moosers

Minirecensies van RiRo

Acteurs die zingen, muzikanten in kimono’s en ZZ Top-baarden die tot activiteit worden gemaand met een ‘hé heren van sfeerbeheer, hebben we nog wat!’, een Oost-Europese danser als stand-upcomedian, deuren op wieltjes die in een, ik geef toe, fraaie choreografie, over het podium bewegen. Enzovoorts. Enzovoorts. Sommige van die vondsten zijn heel geslaagd. Sommige een stuk minder. Andere vind ik ronduit niks.

Even neig ik ertoe te zeggen dat Van den Bosch de veelzijdigheid van zijn kunstenaarschap laat zien. Maar nee. Ik heb weliswaar gefascineerd gekeken naar het autistische dansende luchtspook Roni Haver en naar de manier waarop Malou Gorter een archetypische moeder neerzet. Ik heb gelachen om Igor Podsiadly’s ‘fuckenvuller’ en me vermaakt met de taalkakofonie van de andere acterende dansers. Maar uiteindelijk vind ik de optelsom van al die losse ideeën niet meer dan een caleidoscoop van theatrale uitingen.

Ondanks de verwijzingen naar Shakespeare’s The Tempest blijft het niet meer dan een bonte lappendeken. Waarin maar geen dramaturgische lijn wil ontstaan.

RiRo gezien 16/04/2009

Twee mannen uiten via de omweg van een filosofisch gesprek hun vriendschappelijke gevoelens voor elkaar. In het begin denk ik nog ‘goed geschreven die dialoog’. Maar na zo’n twintig minuten verandert dat. Dan begint het me te irriteren dat er niks nieuws meer wordt gezegd.

De mannen pakken twee stoelen. Zittend gaan het verder. In hetzelfde stramien. Het kabbelt voort. Net als ik wanhopig denk ‘bij cabaret zou je nou tenminste even een liedje krijgen!’, klinkt er muziek (waarom moet ik ineens aan cabaret denken, ik ga nooit naar cabaret).

Eindelijk. De vrouwen worden ingezet. Er wordt een contrapunt gecreëerd. Even helpt dat. Totdat ook die ingreep is uitgewerkt. En de lichtheid van de tekst weer begint te wegen. De trucjes gaan me plotseling ook ergeren. Stefaan Van Brabandt richt zich voor de zoveelste keer tot me met ‘nee, nee, nee…’ Alsof ik hem verkeerd heb begrepen! Alsof we cabaretpubliek zijn!

Ach, uiteindelijk zijn het natuurlijk niet de trucjes die me storen, is het niet het schematische waaraan ik me erger. Wat me aan de voorstelling niet bevalt is dat met kunst- en vliegwerk een aardige tekst voor hooguit een half uur wordt uitgesmeerd over anderhalf uur.

RiRo gezien 11/04/2009

Als ze hem de eerste keer aankijkt voelt Martin iets wat hij nog nooit heeft gevoeld. Een half jaar later is zijn liefde voor Sylvia, want die is het, nog steeds heel intens. Het voelt voor hem nog steeds heel natuurlijk. Wij weten, al voor we de zaal ingaan, wie Sylvia is. Of beter gezegd wat Sylvia is. Zijn vrouw Stevie niet. Die ontdekt dat waar we bij zijn. De laatste tijd was haar al wel een rare geur opgevallen. Dat wel. Edward Albee heeft veertig jaar na ‘Wie is er bang voor Virginia Woolf?’ een stuk geschreven over wat er met je gebeurt als je voor een ander valt. En over wat er met je gebeurt als je ontdekt dat je partner een ander heeft. Hij zet dat thema op scherp door die ander een geit te laten zijn. In de voorstelling van het O.T. spelen Bert Luppes en Ria Eimers, als het echtpaar, hun rollen ernstig, ook in hilarische scènes, juist in hilarische scènes, waardoor het geloofwaardig blijft. Als het dat niet meer is, aan het eind, omdat er dan ineens ook nog incest en opwinding met een baby in moet, ligt dat dus aan Albee en niet aan de regie of aan het spel. In nagenoeg hetzelfde decor als waarin ze in ‘Wie is er bang voor Virginia Woolf?’ ook al samen schitterden, doet Bert Luppes het nu weer fantastisch, maar wat Ria Eimers laat zien, hoe ze haar personage stap voor stap met ‘het ondenkbare’ laat omgaan, hoe ze daarbij balanceert op de dunne draad tussen komedie en tragedie, dat is zo perfect, dat wordt de Theo d’Or, daar is eigenlijk geen discussie meer over mogelijk.

