|
(de discussie liep van 1/9/05 tot 12/12/05)
Naar aanleiding van het VSCD congres 'Waar gáát dit over' op 26 september presenteert de VSCD drie stellingen. Over deze stellingen wordt tijdens het congres verder gesproken, uw bijdrage hier op de site wordt daarbij verwerkt.
Ten derde: Een theater moet helemaal geen inhoudelijke pretenties hebben. Orkesten, gezelschappen, producenten en makers gaan over inhoud en kwaliteit en podia moeten zich daar niet mee willen bemoeien. |
(de discussie liep van 1/9/05 tot 12/12/05)
Naar aanleiding van het VSCD congres 'Waar gáát dit over' op 26 september presenteert de VSCD drie stellingen. Over deze stellingen wordt tijdens het congres verder gesproken, uw bijdrage hier op de site wordt daarbij verwerkt.
Ten tweede: Subsidie maakt producties en voorstellingen niet per se beter. Subsidie van het rijk of een bijdrage van een fonds maakt grotere en duurdere producties mogelijk, maar vooral producties met meer pretentie. |
(de discussie liep van 1/2/04 tot 1/9/05)
Er is grote belangstelling aan het ontstaan voor de doorstroom van jonge makers naar de grote zaal. In de aanloop naar de komende Cultuurnotaperiode wordt er door staatssecretaris Van der Laan een heus speerpunt van gemaakt. Jonge makers moeten zich al dan niet ondersteund door de overheidsfondsen, de productiehuizen en de jonge afdelingen van de grote gezelschappen richten op de grote zaal.
De redactie van Stuggezaal heeft de indruk dat er tot nu toe niet geluisterd wordt naar wat jonge theatermakers hier zelf van vinden. Hebben zij wel de ambitie om voorstellingen te maken in de grote zaal? En zo ja, hoe willen ze daarin dan ondersteund worden? |
(de discussie liep van 2/7/04 tot 1/9/05)
Theater cross-overt zich suf de laatste jaren. Ontmoetingen tussen theater,
dans, cabaret, muziek, performance, tentoonstelling en film hebben inmiddels een groot aandeel in het kunstaanbod. Vooral in het werken met nieuwe media tasten kunstenaars de grenzen van genres af en ontstaan experimentele mengvormen.
Gevolg is dat traditionele methodes en ideeën -over tijd en ruimte, over verhaalstructuren en over personages- niet meer voldoen om betekenis toe te kennen aan deze interdisciplinaire kunstwerken. De specifieke eigenschappen van digitale technologie creëeren een behoefte aan een nieuwe dramaturgie voor het maken en beschouwen van voorstellingen. Maar is er voldoende kennis om dit te doen? En is deze nieuwe dramaturgie behalve bij de makers ook reeds doorgedrongen tot de kunstkritiek? Hebben de critici voldoende handvatten om de voorstellingen zo te beschrijven dat ze tot hun recht komen? |
(de discussie liep van 1/9/03 tot 2/7/04)
In mei van dit jaar schreven vier directeuren van culturele instellingen een artikel onder de titel 'Kunst heeft meer denkers nodig'. Zij signaleren hierin dat de relatie tussen kunst en maatschappij de laatste jaren, mede door staatssecretaris Van der Ploeg op de agenda is gezet. Deze relatie wordt tot nu toe echter voornamelijk gevat in economische termen, zoals publieksbereik, subsidie-per-bezoeker enzovoort. Ze constateren een gebrek aan serieuze reflectie op kunst in Nederland.
En dat is een probleem, want daardoor wordt het lastig om uit te maken welke vernieuwingen waardevol zijn en welke niet en bestaat het gevaar dat belangrijke ontwikkelingen niet worden gesignaleerd. Ook in het vooradvies van de Raad van Cultuur ontbreekt een dergelijke visie, stellen de directeuren. Kunst is een zaak van doeners en daar moet verandering in komen: doeners en denkers moeten in dialoog met elkaar. |
(de discussie liep van 11/6/03 tot 1/12/03)
"Theatermaken in het theater is preken voor eigen parochie", vindt de Britse theaterwetenschapper Baz Kershaw. "De manier van communiceren, de boodschap en de meningen van de makers komen te zeer overeen met die van het publiek. Wil theater weer een positie midden in de maatschappij en nieuwe betekenis krijgen, dan moet theater de theaterzaal uit."
