Voor nieuwe recensies van RiRo moet je naar RiRoToneelrecensies. Moose sluit. Na vijftien jaar. De minirecensies, het nieuws, en de blogs zullen zichtbaar blijven en via Google te vinden. De redactie heeft ervoor gezorgd dat de site zeker nog vijf tot tien jaar als archief in de lucht blijft. De recensies en de theaterverhalen die ik onder de naam RiRo hier op Moose heb geschreven, blijven dus toegankelijk.
Voor nieuwe recensies van RiRo moet je naar een nieuwe website. Het opruimen, inpakken en verhuizen duurt een paar weken, maar begin april staan RiRo’s toneelrecensies, theaterverhalen en andere stukken op de theaterwebsite RiRoToneelrecensies.
Nieuws over RiRoToneelrecensies kun je nu al volgen op RiRo’s Twitter.
Simon, Floortje en Miel, bedankt voor de prettige samenwerking en voor de fijne jaren hier op Moose.
En tot ziens op RiRoToneelrecensies.
In RiRo’s Recensie van Rainer Maria, op Moose, op 20 juni 2007: ‘In een briljante mix waarbij alle uitersten worden opgezocht, van sereen gefluisterde versregels tot woest agressieve fysieke uitbarstingen, wordt de dichter Rilke tot leven gebracht.’
Annette Embrechts in de Volkskrant van vrijdag 31 augustus 2012 in Circus Salon, haar overzichtsartikel over De Warme Winkel. Over Rainer Maria: ‘sereen gefluisterde versregels werden weggeblazen door woest agressieve fysieke uitbarstingen’.
Illustratie: Jeroen de Man en Vincent Rietveld in Rainer Maria van De Warme Winkel
Het is 1994. De Rwandese Hutu-radiozender RTLM draait popmuziek. Zoals zoveel radiozenders. Het unieke van RTLM is dat de presentatoren tussen de platen door systematisch en ongeneerd schaven aan de ontmenselijking van de Tutsi’s en dat ze hun luisteraars oproepen om ‘die kakkerlakken in stukken te hakken’. Dag in dag uit. In 1994 worden in Rwanda in honderd dagen tijd bijna een miljoen Tutsi’s op gruwelijke wijze vermoord.
Het is 2011. Het gebouw van de voormalig radiostudio van RTLM in Kigali, Rwanda. De acteurs zijn een Belg en drie Tutsi’s. Zo realistisch mogelijk spelen ze een opruiende uitzending van RTLM uit 1994 na. Het publiek, op straat, krijgt een radiootje om deze reconstructie zo natuurgetrouw mogelijk te ondergaan. In een land waarin sinds die onvoorstelbare slachtpartij de begrippen Hutu en Tutsi taboe zijn, moet dat een heftige gebeurtenis zijn geweest.
Het is 2012. De voorstelling komt naar de theaters in onder andere Duitsland en Nederland. Ik zit in de zaal van het Grand Theatre in Groningen, tijdens Noorderzon. Ik heb een radiootje, een koptelefoon op, ik kijk naar een realistisch ogende radiostudio op het podium, ik luister naar de acteurs. En ik hoor tussen de teksten door muziek uit de negentiger jaren. En ik weet dat ik na deze voorstelling Rape me van Nirvana nooit meer zal kunnen verdragen.
Een dag later, ook op Noorderzon, WTC 9/11 en Different Trains van Steve Reich door het DoelenKwartet. Ik vergelijk, en weet nu nog beter waarom ik Hate Radio geen goede voorstelling vind. In WTC 9/11 gebruikt Reich authentiek radioverkeer van de eerste hulpverleners die bij de torens aankomen. Het is een compositie over een recente en onvoorstelbare gebeurtenis. En het is indrukwekkend. Niet door de gruwelijkheid. Want dan zou regisseur Milou Rau van Hate Radio het ruimschoots winnen met een miljoen dode Tutsi’s tegenover Reich’s 3000 dode New Yorkers. Nee, het is een indrukwekkend concert omdat Reich de onmiddellijkheid overstijgt en mij er door er kunst van te maken anders naar laat kijken. En daardoor ook andere emoties aanboort dan alleen verbijstering en afgrijzen.
