minirecensies

Nederlandje

Nou dit vloog voorbij, niks geen uitgestrekte Provilyaanse tijd. Ik vond het te eenlagig en wat weinig. Decor te affig voor het rafelige en schurende uitgangspunt: Nederland zoals wij het kenden is overleden. Daarnaast kan ik dus niet luisteren naar zo’n Requiem in het theater, volgens mij was de box ook niet afgesteld op Klassiek. Maar gewei voor de intentie politiek theater te maken en de heerlijke kachel geuren.

Floortje gezien 06/12/2003

Ik heb ontdekt dat ik allergisch ben voor “de politieke boodschap” als theatraal ding, vooral omdat het vaak zo gratuit is. Ook bij ‘Nederlandje’ had ik het idee dat er lekker voor eigen parochie gepreekt werd, ‘No Logo’ van Naomi Klein op schoot, en fijn antiglobalistisch gelijk hebben met z’n allen (tomaten!).
Als je dit allemaal wegdenkt, is het eigenlijk een leuke, mooie voorstelling. Regisseur Olivier Provily durft tijd te nemen en logica overboord te zetten (geweien!), hoewel hij dat dan weer minder deed dan bij een eerdere voorstelling die ik van hem zag. Hier en daar deed de voorstelling me echt wat, en dat is al heel mooi (geweien!).
Ik denk dus dat het een goed idee zou zijn als Provily zich hierop richt, en niet teveel boodschap door onze (laat ik voor mezelf spreken: mijn) strot moet willen duwen. Dat betekent dus ook dat hij niet van tevoren een enorm interview in Vrij Nederland moet geven waarin hij genoemde boodschap er nog dikker bovenop legt (tomaten!). Verder vooral zo doorgaan.

Paulien gezien 06/12/2003

Echt een voorstelling die een jaar eerder behoorlijk indruk had kunnen maken. Nu vond ik ‘m vooral overdreven, iets te traag, maar soms ook wel ontroerend. Vooral de naakte mensen die weglopen bij het Rex Tremendae van het Requiem van Mozart vond ik wel erg pathetisch en overdreven dramatisch. En waarom? Alleen maar omdat het mooi is? Dat werkt alleen vlak na een traumatische gebeurtenis, zoals de dood van Fortuyn…

AD gezien 03/12/2003

Een grote zwarte man gekleed in een gele overall steekt zijn hoofd tussen de rode gordijnen. Het is doodstil. Na enige seconden prevelt hij “Nederlandje”. Dat doet hij vervolgens nog een keer, maar dan steeds luider waarbij hij steeds de klemtoon op ‘tje’ legt, gevolgd door een harde lach. Een hilarisch effect. Dan gaan de gordijnen open en zien we een sober, fraai decor met slechts enkele boomstammen, meters hoog, waar bovenop een miniatuurhuisje van hout is geplaatst. In langzame scènes zien we telkens vier witte personages die het moeilijk hebben of in de war zijn. De zwarte man troost hen zonder woorden. Zijn machtige gestalte straalt zoveel rust uit dat elk personage zich uiteindelijk tegen hem aan vleit om warmte te zoeken. In de tweede scène wordt Nederland ten grave gedragen, waarbij de afscheidnemers allemaal buitenlanders zijn die elk op hun beurt een kort toespraakje houden. Van het opnoemen van alle provincies tot Denkend aan Holland van Marsman. Fraai is Igor de Russische arbeider: “je hart moet open”, maar ook heel raak is de passage waarin teksten van Slauerhoff worden voorgedragen. De slotscène is een prachtig beeld, maar overtuigt minder. In een zeer originele vormtaal laat Olivier Provily ons zien wat hij vindt van de Nederlanders. Plechtstatige klassieke muziek en opnieuw veel traagheid bepalen de sfeer in deze prachtige, beeldende voorstelling.

js gezien 08/11/2003

“Het waren gelukkig maar vrijkaartjes”, zeiden de dames naast mij tegen elkaar. Zo erg vond ik het nou ook weer niet, maar dit was my-first-Provily en ik ben niet dolenthousiast geworden. Niet dat ik geshockeerd was van het overdadige/functieloze bloot, hoor. Maar de scènes waren me ofwel te nietszeggend danwel te theatraal. Hmmm, bestaat er eigenlijk zoiets als ‘te theatraal’ in het theater? Okay, dan toch één gewei, omdat het me aan het denken zette over deze vraag. En voor de Slauerhoff-voordracht!

appelmoose gezien 06/11/2003