Hoewel het merendeel van het theateraanbod nog steeds in de grote en kleine schouwburgzalen staat, zijn er veel theatermakers die de wereld buiten het theater willen ontdekken Ivo van Hove constateert dat zijn programmering van het Holland Festival voor een groot gedeelte bestaat uit "onpure kunst". Hij doelt op de vele voorstellingen in het festival, die een cross-over maken naar andere kunstvormen en op de theatermakers steeds vaker een multidisciplinaire achtergrond hebben.
Maar deze experimenteerdrift heeft ook een keerzijde. Het publiek is niet altijd gediend van ingrepen in de theatrale code en een goede theatermaker is niet noodzakelijkerwijs een goede beeldend kunstenaar of party-organisator. |
(de discussie liep van 7/3/03 tot 11/7/03)
De huidige Cultuurnotaperiode is alweer halverwege en achter de schermen houden theatermakers zich al bezig met de aanvragen voor de volgende. De aanvragen moeten rond december worden ingediend en voor die tijd moeten eventuele wijzigingen in de procedure worden doorgevoerd. En dat er dingen moeten veranderen staat voor vrijwel iedereen vast: de vorige reeks beoordelingen door de Raad voor Cultuur zijn tè snel, onder tè hoge druk en daardoor tè slordig uitgevoerd.
De schouwburgen en vlakke vloertheaters, verenigd in de VSCD, zijn financieel niet afhankelijk van rijkssubsidie. Toch zijn deze theaters deels afhankelijk van de gehonoreerde aanvragen. Zij moeten het aanbod verkopen aan het publiek. En als de Cultuurnota ruimte maakt voor 10 nieuwe groepen die allemaal net genoeg geld krijgen voor één voorstelling per jaar, of als de Cultuurnota een oude favoriet opheft, of als de Cultuurnota twee jeugdtheatergezelschappen in één stad plaatst, dan hebben de theaters een probleem. Want dat is moeilijk aan de man te brengen.
Ook de VSCD vindt dus dat alles anders en beter moet. De VSCD wil dat de Raad voor Cultuur en het Ministerie van OC&W meer rekening houden met het bestaande aanbod en met de wensen van de markt. Waarom aanbod subsidiëren als er geen publiek voor is? |
(de discussie liep van 11/12/02 tot 14/5/03)
Theater moet (mag?) minder elitair. Een nobele zaak die helaas al strandt aan
de kassa. Alhoewel iedere culturele boekhouder je kan vertellen dat recette
een te verwaarlozen post is op de begroting van een theaterproductie, kost
een avondje theater soms net zoveel als een beetje tweedehands wasmachine.
Dit maakt de vermeende hoge drempel tot het theater, in ieder
geval voor de minder gefortuneerde burgers, niet lager.
De meest radicale oplossing voor de "dure" kunsten is misschien het
integraal afschaffen van de kassa. Die krappe 10% van je begroting kun je
per slot van rekening makkelijker ergens anders vandaan halen. Wij, theatermakers, houden onszelf met torenhoge toegangsprijzen kunstmatig exclusief. De
gemeentelijke kortingspassen sussen ons geweten, de minima zijn voor 50%
tegen onze financiële ambities gedekt. Maar wat willen wij er eigelijk mee
bereiken?
|
(de discussie liep van 19/3/03 tot 8/5/03)
Vannacht om 2 uur is het ultimatum van president Bush aan Irak afgelopen. In de afgelopen weken hebben hebben er verscheidene protestacties tegen de dreigende oorlog plaatsgevonden.
Nu de oorlog is begonnen, beraden theatermakers en -directeuren zich op hun rol. Moeten de theaters dicht, of moet je nu juist spelen, tegen de storm in? Stuggezaal wil de keuzes inventariseren. |
(de discussie liep van 19/10/02 tot 6/3/03)
Er dient zich een zorgelijke tendens aan omtrent de verhouding tussen theatermaker en theaterpubliek. Deze tendens is gebaseerd op uitspraken van toeschouwers die zich in het openbaar uitlaten (critici, juryleden, intellectuelen -zie de achtergronden voor voorbeelden hiervan) en luidt dat de theatermaker een dienende rol heeft en het publiek vooral makkelijk theater voor zou moet schotelen. Omdat dat zou zijn wat het publiek wil: zich naar het theater begeven als de klant die koning is. De koning die betaalt voor een kaartje en een kadootje wil, mooi ingepakt in cellofaan. Een kadootje waarvan hij lekker onderuit gezakt in zijn stoel enkel nog het lintje hoeft los te trekken. Is dit echt wat het publiek wil? Welke rol speel je als toeschouwer binnen een voorstelling? En wat kan de maker eigenlijk van het publiek verwachten? |
(de discussie liep van 22/10/02 tot 12/12/02)
Onder staatssecretaris Rick van der Ploeg is veel geïnvesteerd in multicultureel theater. Zowel het publiek in de zaal als de spelers op het podium moesten een afspiegeling gaan vormen van de cultureel diverse samenleving. Hoewel de richtingen in het cultuurbeleid op dit moment onduidelijk zijn, valt te verwachten dat dit niet meer één van de speerpunten zal zijn.