Mijn probleem met Hate Radio is dus niet de relevatie van het onderwerp. Het probleem is dat in een theater iets een theatervoorstelling zou moeten worden. En dat wordt Hate Radio niet. Omdat Rau niet verder komt dan een reconstructie. En hoe gruwelijk de feiten ook zijn, die feiten ken ik al, en verbijstering en afgrijzen heb ik al gevoeld toen die feiten bekend werden.
Over mijn minirecensie van Melk en Bloed van The Glasshouse kreeg ik een mailtje van Kees Roorda (die het stuk schreef en regisseerde). Ik zei hem dat ik zijn reactie graag op Moose wilde zetten. Hij wilde dat eigenlijk niet. Maar hij zei niet dat hij het niet zou pikken als ik het wel zou doen.
In het fragment dat deel uit maakt van Roorda’s reactie praat een boer met zijn hond. Het is een fragment uit de openingsscène van het stuk.
Omdat de opmerkingen van Roorda vooral betrekking hebben op de vierde alinea van mijn recensie, neem ik die alinea hier nog even over:
‘Wat ik mis is een of andere vorm van commentaar, van iets wat al die herkenbare situaties en zinnetjes naar een ander niveau tilt. Voor mijn part ironie. Als het maar iets is. In de dialogen zit nauwelijks metacommunicatie. Maar ook in de enscenering en in het spel wordt het directe niveau van het vertellen niet overstegen. Inhoudelijk is de tekst af en wel boeiend, maar nou niet echt van een heel hoog literair gehalte. Zou dat wel het geval zijn, dan zou het ontbreken van een of andere vorm van commentaar mogelijk wat minder zwaar wegen.’
Dag RiRo,
Ik las je minirecensie, waarvoor dank. Jammer dat het stuk je niet heeft kunnen bekoren. Zo gaat dat wel eens. Ik hou niet van toneelstukken waarin personages een groter reflectief vermogen hebben en slimmer zijn dan het publiek. Ik wil dat het publiek compassie voor mijn personages kan opbrengen, ongeacht waartoe ze in staat zijn.
Ook hou ik niet van toneelstukken waar kunsttaal het esthetisch handschrift -en de intelligentie van de schrijver moet bewijzen. Mijn personages praten zoals ze zijn geboren. Dat wil niet zeggen dat ze geen meta bewustzijn hebben.. Nou ja, misschien dat een volgende je meer aanspreekt. Zoals Peter het in het stuk al zegt, ik kan het niet iedereen naar de zin maken helaas.
Als aanmoediging voor jou een fragment van de boer.
Boer:
En ineens is ’t zomaar over, dan weet je dat het nooit meer zal komen… Waarom wist ik dat niet eerder? Alle gekken zien vergeefs. Moet je maar denken. Alle gekken zien vergeefs.
Hij kijkt naar boven.
Boer:
Er is meer dat we niet zien dan dat we wel zien. Neem dat maar van me aan jongen. Zie je dat vliegtuig? Die lampjes daar in de hemel? Dat zijn ook mensen. Mensen op weg, met een bestemming, op weg naar God mag weten waar. Ze weten niet dat we ze nu bekijken. Die zitten rustig met elkaar te kletsen. Daar boven. Ze weten niet dat ik nu naar ze kijk. Maar misschien is er eentje, ja eentje die door het ruitje naar beneden kijkt en denkt, wat zou daar nou wezen daar beneden, in dat donker, wie zou daar nou leven.
Boer:
Het is helder…Een donkere vijver vol witte stenen. Dat daar is de Ossenhoeder, van de Noorderkroon en daar staat de Grote Beer te zingen. En daar is Mercurius en daar Venus. Ja, ze staan te zingen. Niet te geloven. Zoals ze daar staan….
Pauze. In de verte horen we een merel.
Boer:
Straks doven ze een voor een. Als het licht wordt. Eerst Mercurius, en dan Venus. Dan zal het precies zo zijn alsof ze nooit hebben geschenen, alsof jij en ik hier nooit hebben gezeten. Ja. Niemand zal meer weten wie of wij waren. Neem dat maar van mij aan jongen. Wat denk je, zal de wind de namen van vroeger onthouden? Nou?…Kom nou.
