moosers

Minirecensies van js

Peter Faber doet al twee jaar deze voorstelling, geschreven door Rob Becker, een standupper uit New York die sindsdien niet meer hoeft te werken want wereldwijd een hit. In het toch wat treurig stemmende Werktheater zagen ruim 100 mensen deze aangename babbelvoorstelling. Gebabbel wekt hier dus geen irritatie omdat wat Faber zegt over de verschillen tussen mannen en vrouwen zo ontzettend raak is. Genoten ook van de gave mimiek van een rasacteur die veel meer kan dan je vermoedt op grond van Flodder en Peter Pan.

js gezien 10/12/2003

Mijn eerste Bambie-voorstelling. Het brute geweld waarmee een ridder-achtige man de deur van de keuken platloopt en vervaarlijk met een soeplepel van een meter groot gaat zwaaien is een geweldig begin van de voorstelling. Drie mannen in een keuken. Ze drinken een biertje, schrappen worteltjes en snijden paprika en doen een poging om een taart te bakken. Reuze opwindend en grappig. Het betere gooi- en smijtwerk maakt soms aangenaam plaats voor poëtische beelden. Mooi. Knap gedaan ook. Toch was twintig minuten korter nog beter geweest.

js gezien 06/12/2003

Het zelfde team dat Yasser maakte gaat hier hopeloos ten onder. Het verhaal wil maar nergens echt vonken, de regie biedt geen houvast. De vader-zoon relatie krijgt geen diepgang en de vondst van de hond, als beveiligingssysteem, is grappig maar biedt meer kansen om het verhaal indringender te maken die dus niet benut worden. Merkwaardig dat drie goede acteurs (gewei), een goede schrijver toch zo de mist in kunnen gaan als er iemand voor staat (tomaten) die onzeker is.

js gezien 04/12/2003

In een imposant, maar spuuglelijk decor met een gigantische badkamertegelachtige wand met hard blauw licht maakt Ed Wubbe zijn versie van Orfeo. Dat valt niet mee. Groepsscènes en solo’s of duetten wisselen elkaar voorspelbaar af, met soms een klein stukje tekst van een verteller(!) tussen de scènes. Het geheel blijft erg afstandelijk en raakt me geen moment. Zelfs de dansers maken geen contact met elkaar. Wel erg mooi zijn de videobeelden die soms op 48 plekken in de wand oplichten. Gewei voor Wubbes moed om een nieuwe vorm uit te proberen.

js gezien 26/11/2003

Met zijn tienen laten ze ons zien hoe klunzig veertigers zijn in het leggen van menselijke contacten. Veel onhandig gewriemel, gedans en gevrij of pogingen daartoe op het podium. Knap gedaan, maar niettemin nogal clichématig en vrijwel gespeend van enige dramatische ontwikkeling. En dat maar liefst anderhalf uur lang. In die tijd kun je ook zes doelpunten scoren. Verbazend dat de voorstelling in try out fase al uitverkoopt én stormachtig ontvangen wordt.

js gezien 19/11/2003

Een grote zwarte man gekleed in een gele overall steekt zijn hoofd tussen de rode gordijnen. Het is doodstil. Na enige seconden prevelt hij “Nederlandje”. Dat doet hij vervolgens nog een keer, maar dan steeds luider waarbij hij steeds de klemtoon op ‘tje’ legt, gevolgd door een harde lach. Een hilarisch effect. Dan gaan de gordijnen open en zien we een sober, fraai decor met slechts enkele boomstammen, meters hoog, waar bovenop een miniatuurhuisje van hout is geplaatst. In langzame scènes zien we telkens vier witte personages die het moeilijk hebben of in de war zijn. De zwarte man troost hen zonder woorden. Zijn machtige gestalte straalt zoveel rust uit dat elk personage zich uiteindelijk tegen hem aan vleit om warmte te zoeken. In de tweede scène wordt Nederland ten grave gedragen, waarbij de afscheidnemers allemaal buitenlanders zijn die elk op hun beurt een kort toespraakje houden. Van het opnoemen van alle provincies tot Denkend aan Holland van Marsman. Fraai is Igor de Russische arbeider: “je hart moet open”, maar ook heel raak is de passage waarin teksten van Slauerhoff worden voorgedragen. De slotscène is een prachtig beeld, maar overtuigt minder. In een zeer originele vormtaal laat Olivier Provily ons zien wat hij vindt van de Nederlanders. Plechtstatige klassieke muziek en opnieuw veel traagheid bepalen de sfeer in deze prachtige, beeldende voorstelling.

