acteurs moeten dan ook letterlijk over een muur stappen wanneer zij hun huis verlaten. De enorme ruimte vormt een mooi contrast met het intieme spel.
De portretten van asielzoekers om de speelvloer heen vond ik niet interessant, de rode lampjes daarentegen maken van de wereld een kermis, en van Beck en Vogel kuikentjes die gedwongen worden om maar vooral door te leven, ongeacht de kwaliteit hiervan.
De verschillende rollen van Aus Greidanus Jr komen niet verder dan de zijlijn. Dit benadrukt het hopeloze leven van Beck en Vogel nog maar eens, maar zorgt ook voor verslapping van het verhaal. Ik zie de noodzaak soms niet van zijn rollen in het stuk.
Ik irriteer me mateloos aan het niet ingrijpen van Beck; mooi spel van Opbrouck. Hij en de Brauw vormen een kwetsbaar mensenkoppel. Hij bol maar leeg, zij tenger maar vol vuur. Ze houden zoveel van elkaar dat ze geen seks hebben. Is dat romantisch of ongezond? In ieder geval memorabel.
Het geluidloze geschreeuw, de wanhopige pogingen het frontale naakt van zijn vrouw te bedekken en de Vogel van Elsie de Brauw neem ik mee, de rest heb ik achter gelaten in het theater.
Crises leiden tot verandering. In dit geval wordt de hoerenlopende Beck een bespiegelende, tedere partner vanaf het moment dat het medische doodvonnis over Vogel, zijn vrouw, is afgekondigd.
Zoals past voor een Beck praat hij, zingt hij en tjilpt (tja, een vogel-beck nietwaar) hij veel. En doet dat onnavolgbaar, fascinerend en geweldig ontroerend. Moeiteloos laat hij je als toeschouwer met de meest onwaarschijnlijke kronkelingen van het gemoed meegaan. Wim Opbrouck is in de vorm van “Ten Oorlog” ( misschien zou een regisseur hem ook nog eens moeten laten motor rijden op toneel).
Met respect, maar voor de drie andere acteurs, de Asielzoeker incluis, blijft weinig ruimte over om te schitteren. Maar schitterend is de voorstelling wél.
ontroerende en geestige voorstelling met een geniale Opbrouck.
wat kan die gigant spelen en ontroeren!
van een wonderlijk personage als Beck maakt hij een aandoenlijk mannetje.
en dan ook nog dat kippenvelwekkende zingen
intelligente regie
NTG heeft zijn (echte) start niet gemist!!! Met De Asielzoeker openen ze het eerste seizoen onder leiding van Johan Simons met een knaller.
De voorstelling refereert trouwens graag naar die start : het decor zit volledig in de nieuwe huisstijl. Alsof men wil benadrukken dat NTG het beste van twee werelden samenbrengt, wordt deze voorstelling gedragen door Wim Opbrouck en Elsie De Brauw. Topklasse uit Vlaanderen en uit Nederland. (Maar aan die Hollandse onverstaanbaarheid voor ons, Vlamingen, moet toch gewerkt worden. Een smetje).
Ook hier weer, het lijkt de grote rage wel, de transpositie van een roman naar de scène waarbij het verhaal eerder verteld dan getoond wordt. Toch leidt dit tot schitterende dialogen waarbij de spanning tussen de protagonisten geleidelijk opgedreven wordt. Wim Opbrouck geeft prachtig gestalte aan de wat letargische Beck die echter met zichzelf geen blijf weet wanneer zijn terminale partner interesse krijgt in de asielzoeker die zij voor de papieren heeft gehuwd. De scène waarin Opbrouck nerveus en gespannen met allerlei gevonden kledingstukken de naakte vrijers probeert te bedekken, zal nog lang in het geheugen gebrand staan.
Greidanus en Hermans vullen het duo perfect aan.