RiRo gezien 09/04/2009

Het begin is heel goed. Met beelden en geluiden wordt verteld hoe vier mensen met sterven omgaan. Vooral met hun lichaamstaal laten acteurs de verschillen zien tussen Agnes op haar sterfbed, haar twee zussen, en bediende Anna. Geluid benadrukt hun eenzaamheid: gefluit van vogels in de tuin, geblaf van honden ergens ver weg, gekerm van de stervende, gerommel van dreigend onweer. En goed gekozen muziekfragmenten. Waarvoor Roeland Fernhout in de credits staat. Dan komt het omslagpunt. Terwijl het lijk wordt gewassen, lopen inspiciënten in pak (ze zijn vermomd als vrienden op condoleancebezoek of medewerkers van het uitvaartbedrijf) eindeloos heen en weer met decorstukken. Dat duurt erg lang. Dat duurt zo lang, dat het, bij mij, de betovering verbreekt. De scènes uit de passieloze huwelijken van de twee zussen die hierna volgen, raken me niet, niet zoals het begin dat deed. De magie van die eerste drie kwartier rond het sterfbed komt niet meer terug.

RiRo gezien 30/03/2009

De tien vertellingen van Kieslowsky geven een tijdsbeeld van het Polen van twintig jaar geleden maar ze zijn toch vooral een discussie over algemeen menselijke motieven. Door Koen Tachelet uitstekend bewerkt. Want het wordt nooit eenduidig. Voortdurend blijft de voorstelling vragen stellen. Verder lijkt alles wat Johan Simons de laatste jaren heeft uitgeprobeerd hier op zijn plaats te vallen. De indirecte rede bijvoorbeeld, eerder wel eens iets te geforceerd, komt nu optimaal tot zijn recht. Dat geldt ook voor de rommelig ogende scenografie van Bert Neumann, die juist heel precies blijkt te zijn, want decorstukken krijgen bij elk van de tien verhalen haast ongemerkt een nieuwe betekenis. En dan de acht acteurs, vijf van Wunderbaum en drie van NTGent, onder wie de fantastisch spelende Frank Focketyn, die samenwerken als een perfect op elkaar ingespeeld ensemble. Vijf keer moeten ze terugkomen. Vijf keer wordt er op vingers gefloten. Vijf keer wordt er massaal gejuicht. Een terechte beloning voor een prachtige voorstelling.

RiRo gezien 28/03/2009

Ben wel blij dat Nike in zijn minirecensie al zegt dat de acteerprestatie van Maria Kraakman eruit springt. Dan hoef ik dat niet te doen. Vind trouwens dat niet alleen Maria Kraakman maar ook Joep van der Geest en Sanne den Hartogh heel goed uit de voeten kunnen met hun personages. Dat geldt niet voor alle dertien acteurs die op het podium staan. De voorstelling is in ieder geval wel helder en duidelijk, de tekstbehandeling is bij iedereen in orde, en de enscenering zorgt ervoor dat het tempo hoog blijft. Blijft de vraag of je überhaupt wat kunt met die tekst van Gorki. Ik niet zo veel. De persoonlijke zoektochten naar zingeving en de onderlinge verwikkelingen van de geestelijk luie ‘intelligentsia’ in de datsja spreken mij niet zo aan. Het is zeker geen vervelende voorstelling, dat niet, en het ziet er af en toe fraai uit, vooral het feest is mooi gedaan. Maar alles bij elkaar blijft het toch niet meer dan degelijk en adequaat teksttoneel. Van een jonge regisseur die zich met zijn nieuwe ensemble wil profileren had ik eigenlijk wel een wat spannender aanpak verwacht.

