Bij de vrouwen heb ik dat niet, maar van de kostuums van de mannen wordt ik een beetje lacherig. Het lijkt ook wel of die kostuums de acteurs af en toe verleiden tot oubollig gedoe. Of ze hun manier van acteren eraan aanpassen zodat ze ook de binnenkant van hun cape aan ons kunnen tonen. Een zeer onderhoudende voorstelling overigens, het drama boeit me echt. Helemaal geen spijt dat ik ben gegaan. Hoewel ik was gewaarschuwd dat ik maar de halve voorstelling zou zien. De twee vorstinnen (en hun raadgevers) moeten namelijk (nogal vaak) kordaat, zelfbewust en met ferme grote stappen hun opkomst maken. Op een veel te klein vloeroppervlak. Na afloop hoor ik zelfs dat van de meer dan tien meter in Den Haag, ze er in het Compagnietheater in Amsterdam er nog niet eens twee hebben om dat te doen (de draaischijf neemt alle ruimte al in beslag). De helft van het decor bleef ook nog eens achter, past ook niet. Zeer onderhoudend, dat wel dus, maar om het volledige koninginnedrama te zien zou ik eigenlijk nog een keer in Den Haag moeten gaan kijken.
Wat betreft de vorm sluit de voorstelling voor de pauze aan op die van de Proust-cyclus (technisch indrukwekkend en van grote schoonheid) na de pauze wordt de lijn van Bezonken Rood doorgetrokken (soberder al en afstandelijker). Met die vorm kan ik wel leven. Het is de inhoud die me ontgoochelt. Van intelligente voorstellingen houd ik wel, maar dit is niet intelligent. Dit is erudieterig en intellectuelerig en nogal pretentieus. Zijn Lanoye (tekst) en Cassiers (regie) verlamd geweest door angst voor een mogelijk lange koude Winter na de recente gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen? Hoe is het anders te verklaren dat ze tot de naïeve analyse zijn gekomen dat het xenofobe spook dat door hun stad waart precies dezelfde is, en theatermakers voor precies dezelfde dilemma’s plaatst, als in Duitsland aan de vooravond van het fascistische bewind? Of ben ik het die naïef is? Is Mefisto for ever juist een geniale voorstelling? Laten Lanoye en Cassiers bewust ook hun eigen ‘foute keuzes’zien? Spiegelen tekst en regie daarmee uiterst geraffineerd het dilemma van het personage Küpler, die klem zit tussen zijn liefde voor theater en de realiteit van de politiek-maatschappelijke ontwikkelingen? Is het gewoonweg té geniaal voor mij? Dat kan.
Goed tot heel goed acteerwerk, een mooi toneelbeeld en een rustig verteltempo. Toch wordt in de eerste pauze hier en daar gemopperd over het moeilijke eerste deel. Het tweede deel is voor iedereen helder, een verhaal rondom een centraal en goed invoelbaar conflict, dat van Ifigeneia tegenover Orestes en Elektra. Het derde deel ook, met de wraakgodinnen tegenover Athena. Het is regisseurstoneel dus alles mag. Waarom dan ook niet in het eerste deel een centraal conflict zou je zeggen. Ik noem maar wat, er zijn vast betere opties, de innerlijke strijd van Pylades (ik beken ik wil die mooie stem van Eelco Smit horen!). Ik begrijp het gemopper wel. Het eerste deel is een mooi verwoorde en goed gespeelde, maar erg uitvoerige en ook wat steriele opsomming. Lastig voor niet-gymnasiasten (zie MvW hieronder). Gelukkig heb ik niet zo lang geleden Barry Unsworth, The Songs of the Kings, Penguin Books, 2003, gelezen. Een briljante roman over Griekse helden en goden. Dus voor mij is het allemaal goed te volgen.
De pers is lovend. Hier op Moose juicht iedereen. En ik? Ik juich gewoon heel hard mee. Mug Inn vond ik een heerlijke belevenis. Mijn eerste Mug zo’n anderhalf jaar geleden (ik was er wat later bij dan Vanessa) beviel me helemaal niet. De tweede keer ging het iets beter. Al ergerde ik me toen aan de kinderachtige grappen over succesvolle Nederlanders. Dat was Quality Time. Maar nu. Een hele goede, scherpe, actuele en volwassen tekst van Joan Nederlof. Een strakke regie van Lineke Rijxman. Snel en flitsend spel. En die aansteker/flessenopener doet het ook nog. Wat zou ik nog meer kunnen wensen?