Stuggezaal vraagt zich af wat de afgelopen vier jaar hebben opgeleverd. Is de allochtone theatermaker nu beter af? Hun stem komt nog niet echt tot uiting in de beslissingen van fondsen, journalisten en programmeurs. Hoe komt dat?
|
(de discussie liep van 18/10/02 tot 18/11/02)
Podiumartiesten, zoals acteurs en muzikanten, zijn ambachtslieden en geen kunstenaars: Ze werken mee aan het project van een kunstenaar, maar voelen geen verantwoordelijkheid voor het onderliggende concept. |
(de discussie liep van 9/4/02 tot 22/10/02)
In Hollywood worden scenarioschrijvers betaald om patriottisme in hun scenario’s te verwerken om zo indirect de burgers tot patriottisme aan te zetten. Op deze manier moeten schrijvers iets doen met een maatschappelijke of politieke gebeurtenis, in dit geval de aanslagen van elf september en alle gevolgen van dien. Deze manier van werken is een groot uiterste, maar uitgaande van het gegeven dat we in een vrije wereld leven waarin ieder zijn eigen keuzes kan maken is het een interessant vraagstuk of je als kunstenaar überhaupt iets moet doen naar aanleiding van grote of minder grote gebeurtenissen die in de wereld op maatschappelijk of politiek vlak plaats vinden. Stof voor een nieuwe Stuggezaal discussie, want naar aanleiding hiervan komen prangende vragen boven als: voel je als theatermaker een drang of misschien wel een verplichting om hier iets mee te doen? Is jouw positie ten opzichte hiervan hetzelfde gebleven na elf september of is die veranderd en heb je jezelf wellicht moeten herdefiniëren als maker?
Waar Stuggezaal heel nieuwsgierig naar is, is of en in welke mate je je laat inspireren door maatschappelijke of politieke verwikkelingen. |
(de discussie liep van 18/2/02 tot 18/10/02)
De Groningse Stadsschouwburg last een voorstelling van De Theatercompagnie af. "Te slecht", vindt de schouwburgdirecteur. Maar is hij wel de juiste persoon om dat te zeggen? En om daar de consequenties van te nemen?
Erik Snel vindt van niet. De programmeur heeft zijn werk gedaan door de voorstelling te selecteren; als hij daar nu spijt van heeft moet hij een volgende keer een behoudender keus maken.
Met deze stelling raakt hij de kern van de problematiek van de schouwburgdirecteur: dient die het publiek of de kunst?
Erik Snel is regisseur en artistiek leider van Theatergroep Aluin. |
(de discussie liep van 14/8/02 tot 10/9/02)
De erfenis die Rick van der Ploeg nalaat vormt een uitstekend startpunt voor zijn opvolger: LPF'er Cees van Leeuwen. |
(de discussie liep van 16/5/02 tot 30/6/02)
Het Theaterfestival representeert niet langer het theateraanbod in het seizoen en dus moet het maar eens afgelopen zijn met dit jaarlijkse elitaire feestje. |
(de discussie liep van 1/5/02 tot 13/5/02)
De aandacht voor multiculturaliteit was een goede zet van
demissionair staatssecretaris Rick van der Ploeg. |
(de discussie liep van 8/11/01 tot 9/4/02)
Sinds 1 september 1999 kent Nederland een uniek vak voor middelbare scholieren: Cultureel Kunstzinnige Vorming. Met name door buitenlandse geleerden geroemd als vooruitstrevend en vernieuwend kunstonderwijs.
Binnen Nederland veel gemorrel. Leerlingen zouden ongemotiveerd zijn, slecht zijn voorbereid en ze verstoren het kijkplezier van anderen. Scholen vinden moeilijk de weg naar gezelschappen en kunstenaars. De partijen discussiëren wat af en treffen maatregelen. Zo eisen vele theaters dat op iedere tien leerlingen een docent aanwezig is, sommige theaters stellen zelfs één op vijf. En er worden sancties gesteld, bijvoorbeeld dat leerlingen de kaartjes betalen van de mensen wiens avond ze verstoord hebben.