RiRo gezien 23/03/2009

Twee zussen, de één Vlaams de ander Nederlands, met heel veel tekst. Opperste concentratie is geboden, je kunt er niet even op je gemak inkomen. En dan lijkt het ook nog of de Nederlandse zus, Manja Topper, meedoet aan de kampioenschappen snelpraten. Gelukkig, na drie kwartier verandert dat, dan komt broer Ludwig uit de psychiatrische inrichting naar beneden gegleden. Dan begint een, slechts zo nu en dan onderbroken, monoloog van Benny Claessens. Waarin alles en nog wat het moet ontgelden. Claessens’ Ludwig is heel expressief, hij persifleert ‘toneelspelers’, want hij haat toneelspelers, vooral die van het Brugtheater in Wenen. Zoals hij concerten haat, en restaurants, en de portretten van zijn voorvaderen aan de muur, en alles wat geborduurd is, ook al heeft oma het geborduurd, en natuurlijk zijn afschuwelijke vaderland. Een onderhoudende voorstelling. Met een leuke glijbaan. Maar niet meer dan dat.

RiRo gezien 07/03/2009

Subliem! Het essentiële weggelaten, symbolisch gemaakt, tot vorm gestold. Beckett’s werk. En Beckett’s leven. Deze plank is abuis. Grijs? Huilen? Pauze. Ik ben zo terug. Er is geen uitgang. Pauze. Wat deden Vladimir en Estragon in de oorlog? De egel is dood. Pauze. Wat je fout doet is ook goed! Je kunt toch wel echt iets fout doen? Pauze. Drie weken voor zijn dood. Op straat. Beckett reciteert uit zijn hoofd. Interpretatie van dat gedicht. De timing is steeds zo ontzettend goed, de lengte van de stiltes steeds zo perfect, de loopbewegingen, de panelen, het leggen van de planken vloer, de spanning, de humor, het filosofische, het literaire, de ontleding van Un cygne van Mallarmé, de smaak van de protestante Ierse whiskey, het ernstige van Matthias de Koning, het vragende van Annette Kouwenhoven, het struikelende van Jorn Heijdenrijk, het onderkoelde van Miranda Prein, het initiërende van Jan Joris Lamers. Subliem!

RiRo gezien 06/03/2009

Neil Simon’s komedie uit 1975 gaat over een gepensioneerd komisch duo dat nog één keer de doktersketch gaat opvoeren. Het Antwerpse gezelschap Comp.Marius speelt het zoals een amateurgezelschap in buurthuizen en parochiezaaltjes het zou hebben gedaan. Hilarisch bedoeld neem ik aan, maar ik moest er op geen enkel moment om lachen. Bijna niemand in de zaal moest er om lachen. Pruiken, malle kleren, grote plastic doktersinstrumenten. Alles bij elkaar echt te flauw voor woorden. Maar. Een doktersketch kan nou eenmaal niet zonder rondborstige verpleegster, dus liefhebbers van grote tetten op naar het Cultureel Centrum in Zuidhorn, het Dorpshuis Op Streek in Den Andel of ’t Marnehoes in Wehe-den Hoorn. Nee ik weet ook niet waar dat allemaal is, ik neem het gewoon over van de speellijst. Nou vooruit dan, een gewei voor die tetten.

RiRo gezien 05/03/2009

Pierre Bokma doet de verzekeringsagent Ness heel goed. De Pavlovreactie in de Volkskrant op het nou eenmaal altijd perfecte acteren van Bokma is begrijpelijk: ‘Aan Bokma’s virtuoze hand wordt de toeschouwer ruim drie uur lang ademloos meegevoerd in deze persoonlijke hellevaart’. Maar je kunt met minstens evenveel recht wijzen op de virtuoze manier waarop Elsie de Brauw onmiddellijk de femme fatale neerzet door Ness uitdagend, maar ondertussen pratend tussen haar op elkaar geklemde tanden, te verleiden. En wat te denken van de jonge Kristof Van Boven als Nino Sachetti? Die krijgt een open doekje nadat hij, na een schitterend uitgevoerde erotische scène met De Brauw, gloedvol een liefdeslied ten gehore heeft gebracht. Té? Absoluut. De hele voorstelling is té. Maar het wordt nooit té té. En het went, je kunt als toeschouwer steeds meer hebben. Zelfs als Elsie de Brauw na de pauze grommend als een valse hond de kwaadaardige stiefmoeder doet en Katja Herbers oorverdovend gillend haar hysterische stiefdochter. Het kan, het werkt, en het is vooral heel leuk. Maar je moet er natuurlijk niet aan denken dat mindere acteurs drie uur lang over de top zouden spelen.

RiRo gezien 02/03/2009
<< < 141516 > >>
Syndicate content