Ja, inderdaad; het Ministerie van OCenW zou juist vanwege de erfenis van de heer van der Ploeg opnieuw kritisch moeten kijken naar wie en wat en waarom toetreedt tot de Cultuurnota systematiek. En dan graag ook in samenhang met een kritische beschouwing op de werking van de fondsen. Er is veel, heel veel gezegd over een andere Cultuurnota systematiek. Het ziet er echter niet naar uit dat er veel zal veranderen. Een paar cosmetische aanpassingen wellicht, maar vervolgens begint iedereen die belang heeft als maker,adviseur, beleidsambtenaar, bestuurslid van een kunstinstelling etc., vroeg in het voorjaar van 2003 weer aan een lang traject van veel denken, schrijven, lobbyen en wat dies meer zij. Het zal veel weer lange uren van de straat houden. Niet wat bizar, dat terwijl we nog maar goed 2 jaar op weg zijn, het hele traject al weer begint. Hoe zo, zekerheid voor 4 jaar, hoe zo levert de Cultuurnota een bijdrage aan continuiteit voor makers ?. Ook de fondsen zullen zeer weer volop in de discussie mengen, ook zij maken aanstalten voor het schrijven van nieuwe beleidsnota's. Zijn de huidige al geevalueerd ?

En mag er misschien ook een gesprek zijn over hoe Cultuurnota en fondsenpraktijk zich tot elkaar verhouden ? Hebben ze een relatie, zou die er moeten zijn ? Is ad-hoc subsidie wel zo flexibel ?
Wat betekent ad-hoc voor de bedirjfsvoering van makers ? Hoe komen startende makers toe aan artistieke ontwikkeling, als ze steeds opnieuw van project naar project, van subsidieaanvraag naar subsidieaanvraag hoppen ?

Ik zou wel eens een wat fundamenteler gesprek wensen over hoe de Cultuurnota systematie en de ad-hoc praktijk voor de makers werken. Even geen doelgroepen discussies graag, maar weer volop aandacht voor hoe makers artistiek en productioneel verder kunnen komen.

Wie doet mee ?