De redactie van Stuggezaal.nl is benieuwd naar jullie ervaring: is het plezier van jou als toeschouwer ooit vergald door CKV-ers? Of was het juist de docent die tijdens de voorstelling hardop uitleg gaf? Hebben CKV-ers je werk als acteur zwaar onder druk gezet? Hoe reageer je als theatermedewerker zodra je hoort dat je zaal die avond vol zit met scholieren? En wat zijn de ervaringen van jou als CKV-er?
Vertel wat er gebeurde, hoe jij en/of anderen reageerden en hoe dit jouw mening over CKV in de zaal (mede) vormt!
|
(de discussie liep van 4/10/01 tot 15/3/02)
Het werk van jonge theatermakers staat in hoge belangstelling, maar er wordt door ouderwetse ogen naar gekeken. In haar ‘State of the joeng’ gaat Clara van den Broek in op het marge-centrum model dat nog steeds gehanteerd wordt om het werk en de ontwikkeling van jonge makers te plaatsen. De wereld is inmiddels veranderd en dit model heeft afgedaan. Dus: tijd voor andere modellen! Andere filosofische - en andere kunstenaarsmodellen!
Deze oproep neemt de redactie van Stuggezaal.nl graag ter harte. Wij zien een uitdaging. Op zoek naar nieuwe modellen nodigen we iedereen uit zijn of haar gedachten hierover te laten gaan.
Hoe ziet de wereld van jonge makers eruit? Wat is hun reflectie kader? Waar houden zij zich op binnen de theaterwereld? Hoe benoemen wij hun werk als dit niet ‘afzetten tegen’ is?
|
(de discussie liep van 18/6/01 tot 1/11/01)
Deze discussie krijgt een nieuwe wending. Lees de stelling!
De Nederlandse toneelschrijver is in. TM wijdt dit jaar een serie
artikelen aan jonge toneelschrijvers en in mei vierde Growing up in
Public in Utrecht een Toneelschrijversbevrijdingsfeest. Toch lijkt
het alsof de jongste generatie regisseurs minder aandacht heeft voor
bestaande theaterteksten. Hun producties zijn gebaseerd op
improvisaties of bewerkingen van allerlei tekstmateriaal, waarbij de
tekst uiteindelijk door de regisseur geschreven wordt.
De redactie van Stuggezaal.nl vraagt zich af of hier een probleem
sluimert en vroeg regisseur en schrijver Rogier Schippers om zijn
mening:
"Er is een groeiend reservoir aan nieuwe, goede Nederlandse
theaterschrijvers, met kwalitatief steeds beter werk", aldus
Schippers. "Dat kan alleen maar omdat deze schrijvers, door de jaren,
veel schrijven (de schrijfverbeelding is een spier die je moet
trainen). En dat kan weer alleen als dat werk ook gespeeld wordt.
Maak je geen zorgen, het gaat hartstikke goed. Wat in mijn ogen beter
kan, is de positie die de regisseur of 'maker' inneemt."
|
(de discussie liep van 1/3/01 tot 18/9/01)
32 nieuw gesubsidieerde instellingen in de theatersector in het bestel. Staatssecretaris Van der Ploeg glunderde trots bij het presenteren van de Cultuurnota 2001 - 2004. Het leek wel alsof het niet opkon. Maar al die nieuwe gezelschappen krijgen te weinig geld om 'op vlieghoogte' te komen, betoogde Ellen Walraven al snel. En Jaap Jong (directeur van de VNT) waarschuwde voor het feit dat de nieuwe groepen, nu ze structureel gesubsidieerd zijn, niet meer kunnen sjoemelen met ARBO-regels en WW. En toch zien we nu alweer een aantal spiksplinternieuwe groepjes ontstaan, zoals Helden en Studio Y.
Waarom richt je nu een gezelschap op? De eerste vier jaar kom je wel door, maar daarna is de kans groot dat het een blok aan je been wordt, betoogt Jeroen van den Berg.
Jeroen van den Berg is theatermaker en tekstschrijver. Samen met Maaike Bleeker en Ivar van Urk vormde hij Het Oranjehotel. |
(de discussie liep van 1/3/01 tot 6/6/01)
De redactie van Stuggezaal.nl ziet een tendens: Het vak van acteur is aan het veranderen. Theaterscholen passen hun opleidingen aan en regisseurs stellen andere eisen aan acteurs. Is er een verschuiving gaande van de acteur als specialist, die met specifieke kwaliteiten voor een rol gecast wordt, naar een acteur die breed inzetbaar is? Die een goede tekstbehandeling heeft, maar ook nog dansend een lied kan zingen. Of die binnen de voorstelling eigen werk maakt?
En: wat vinden we van deze veranderingen? |