Is deze voorstelling eigenlijk al af? Die vier geweien geef ik nog maar even onder voorbehoud. Torquato Tasso wordt vandaag niet in De Snijzaal gespeeld, maar voor het eerst in een theater. De acteurs zeggen hun tekst eerst in het donker, links en rechts van het podium. Later komen ze gelukkig in het licht, komt er actie en wordt het spel gaandeweg fysieker. Ik kom nog maar net kijken, het is zelfs pas mijn tweede Barre Land. Toch heb ik het gevoel dat dit wel eens iets heel moois zou kunnen worden. Voor de problemen met de slechte verstaanbaarheid aan het begin zal wel een oplossing komen. Ook kunnen de prinses, de gravin, de hertog en de heer Montecatino, de een wat meer dan de ander, vast nog wel ietsje beter dan vanavond. Dan zal het spel van Martijn Nieuwerf als Tasso ook ietsje minder ver boven dat van de anderen uitsteken. Want met zijn meer dan voorbeeldige tekstbehandeling en met zijn subtiele maar veelzeggende lichaamstaal is Nieuwerf geweldig op dreef. Precies de dichter Torquato Tasso die ik me die door het luisteren naar Goethe’s fraai vertaalde zinnen voorstel.
Wat ik zou moeten zien is het verhaal van de vertwijfeling van een al wat oudere docente van een toneelschool, die moeite heeft met de oprukkende commercie en de invloed daarvan op haar leerlingen. Maar dat zie ik niet. Ik zie niet docente Magda die lijdt, ik zie Ria Eimers die lijdt. Ze lijdt omdat haar rol zo ontzettend leeg is. Ze lijdt omdat ze die stomme liedjes en dat belachelijke gedoe met die achterdoeken haat. Ik zie ook de ontstellende woede die Nanette Edens van het podium laat spatten. Niet omdat dat bij haar personage past, maar omdat ze tegen beter weten in blijft vechten om er nog wat van te maken. Misschien was het allemaal wel anders geweest als Frans Strijards zijn tekst zelf had kunnen regisseren in plaats van machteloos te moeten toezien en er uit wanhoop nog maar eentje te nemen. We zullen het nooit weten. Voor mij is het niet zo erg, voor mij is het na twee uur voorbij. Maar wat regisseur Matthijs Rümke zijn acteurs durft aan te doen. Die moeten nog tot half januari volgend jaar door. Alle tomaten zijn dus voor Rümke. Het ene gewei is voor de moed van Nanette en als troost voor de andere acteurs.
Meer dan tien scènes en scènetjes uit de (toneel)literatuur in drie uur. Met een paar korte pauzes waarin we even op adem kunnen komen met water, wijn of wodka. Al met al is het een zeer boeiende, erg humoristische, maar niet zo heel evenwichtige voorstelling. Logisch zou je zeggen met zoveel verschillende stukken van zulke verschillende schrijvers. Hoogtepunten zijn, in ieder geval vanavond, Acte sans Paroles van Beckett, de dialogen naar teksten van Philip Roth, Pitten van Herman Heijermans, en vooral het hilarische De Elektrotechnici van Karl Valentin (de ladderact). Want als er af en toe wat mis gaat, en er gaat af en toe wat mis, worden de hilarische stukken hilarischer en de komische komischer. Wat ik in de voorstelling mis, is iets, behalve de drank, dat de overgangen wat soepeler maakt. Mag ik om duidelijk te maken wat ik bedoel een vergelijking maken met een andere voorstelling? Door de gekozen vorm en door de prominente plaats die Pitten daarin inneemt, is dat eigenlijk onvermijdelijk.
(Zie dus: Kleine Ondervraging, een voorstelling van Comp. Marius.)
Hè? Nu pas een recensie over die voorstelling? Ja, in verband met April is the cruellest month moet dat even. Comp. Marius brengt die middag in juni (de keuze van de scènes is elke dag anders) scènes van de toneelschrijvers Bernard, Charms, Heijermans, Rijnders en Schnitzler. Nogal theoretische fragmenten uit Alberto Manguel’s verhandeling De Geschiedenis van het Lezen leggen samen met clowneske changementen de verbindingen en zorgen voor de rode draad. De (domme) inspiciënt uit Pitten, Heijermans souffleursdrama, houdt met terzijdes het niet zo met toneelliteratuur vertrouwde deel van het publiek bij de les. (Slimme) toeschouwers die vinden dat ze voor zulke onzin veel te intelligent zijn, hebben ondertussen een hele kluif aan de inhoud van de voorgelezen fragmenten en ze worden ook nog eens alert gehouden met een quiz (vandaar de titel). Binnen dit vernuftige raamwerk lopen de vijf scènes heel intelligent en toch lekker soepel in elkaar over. Bovendien worden ze op een sterke, humoristische en toegankelijke manier gespeeld. Dit is echt een perfecte manier om scènes uit de (toneel)literatuur voor iedereen (zowel voor kenner als voor niet-kenner) op de planken te brengen.