Stilte.
Illustratie:
Hylke van Sprundel als Peter in Melk en Bloed van The Glasshouse
(foto: Bowie Verschuuren)
De begrafenis van toneelschrijver en voormalig president Václav Havel was eind december live op de Nederlandse televisie. Iets meer dan een maand voordat Havel overleed, ging Ivan Martin Jirous hem voor. Aan het leven van de artistiek leider van de Plastic People of the Universe kwam op 10 november 2011 een eind.
Naar aanleiding van het overlijden van Havel verschenen er nogal wat krantenartikelen over de rol die Havel heeft gespeeld in het Tsjecho-Slowakije van tussen de Praagse Lente en de Fluwelen Revolutie. Toen ik die artikelen las, kwamen er beelden in mijn hoofd van een voorstelling die ik vijfenhalf jaar geleden, in de zomer van 2006 dus, zag in een Londens theater. Beelden van Rock ‘n Roll, geschreven door Tom Stoppard en geregisseerd door Trevor Nunn. Met Rufus Sewell in de hoofdrol.
Rock ‘n Roll is mede gebaseerd op essays, kritieken en brieven van Havel uit de periode 1965 tot 1990. Daarnaast speelt rockmuziek een essentiële rol in het verhaal. In het verhaal van de voorstelling. Maar, dat is in ieder geval wat die voorstelling wilde laten zien, ook in het verhaal van de dissidenten in het Tsjecho-Slowakije van die periode.
Heel veel rockmuziek in de voorstelling dus, niet alleen staan de acteurs regelmatig met de hoes van een lp in hun hand, er klinkt ook steeds rockmuziek bij scènewisselingen. Heel vaak is dat van Pink Floyd, ook behoorlijk vaak van The Rolling Stones, er klinkt het nodige van The Mothers of Invention, maar ook het een en ander van de Plastic People of the Universe.
Ik beken het eerlijk, voor die voorstelling in Londen had ik nog nooit van de Plastic People of the Universe en van Ivan Martin Jirous gehoord. En voor die voorstelling had ik me niet gerealiseerd dat rockmuziek een zo cruciale rol heeft gespeeld bij de ontwikkelingen in Tsjecho-Slowakije. Dat de nachtelijke gesprekken in Praagse kroegen tussen Havel en Jirous, dat de arrestatie van Jirous en de andere langharige leden van de Plastics en de door Havel geleidde protesten daartegen, aan de basis hebben gelegen van Charta 77, en uiteindelijk dus hebben geleid tot de verkiezing van een toneelschrijver tot president.
Ik bleek de tekst van Rock ‘n Roll indertijd na afloop te hebben gekocht. Die heb ik afgelopen dagen gelezen. Nu krijg ik de beelden van die voorstelling natuurlijk helemaal niet meer uit mijn hoofd.
Illustratie:
Václav Havel en Ivan Martin Jirous
Na een voorstelling hoort applaudisseren er gewoon bij. Ook als ik het niet zo goed vond, doe ik het. Dan maak ik bij het klappen natuurlijk wel wat minder geluid. Als ik het helemaal niks vond, maak ik zelfs helemaal geen geluid. En dan stop ik er heel snel mee. Maar over wat ik deze keer heb gezien, ben ik behoorlijk enthousiast. Een sterke toneeltekst, en door alle vier acteurs wordt heel goed geacteerd. Ook nu heb ik dus meteen na afloop mijn ellebogen al wat naar voren laten komen, en zijn mijn handen al op weg om naar elkaar toe te gaan. Totdat ik me, nog net op tijd, realiseer dat ik niet in een theater zit, maar in een bioscoop.
Carnage, de film van Roman Polanski, waarna ik bijna ging applaudisseren, is gebaseerd op het toneelstuk God of Carnage van Yasmina Reza. De enige locatie in de film is een huiskamer. In die huiskamer praten twee echtparen over een incident waarbij de elfjarige zoon van het ene echtpaar de even oude zoon van het andere heeft verwond. Er komt een scène in voor waarbij ik een glimlach niet kan onderdrukken. Als Nancy, gespeeld door Kate Winslet, over de salontafel van Michael en Penelope vomeert, roept Penelope (Jodie Foster) geschrokken uit: ‘Mijn Kokoschka!’ En inderdaad, in het volgende shot zien we een volledig ondergekotst exemplaar van een boek met afbeeldingen van schilderijen van Oscar Kokoschka.