Voor Simons is ook dit weer een start. Ook al zit het duidelijk in het verlengde van zijn Houellebecq-voorstellingen, toch is dit weer een stap verder. Terug naar meer decorum en naar een uitbundiger (Vlaamser?) speelstijl.
Een openingsstuk die het water in de mond doet komen voor wat erna komt.
Op 14 november ging in de Amsterdamse stadsschouwburg ‘De asielzoeker’ in première, het eerste stuk van regisseur Johan Simons bij zijn nieuwe gezelschap NTGent, wat mij betreft de grote belofte in het theater dit seizoen. Het stuk is een toneelbewerking van het gelijknamige boek van Arnon Grunberg. Mijn verwachtingen waren vrij hoog gespannen. Enerzijds omdat Johan Simons één van de grootste Nederlandse regisseurs is, anderzijds omdat Arnon Grunberg één van de meest originele schrijvers van dit moment is. Jammer genoeg werden mijn verwachtingen niet ingelost. Ik had het boek zelf voor tweederde gelezen, en ergerde me al snel aan het feit dat de voorstellingstekst bestond uit aan elkaar geplakte fragmenten die letterlijk uit het boek kwamen. Dat noem ik nauwelijks een tekstbewerking. Maar wat nog vervelender daaraan was, was dat hierdoor de samenhang vaak miste. Het geheel was fragmentarisch. Los van elkaar zaten daar wel mooie fragmenten tussen, maar als geheel miste er iets. Een muur bouw je niet met bakstenen alleen. Hierdoor was de voorstelling niet meer in staat om mij te ontroeren. Toch moet wel gezegd dat de acteurs veel lof verdienen. Alhoewel Servé Hermans als de asielzoeker een beetje een ondankbare rol had die vooral bestond uit naakt over het toneel te waggelen, en de rol van Aus Greidanus jr. wat mij betreft veel te vaag was (hij was een samenraapsel van verschillende personages in het boek), stonden ze wel goed te spelen. Wim Opbrouck als Beck was opmerkelijk ingetogen en dat stond hem ondanks zijn ‘omvangrijke persoon’ erg goed en ook Elsie de Brauw was erg sterk. Zij zijn het die van de voorstelling toch iets maken. Tot slot was ook het decor heel innovatief met een enorm luchtkussen met daarop de plattegrond van Gent en daaromheen een soort schutting met foto’s van asielzoekers. Dit alles neemt niet weg dat de voorstelling op mij overkwam als een samenraapsel van mooie stukjes tekst, en dat is zonde. NTGent heeft zijn belofte nog niet ingelost, maar ik gun ze nog een kans.
Voor mij duurde deze voorstelling anderhalf uur te lang.
Ik vind Wim Opbrouck een briljant acteur en Elsie de Brauw en Aus Greidanus jr. echt heel erg goed, maar in deze voorstelling kon ik naar geen van drie erg goed kijken. Wat ik mooi vond was het begin met de vogelgeluiden en het einde met Opbroucks buitelingen en het moment waarop hij zichzelf even verloor en FLAUWEKUL brulde. Verder snapte ik niet wat de bedoeling van deze avond was. Ik weet dat Johan Simons besloten heeft geen geweld meer in zijn ensceneringen toe te passen, maar volgens mij is daarmee ook de vitaliteit eruit. Waarschijnlijk heeft hij de sfeer van het boek wel goed weergegeven (heb ik maar voor eenderde gelezen), want dat was bij Elementaire Deeltjes ook zo. Wat wel zo is natuurlijk: zo’n stuk maakt van alles los, het is ‘food for thought’, dat wel, ondertussen ben ik erg blij met mensen die films als Gegen die Wand en stukken als Sonic Boom maken, vol met geweld!
En wat ik me afvraag: hoe vinden de acteurs het om dit te doen? Maar het eerste begin was mooi - ik vind het heel knap hoe Opbrouck mij kan blijven boeien met zijn eindeloze lappen tekst en ik houd heel erg van zijn aanwezigheid. Voor hem het gewei.