js gezien 08/11/2003

Pop is aangekondigd als een afrekening met popcultuur, waarin mensen gemaakt en gebreekt worden door commercie en lieden die grossieren in imago’s en zo. Dat is al niet zo’n geweldig origineel uitgangspunt, maar Azzini doet er vervolgens niets mee. De setting is wel aardig, een hoog vierkant podium waar we als publiek allemaal omheen zitten. In een razend tempo vliegen tal van hits voorbij en zien we drie danseressen. Dit duurt vrij lang en er gebeurt niets. Dan wordt het publiek uitgenodigd een make-over te doen, waar uiteindelijk drie mensen zich voor opgeven. Daarna wordt Stefan ten tonele gevoerd die zich wederom met hulp van iemand uit het publiek een ander outfit aanmeet. Tussendoor word er erg veel erg onzinnig gebabbeld met het publiek: “Hoe heet je.. wat een grappige naam is dat”. Het slotbeeld toont Stefan naakt. Geen muziek, geen actie. Een naakte man. Dat heeft dan nog wel wat, maar voor de rest is Pop een flauwe aaneenrijging van clichématige ideetjes die niet kunnen overtuigen.

js gezien 06/11/2003

Een hele fraaie is deze van Annette Speelt. In regie van Theo van Gogh maakt het jonge gezelschap een statement tegen verveling, waar het in de film vooral tegen de consumptiemaatschappij ging. Driekwart van de tekst werd geschrapt en eenmaal aan tafel wordt er niet of nauwelijks gesproken, maar geschranst en geneukt, voorzover mogelijk. Knap is dat ze dit zeker 20 minuten volhouden zonder dat de spanning wegebt. Annette Speelt is klasse omdat de spelers kunnen spelen en rustig de tijd nemen om uit te vinden wat hun het beste ligt. Na hun start met een Griekse tragedie deden ze een interpretatie van Kaas van Elsschot, nu dit en straks Richard III. Kijken waar ze uitkomen. Kennelijk is Annette Speelt ook hip want het Rozentheater zat vol, erg vol. Verdiend.

js gezien 09/10/2003

Drie mannen van midden veertig spelen drie mannen van in de zeventig. De tekst van Bodil de la Parra is niet heel erg bijzonder maar toch ook weer erg raak. Mooi wisselt ze tragiek en humor af in de verschillende scènes waarin de drie samenkomen om pratend de eenzaamheid te lijf te gaan. Het decor is vier stoelen en een tafeltje in tl licht. Alles moet dus komen van tekst en spel en dat lukt moeiteloos. Ster van de avond is Porgy Franssen die met een fabelachtige mimiek, merkwaardig mooie dictie en sterke uitdrukkingen de anderen bijkans van het toneel afspeelt. Precies goed op lengte en nergens flauw of ongeloofwaardig is Hagendissenhuid een ijzersterke voorstelling.

js gezien 23/09/2003

In een prachtig sfeervol decor met fraaie plafonnières en hoge douchegordijnen badderen vijf vrouwen vijf kwartier. Op een sopraanstem die aria’s zingt beweegt een vrouw op kunstige wijze liggend in een badkuip. We zien vooral haar benen. Leuk. Even later verandert de muziek. Up-tempo arabesque . Een van de vrouwen krijgt een flinke schrobbeurt van twee andere vrouwen. Het is hilarisch. Dat de vrouw geen uitgerekte ledematen heeft na afloop, is een wonder. Op een bepaald moment staan vier vrouwen naakt op handen en voeten op de randen van vier badkuipen. De muziek is opzwepend. Het lijkt wel een ode aan billen, in deze pose het hoogst zichtbare lichaamsdeel van de vrouwen dat ook nog eens kronkelend beweegt. Het is prachtig om te zien. Het Hans Hof Ensemble ‘onderzoekt’ wat vrouwen hebben met de badkamer. Vooral zin in seks zou een conclusie kunnen luiden. Er trekken nogal wat erotiserende beelden voorbij. Dat is zeldzaam in het theater en dus een compliment. Toch kan choreografe Andrea Boll de spanning niet de hele voorstelling vast houden. Twintig minuten korter en het was een topper geweest.

JS gezien 31/08/2003 op Lowlands
<< < 678 > >>
Syndicate content