Dat juist die scène me tot een glimlach verleidt is niet zozeer omdat die nou zo veel grappiger is dan andere scènes, maar omdat mijn gedachten ogenblikkelijk afdwalen naar Kokoschka Live! van De Warme Winkel. En vooral naar de recensie van Melpomene en die van Nike daarover. Zouden je mogelijkheden om als toeschouwer je waardering uit te spreken niet enorm worden vergroot als je na een voorstelling waaraan je je zoals Melpomene en Nike groen en geel hebt geërgerd, naar voren kon lopen om daar … ?
Ondertussen is Carnage wel een film waar ik als toneelliefhebber enorm van heb gesmuld.
Illustratie:
Scènefoto uit Kokoschka Live! van De Warme Winkel
Een belangrijk doel van Jonge Harten is jongeren kennis laten maken met theater. Dat kennismaken met theater moeten die jongeren dan maar even bij een andere voorstelling gaan doen, er zijn er genoeg deze week. Sorry hoor, maar de voorstelling van vanavond, Audience van Ontroerend Goed, willen we zelf graag zien. Goed volk zie ik om me heen: de directeur van Jonge Harten, de voormalig directeur van Jonge Harten, programmeurs van schouwburgen en kleine zalen, recensenten, en veel andere doorgewinterde theaterbezoekers.
Wil er iemand iets drinken?
De horecamedewerkster van de schouwburg staat moedeloos voor zich uit te staren achter rijen koffiekopjes en theeglazen. Zo’n driehonderd jongens en meisjes van veertien, vijftien, zestien, wachten tot de zaal opengaat voor Het Portret van Dorian Gray door Theater Artemis. Maar niemand, echt helemaal niemand komt naar haar toe. Niemand wil thee, niemand wil koffie, niemand wil iets anders drinken.
Even lijkt het alsof twee jongens toch de stap gaan zetten. Niet dat ze iets willen drinken, maar ze kijken, vanaf een veilige afstand, naar de kleine stellage met m&m’s en andere zoetigheden. Ze aarzelen. ‘Hoe duur zou snoep hier zijn?’, vraagt de een. De ander geeft met een schouderophalen te kennen dat hij dat niet weet. ‘Ik vind dat we dat eerst moeten vragen’, vervolgt de eerste. De ander reageert niet. Er gebeurt verder niets. Ze gaan niet naar de counter waar de horecamedewerkster werkloos staat te zijn. En ze praten er ook niet meer over. Misschien betekent ‘ik vind dat we dat eerst moeten vragen’ in de taal van deze twee jongens wel gewoon ‘het zal wel te duur zijn.’
Honderden jongens en vooral meisjes in de schouwburg. Zouden ze hebben gekozen voor Het Portret van Dorian Gray omdat het een stuk van Oscar Wilde is?
Het is niet eng!
Op een rode sofa wacht ik samen met twee meisjes tot ik wordt gehaald voor de voorstelling. Ze kijken een beetje zenuwachtig. Vijftien, zestien, schat ik, de een blond, de ander donker. Ze zijn allebei, met fronsende blik, verdiept in het programmaboekje. Ik weet wat daar staat over A game of you van Ontroerend Goed. Daar staat: ‘In plaats van dat je letterlijk vastgebonden bent in een rolstoel zoals in het eerste deel (…).’
‘We moeten van school’, antwoordt het blonde meisje, een beetje boos, op mijn vraag.
‘Rare school dat ze jullie naar zo’n enge voorstelling sturen.’
‘Het is niet eng!’, zegt het andere meisje hoopvol maar met een angstig gezicht.
‘En we moesten naar een voorstelling van Jonge Harten, niet perse deze.’
Eerst gaat het donkere meisje naar binnen, vijf minuten later is het mijn beurt, het andere meisje moet mij om een of andere reden voor laten gaan. Ik haal even diep adem. Dan ga ik door het rode gordijn een donkere ruimte binnen.
