September 2005 De voorstelling is nog niet eens begonnen als H. haar hoofd, met de voor een film rood geverfde haren, al op de rand van de schouwburgstoel legt. Korte laarsjes, een jurkje van soepelvallende stof. Toch wil ze perse met haar voeten op het voorste gedeelte van de zitting. Dan doet zo’n jurkje natuurlijk wat zo’n jurkje hoort te doen. Soepel vallen.
Begrijp me niet verkeerd, door de manier waarop Fedja van Huêt de voorstelling opent, ben ik meteen aan het hof van Philips II. Nou vooruit. Ik geef het toe. Eén keer dwalen mijn blikken af naar de benen van H. Maar vanaf het moment dat Jacob Derwig, als de markies van Posa, zich bij Carlos voegt, ben ik in Spanje. En blijf ik in Spanje.
Enigszins tot mijn verbazing merk ik dat mijn aandacht in de loop van de voorstelling verschuift. Eerst heb ik alleen maar oog voor de twee vrienden. Voor de wanhopige Carlos, die plotseling mama moet zeggen tegen de vrouw op wie hij smoorverliefd is, en voor de charmante utopist Posa, die Carlos’ hartstochtelijke gevoelens voor de koningin probeert om te buigen naar zijn eigen passie: de vrijheidstrijd van de Nederlanden. Later gaat mijn belangstelling meer uit naar Philips ll, Carlos’ vader, die steeds meer twijfel laat zien. Zelf schrijf ik dat toe aan de uitgebalanceerde regie. Want in het begin staat Fedja van Huêt het meest vooruitgeschoven op het podium en sluit Jacob Derwig daar steeds bij aan, zoals twee spitsen dat doen in een voetbalteam. Later laten die twee zich regelmatig zakken zodat er ruimte komt voor de opkomende Hans Croiset.
De tragiek
‘Ik denk dat er voor die positiewisseling andere redenen zijn’, merkt Wilfred enigszins smalend op. ‘Het lijkt mij meer dat Schiller, in de lange jaren dat hij aan Don Carlos schaafde, zijn belangstelling voor de zoon gaandeweg verloor, en steeds meer oog kreeg voor de tragiek van de vader. Wel zielig voor die jongen trouwens. Zijn vader heeft hem eerst zijn verloofde afgenomen en steelt nu ook nog de show in zijn toneelstuk.’
Op het podium veegt de hertog van Alva ondertussen steeds met een witte zakdoek het zweet van zijn voorhoofd. Wil hij daarmee zeggen dat het hem in Madrid door al die intriges aan het hof te heet onder de voeten wordt? Dat hij liever vandaag dan morgen naar Brussel vertrekt om de opstandelingen in de Lage Landen eens goed aan te pakken? Jappe Claes speelt Alva ingetogen, alsof hij wil laten zien dat hij een generaal is die zo ontzettend machtig is dat hij zich echt niet op de voorgrond hoeft te dringen.
De zelfverzekerdheid
‘Nou, ik doe dat vooral omdat iedereen in de zaal zich nou eenmaal al een eigen beeld van Alva heeft gevormd’, legt Claes na de voorstelling uit, ‘het heeft geen enkele zin om met mijn spel tegen die beeldvorming in te gaan.’
Nu ik hem toch spreek. Al tijdens de voorstelling vroeg ik me af waar de markies van Posa de zelfverzekerdheid en de moed vandaan haalt om al bij zijn allereerste ontmoeting met koning Philips II zijn gloedvolle pleidooi te houden voor het nieuwe geloof en de vrijheidsdrang van de Nederlanden.
Jappe Claes doet zijn bril af, haalt een keurig gevouwen witte zakdoek te voorschijn, en wist daarmee het zweet van zijn voorhoofd en uit zijn nek. Ik zie dat wel, maar stel hem toch gewoon mijn vraag: ‘De markies zet zonder te kunnen weten hoe de koning daarop zal reageren zijn uiterst moderne en revolutionaire ideeën uiteen. Hij neemt een enorm risico. Waarom laat Jacob Derwig eigenlijk niet ook wat twijfel zien? Of angst?’