(Zie ook: April is the cruellest month, een voorstelling van ‘t Barre Land)
Dat kan dus ook! Vermaak op hoog niveau! NT Gent maakt van een barok stuk van de Spaanse toneelschrijver Calderón de la Barca (1600-1681) zeer geslaagd en lekker luchtig muziektheater. Zonder de inhoud geweld aan te doen. En dat dan ook nog eens allemaal in een weldadig trage enscenering. Heerlijk! Lichtvoetige bewegingen van de acteurs, hun woorden (op rijm) en hun ach’s en o’s en hun tsj’s vormen samen met uiterst welluidende klanken van gamba’s, luit, klarinet en tenor (Christoph Homberger) een organisch en harmonieus geheel. Schitterend ogend en heerlijk klinkend. Ook dankzij het voortreffelijke geluidsontwerp van Will-Jan Pielage natuurlijk. Hoewel alle muzikanten heel goed zijn en alle acteurs meer dan overtuigen, verdient Steven van Watermeulen een speciale vermelding. Zijn tekstbehandeling is perfect, en zijn mimiek en gesticulatie zijn werkelijk om van te smullen. Wat een verrukkelijke voorstelling!
Dan rest me nu nog een diepe buiging te maken voor regisseur Johan Simons!
Komt het verhaal slechts bij vlagen tot leven? Dat vindt Kester Freriks van NRC Handelsblad. Of heeft Hein Janssen van de Volkskrant gelijk en is het eredivisietoneel, vooral door een excellerende Ariane Schluter? Hermann Broch (1886-1951) schreef een verhaal waarin een dienstmeid de geschiedenis van haar begeerte vertelt. Een verhaal over lust, over jaloezie, maar vooral over liefde. Ik kende het verhaal niet. Misschien zou ik het zelfs wel niet eens hebben uitgelezen omdat de mathematische vertelstructuur ervan me zou hebben gestoord. Maar door het goed getimede acteren van Ariane Schluter en door de subtiele interactie met trombonist Koen Kaptijn boeit het levensverhaal van de dienstmeid Zerline me toch. Van het begin tot het einde. Ik vind het een goede voorstelling.
Geduldig luistert Jacob naar de herinneringen van zijn dementerende vrouw. Ondertussen ordent hij symbolisch haar gedachten. Omdat ze dat zelf niet meer kan. Haar opengevouwen boeken, waarmee de vloer bezaaid ligt, vouwt hij dicht, dan legt hij ze op een stapel. Langzaam. Beheerst. Totdat hij een nog maar net gemaakte stapel even vlug omver schopt. Heel even laat hij zien dat er onder zijn geduldig luisteren, geduldig helpen, en geduldig zorgen, wel degelijk ook frustratie schuilt.
Het is vanaf het begin duidelijk, en het blijft de hele voorstelling duidelijk, dat de dementerende Emma er later die dag uit zal stappen. Dat om elf uur de dokter zal komen met de spuit. We weten al meteen vanaf het begin dat Emma ervoor kiest om op tijd te zijn, de wilsonbekwaamheid voor te zijn. In het begin van de dementie, nu ze nog kan beslissen. Omdat ze al enige tijd haar boeken niet meer kan lezen, de laatste tijd de gekregen detectives ook niet meer, en omdat ze nu zelfs Nijntje niet meer goed kan volgen. Daarom wil ze dood. Daar verandert niets aan. Ze gaat niet twijfelen. Hij probeert haar niet op andere gedachten te brengen. Contact met de buitenwereld is er niet, hun enige zoon laat niks van zich horen. Ze zijn met z’n tweeën. En met z’n tweeën bereiden ze zich voor op haar dood, straks, over een paar uur.
Wat ontbreekt in De Muurspecht is een dilemma, een conflict. Dat de voorstelling desondanks het volle uur boeit, is te danken aan het acteren van Marcel Hensema. Die laat heel ingetogen de eeuwige liefde van een oude man voor zijn dementerende vrouw zien, met de trage bewegingen die bij de oude dag horen. En omdat schrijver Willem de Vlam ervoor heeft gekozen om geen ‘beren op de weg’ te laten laat komen, geen spanning in het verhaal te creëren, moeten we het daarmee doen.
Voor nieuwe recensies van RiRo moet je naar RiRoToneelrecensies. Moose sluit. Na vijftien jaar. De minirecensies, het nieuws, en de blogs zullen zichtbaar blijven en via Google te vinden. De redactie heeft ervoor gezorgd dat de site zeker nog vijf tot tien jaar als archief in de lucht blijft.