Nee, dat klopt niet
Met een cd in mijn hand gedrukt word ik een half uur later weer door datzelfde rode gordijn naar buiten geleid. Een van de twee meisjes zit alweer op de sofa, ook met een cd in haar hand. Over de andere, de blonde, heb ik, door een doorkijkspiegel naar haar kijkend, en door actrice Maria Dafneros van Ontroerend Goed daartoe uitgedaagd, allerlei persoonlijke gegevens verzonnen. Die opgenomen zijn. Realiseer ik me nu plotseling. En op een cd gezet. Die ze straks meekrijgt … maar dan heeft dat andere meisje natuurlijk, ik kijk naar de cd in mijn hand, ja dat kan niet anders, mij moeten verzinnen.
‘En?’
‘Ik vond het heel leuk. Helemaal niet eng!’
Enthousiast vertelt ze me over haar belevenissen achter het rode gordijn. Ze vertelt me dat ik Frank heet, hoe mijn huis eruit ziet, dat ik twee kinderen heb, en vraagt me dan of dat klopt.
Nee, dat klopt allemaal niet.
Nu ze zo enthousiast over deze voorstelling is, gaat ze natuurlijk ook nog naar andere voorstellingen van Jonge Harten veronderstel ik als ze eindelijk is uitgepraat.
Een verbaasde blik: ‘Nee, we moesten er maar naar één.’
Illustratie: A game of you van Ontroerend Goed
Ook Huub Stapel, Carine Crutzen, Ria Eimers, Joris Smit, Peter Bolhuis, Tjitske Reidinga en Tamar van den Dop zijn genomineerd voor de VCSD Toneelprijzen 2011. Het volledige overzicht:
Genomineerd voor de Louis D’or 2011
meest indrukwekkende mannelijke dragende rol
Gijs Scholten van Aschat voor zijn rol als Richard in Richard III, een co-productie van Orkater en Stadsschouwburg Amsterdam. De jury spreekt over “een in alle opzichten swingende rol, waar het spelplezier vanaf spat en die uitmunt in een meeslepende helderheid.”
Jacob Derwig voor zijn rol van Pavel Protassov in Kinderen van de Zon van Toneelgroep Amsterdam, in regie van Ivo van Hove. Het jurycommentaar luidt als volgt: “Voor zijn rol als gedrongen professor, die slachtoffer wordt van zijn eigen wereldvreemdheid waaraan hij zich met verve, maar tevergeefs tracht te ontworstelen. Een rol waarin hij met een onovertroffen timing kwetsbaarheid aan schaamteloosheid paart.”
Huub Stapel voor zijn rol in De Kus van Hummelinck Stuurman Theaterbureau “Het publiek komt bij deze voorstelling in beginsel voor de acteur, maar wordt geraakt door zijn onthutsende kwetsbaarheid. Stapel schakelt licht, en weet die lichtheid vast te houden waardoor hij het publiek en zijn tegenspeelster dwingt bij hem te blijven.”
Genomineerd voor de Theo d’Or 2011
meest indrukwekkende vrouwelijke dragende rol
Elsie de Brauw voor haar rol in Gif van NTGent, in regie van Johan Simons. De jury over De Brauw: “Met minimale middelen weet Elsie de Brauw een diepe essentiële ontroering teweeg te brengen. Door haar schijnbaar moeiteloze tekstbehandeling, waar een enorme techniek aan ten grondslag ligt, wordt zij de verpersoonlijking van het verdriet, zonder larmoyant te worden.”
Carine Crutzen in De Kus van Hummelinck Stuurman Theaterbureau. Volgens de jury: “Carine Crutzen weet in dit beklemmende kamerspel veel registers binnen haar personages te bespelen. Zij is onaardig, ongemakkelijk, onzeker en vol angst, en probeert dat alles te maskeren. Haar spel en haar kracht dwingen een vanzelfsprekende stilte af, en in alles klinkt, tegen wil en dank, een gebrek aan zelfvertrouwen door.”