‘Daar is over gediscussieerd’, antwoordt Jappe Claes afgemeten.
De warmte
Moet ik het met dat antwoord doen? Blijkbaar. Ik voel me als een leerling die tot hilariteit van de klas een heel domme vraag heeft gesteld. Weer gaat die witte zakdoek naar zijn voorhoofd. Nu kan ik er niet meer omheen.
‘Ik dacht echt dat het bij de rol hoorde’, zeg ik met mijn meest ontwapenende glimlach.
‘Nee, dat ben ik’, antwoordt Claes koeltjes.
Voor zover je dat kunt zeggen over iemand die zo overduidelijk last heeft van de warmte.
‘Als ik het goed begrijp’, ik geeft het nog niet op, ‘moet ik dus twee keer een tijdsprong maken van zo’n tweehonderd jaar. Eerst van het hof van Philips II, eind zestiende eeuw, toen angst creëren en dwangmaatregelen opleggen nog de geëigende machtsmiddelen waren, naar het eind van achttiende eeuw. En dan van die tijd, de tijd van Schiller, met de nieuwe humanistische ideeën over individuele vrijheid, nog een keer tweehonderd jaar, naar het heden.’
Zwijgend kijkt hij me aan.
‘Want ik moet Posa zien als een hedendaagse fundamentalist?’, probeer ik tenslotte wanhopig. Nu krijg ik het warm, ik wou dat ik ook zo’n mooie witte zakdoek had.
Het tentamen
Jappe Claes neemt een paar flinke slokken van het glas witte wijn dat ik hem heb aangeboden. Dat doet hem kennelijk goed, want zonder verdere aansporing zegt hij nu: ‘De keuze is om Posa neer te zetten als een fundamentalist.’
Is dat moedeloosheid, die blik waarmee hij me van over zijn bril aankijkt? Ik wordt steeds onzekerder. Ik ben weer de student die tentamen doet. Die er niks van weet, en die op de valreep toch maar een antwoord geeft. Zonder ook maar een flauw idee te hebben. En die dan in gespannen afwachting naar de docent kijkt. Zijn hoon vrezend.
Daar komt dat witte zakdoekje weer: ‘Ik ga even naar buiten, even een luchtje scheppen.’ ‘Dan loop ik gelijk met je mee’, zegt Wilfred, ‘ik kan ook wel wat verkoeling gebruiken.’ Als ze samen op weg zijn naar buiten, verbeeld ik me dat ik Wilfred tegen Jappe Claes hoor zeggen: ‘Wel zielig voor die man trouwens. Je hebt hem eerst zijn zelfvertrouwen afgenomen en nou steel je ook nog de show in zijn theaterverhaal.’ Als ik zo discreet mogelijk mijn overhemd, dat aan mijn bezwete rug is gaan kleven, wat probeer los te trekken, wendt H. zich ostentatief van me af. Ook dat nog.
Don Carlos van Toneelgroep Amsterdam en De Theatercompagnie ging in première op 25 september 2005
Tekst: Friedrich Schiller
Vertaling: Tom Klein
Regie: Theu Boermans
Spel: Hans Croiset, Hadewych Minis, Fedja van Huêt, Thomas Cammaert, Myranda Jongeling, Gunilla Verbeke, Chris Nietvelt, Jacob Derwig, Jappe Claes, Mike Reus, Harry van Rijthoven, Frida Pittoors en Joris Maussen
reacties
Je was die dag in topvorm, blijkbaar. Prachtig verhaal. Mooi zoals je eigen gene verwoordt. Genadeloos onthullend over jezelf en over deze acteur. Alleen H. zit wat ongemakkelijk, zowel op haar stoel als in het verhaal.