Ria Eimers in Augustus: Oklahoma van De Utrechtse Spelen. “Ria Eimers is in deze magistrale rol vier uur lang temend, verleidend, schmierend en bovenal overtuigend heer en meester op het podium. Zij gebruikt schaamteloos en zonder enige gêne alle middelen die haar ten dienste staan, waarbij haar geloofwaardigheid zich steeds verder ontwikkelt.”
Genomineerd voor de Arlecchino 2011
meest indrukwekkende mannelijke bijdragende rol
Rick Paul van Mulligen voor zijn rol van Nick in mightysociety8 van mightysociety, in regie van Eric de Vroedt. “Rick Paul van Mulligen geeft een bijna gevaarlijke en tegelijkertijd ontroerende gelaagdheid aan het clichébeeld van de ‘musicalnicht’”, aldus de jury.
Joris Smit in Alice in Wonderland van het Noord Nederlands Toneel. Jurycommentaar: “Joris Smit weet tussen de grote verscheidenheid aan rollen die hij hier speelt, moeiteloos heen en weer te schakelen. Hij laat fysiek sterk spel zien, en bouwt zijn aandeel op, culminerend in een prachtige finale monoloog, die door zijn energieke spel het hoogtepunt van de voorstelling wordt.”
Peter Bolhuis in Augustus: Oklahoma van De Utrechtse Spelen. “Met klein, genuanceerd en stil spel sorteert Peter Bolhuis bijzonder veel effect. De eigen, persoonlijke tragiek van zijn personage staat tenslotte voor de algehele tragiek die voor alle karakters in deze voorstelling geldt. Bolhuis heeft in zijn rol fraaie spelmomenten die grote indruk maken.”
Genomineerd voor de Colombina 2011
meest indrukwekkende vrouwelijke bijdragende rol
Lies Pauwels voor haar spel in Freetown van Dood Paard. “Een aardse en fysieke rol waarin zij de poëtische tekst van Rob de Graaf invoelbaar maakt en ze het publiek voor zich weet in te nemen ondanks de verschrikkelijke dingen die ze zegt.”
Tjitske Reidinga in Augustus: Oklahoma van De Utrechtse Spelen. Volgens de jury: “Tjitske Reidinga is in dit stuk door het noodlot zwak gemaakt en accepteert de door het lot toebedeelde rol. Zij laat haar keuze voor de berusting uiterst subtiel blijken, en heeft vooral sterke momenten in het samenspel met de actrices die haar zussen spelen.”
Tamar van den Dop in Emilia Galotti van het Nationale Toneel. Het jurycommentaar luidt: “Tamar van den Dop verdwijnt op fenomenale wijze in haar rol. Zij is de belichaming van de sterk conceptuele benadering van dit stuk. Zij speelt met minieme middelen maar met maximale uitdrukkingskracht dit vervreemdende personage en geeft het een eigen, vrouwelijke dreiging mee.”
Illustratie:
Huub Stapel en Carine Crutzen in De Kus van Hummelinck Stuurman Theaterbureau.
Behalve Nooit van elkaar van Toneelgroep Amsterdam zijn ook Freetown van Dood Paard, Sartre zegt sorry van Laura van Dolron en Kind van Alexandra Broeder te zien tijdens het Vlaams Theaterfestival 2011.
De keuze van de twaalf voorstellingen kwam als volgt tot stand: De jury, bestaande uit Eva Brems, Valentijn Dhaenens, Pietjan Dusee, Eddie Guldolf en Sarah Vankersschaever zag 500 voorstellingen, van kinder- en jeugdtheater tot dans en muziektheater, selecteerde de tien beste, en vulde die lijst aan met twee voorstellingen uit de de selectie van het Nederlands Theaterfestival.
Deze twaalf voorstellingen werden er aldus de jury uitgelicht omdat ze ‘scherpe maatschappelijke of filosofische vragen formuleren op een heldere, bijdehante, toegankelijke én artistiek inventieve en kwaliteitsvolle manier.’
Oblomov van Lazarus
Aleksei van Het Paleis
Gregoria van Bart Meulemans
Nooit van elkaar van Toneelgroep Amsterdam
(zie ook minirecensie van Melppomene )
Lethal inc. van tg Steigeisen.
Freetown van Dood Paard.
(zie ook minirecensie van Melpomene )
Warmoes van Studio Orka
Women van choreograaf Ugo Dehaes
Berckmans van De Tijd
En Attendat van Anne Teresa De Keersmaekers
Sartre zegt sorry van Laura van Dolron
Kind van Alexandra Broeder
Illustratie:
Gijs Scholten van Aschat en Chris Nietvelt in Nooit van elkaar van Toneelgroep Amsterdam (foto Jan Versweyveld)
De voorstellingen Oblomov van Lazarus en Berckmans van De Tijd zullen ook tijdens het Nederlands Theaterfestival in Amsterdam te zien zijn.
Juryvoorzitter Clairy Polak maakte zaterdagmiddag 14 mei de selectie van het Nederlands Theater Festival 2011 bekend:
Bij het kanaal naar links van De Mexicaanse Hond / Olympique Dramatique
De Kus van Hummelinck Stuurman Theaterproducties
Kinderen van de zon van Toneelgroep Amsterdam / NTGent
(zie ook de minirecesies van Iwein, Melpomene, Nike en alper)
Al mijn zonen van TA-2 en Toneelschuur Producties / Thibaud Delpeut
Natives II van Wunderbaum
Freetown van Dood Paard
(zie ook minirecensie van Melpomene)
Emilia Galotti van Het Nationale Toneel / Susanne Kennedy
Mightysociety8 van Mightysociety
(zie ook minirecensie van Witte)
Sartre zegt sorry van Het Nationale Toneel / Laura van Dolron
De storm van De Toneelmakerij & Firma Rieks Swarte
Meer info:
De site van het Nederlands Theater Festival
Illustratie:
Lies Pauwels, Ellen Goemans en Manja Topper in Freetown van Dood Paard (Foto Sanne Peper)
Geduldig luistert Jacob naar de herinneringen van zijn dementerende vrouw. Ondertussen ordent hij symbolisch haar gedachten. Omdat ze dat zelf niet meer kan. Haar opengevouwen boeken, waarmee de vloer bezaaid ligt, vouwt hij dicht, dan legt hij ze op een stapel. Langzaam. Beheerst. Totdat hij een nog maar net gemaakte stapel even vlug omver schopt. Heel even laat hij zien dat er onder zijn geduldig luisteren, geduldig helpen, en geduldig zorgen, wel degelijk ook frustratie schuilt.
Het is vanaf het begin duidelijk, en het blijft de hele voorstelling duidelijk, dat de dementerende Emma er later die dag uit zal stappen. Dat om elf uur de dokter zal komen met de spuit. We weten al meteen vanaf het begin dat Emma ervoor kiest om op tijd te zijn, de wilsonbekwaamheid voor te zijn. In het begin van de dementie, nu ze nog kan beslissen. Omdat ze al enige tijd haar boeken niet meer kan lezen, de laatste tijd de gekregen detectives ook niet meer, en omdat ze nu zelfs Nijntje niet meer goed kan volgen. Daarom wil ze dood. Daar verandert niets aan. Ze gaat niet twijfelen. Hij probeert haar niet op andere gedachten te brengen. Contact met de buitenwereld is er niet, hun enige zoon laat niks van zich horen. Ze zijn met z’n tweeën. En met z’n tweeën bereiden ze zich voor op haar dood, straks, over een paar uur.
Wat ontbreekt in De Muurspecht is een dilemma, een conflict. Dat de voorstelling desondanks het volle uur boeit, is te danken aan het acteren van Marcel Hensema. Die laat heel ingetogen de eeuwige liefde van een oude man voor zijn dementerende vrouw zien, met de trage bewegingen die bij de oude dag horen. En omdat schrijver Willem de Vlam ervoor heeft gekozen om geen ‘beren op de weg’ te laten laat komen, geen spanning in het verhaal te creëren, moeten we het daarmee doen.
Voor nieuwe recensies van RiRo moet je naar RiRoToneelrecensies. Moose sluit. Na vijftien jaar. De minirecensies, het nieuws, en de blogs zullen zichtbaar blijven en via Google te vinden. De redactie heeft ervoor gezorgd dat de site zeker nog vijf tot tien jaar als archief in de lucht blijft.