Tom Lanoye for president, Johan Simons in het Catshuis en ZTHOllandia forever!
De liefde moet het, in dit stuk van Racine, weer eens afleggen tegen wetten en praktische bezwaren. Keizer Titus wil wel, maar mag niet trouwen met Koningin Berenice. Wederzijds vertrouweling Antiochus lijdt intussen aan zijn vruchteloze liefde voor deze vrouw.
tg Stan heeft er iets bijzonders van gemaakt. De spanningen van de personages zijn vakkundig op hedendaagse smaak gebracht. Bovendien zitten de toeschouwers op krukjes die regelmatig over het speeloppervlakte zijn verspreid. De acteurs bewegen zich ertussen door. Ook ruimtelijk wordt zodoende op de huid gespeeld. Daar staat tegenover dat het gebruik van het engels een enigszins vervreemdend effect heeft.
Na het eerste deel -dat lijkt op pianissimo gespeelde andante muziek binnen één accoord- wordt het de laatste twintig minuten sneller, heftiger en emotioneler.
tg Stan heeft mij dunkt, fascinerender producties afgeleverd, maar is zó goed dat ook deze weer ‘prachtvoll’ was.
In een slechte bui kun je over deze voorstelling zeggen: “een didactische beeldroman van het nieuwe conservatieve moralisme”. Want er zijn misschien een paar ‘leermomenten’ teveel. Maar het is er wel eentje met een simpel, krachtig toneelbeeld. Met fraaie belichting en effectief geluid. En doeltreffend gebruikte videoschermen. Ook de drie vertelsters werkten. Alle elementen, inclusief het goed tot uitstekend acteren, kloppen. De nuchtere regiekeuzen van Doesburg hebben er een bijna perfect geheel van gemaakt. Dit is een productie waarvan de beelden beklijven en de heldere theses tot weerwoord verlokken. Houllebecq is namelijk, wat mij betreft, een schrijver om het mee oneens te zijn. Maar déze bewerking in déze regie is om van de genieten (Ik ben overigens wel heel benieuwd naar Elementarteilchen van Simons/ ZTHollandia). O ja, het gaat over twee halfbroers waarvan de één, Michel, het bij de ratio en de ander, Bruno, het in de lust zoekt. Beide wegen lijken (blijken) dood te open.
“Honey” is de ramprol in dit meesterwerk. Zonder ruimhartige hulp en bijstand van de regie wordt dat een onmogelijke opgave. Voor elke actrice, en zeker voor een betrekkelijk onervaren actrice. Al helemaal als George gespeeld wordt door een geweldenaar die alle aandacht wegzuigt. Bij De Koe gaat dat niet goed, las ik bij Iwein (lees die Mooser!) en bij O.T. loopt dat ook fout af. Sorry, veel woorden voor één minpunt. Want overigens is het wat het hoofdgerecht betreft, smullen geblazen. Deze Martha en George verkennen de elasticiteit van hun liefdesrelatie totaal. En blijken uiteindelijk droever en wijzer meer dan boos en vilein. Met een Bert Luppes die de hele gespannen ingewikkeldheid van zijn personage tot uitdrukking brengt. Subtiel én heftig - geweldig!
Het duurde maar vijf kwartier, maar ik had alle tijd om te denken aan “Die Stunde, da wir nicht von einander wussten” ( Peter Handke), de 100 kilometer die me scheidden van mijn slaapplaats en de volgende voorstelling die we gaan zien. Echt geboeid was ik dus niet. Dat ligt aan mij. Maar toch twee tomaten om me op te luchten! Daar staat tegenover dat er in het mozaiek waar de voorstelling uit bestaat, heel knappe staaltjes te zien waren. De choreografie in het eerste deel bijvoorbeeld. De act van de gebochelde, vooral. En de georkestreerde kakofonie van talen. Het licht en het decor niet te vergeten. En natuurlijk de aanstekelijke slappe lach van één van de toeschouwsters. Ongetwijfeld is er ook veel spiritualiteit voor mij verborgen gebleven. Dus, voor al die, niet helemaal aan mij bestede, professionaliteit, voeg ik de vier geweien die mijn metgezellen deze voorstelling voluit gunden, toe.
Wat je er ook van kan zeggen, de voorstellingen van De Paardenkathedraal laten je niet onberoerd. Drie onzer vonden na afloop dat dit absoluut de laatste keer moest zijn, twee, waaronder ik, waren enthousiast. Trouwens, meestal leveren de producties, bij Moose, veel tomaten of veel geweien op. Persoonlijk heb ik dat ook: destijds vond ik Tartuffe geweldig, maar bijvoorbeeld van Equus en Spoken was ik niet kapot. De Vader daarentegen is, wat mij betreft, weer helemaal okay. Omdat Paula Bangels de code heeft gevonden om een zweedse negentiende eeuwer, in de eenentwintigste eeuw overtuigend te laten klinken. Bij mij althans werkten bijvoorbeeld de merkwaardige, lachwekkende, tics die de mannelijk personages in hun spel hadden verwerkt. Daarmee wordt de destijds veronderstelde mannelijke superioriteit effectief als een povere maniertje ten toon gesteld.Het laat zien dat dochters en vrouwen blijkbaar al vóór de feministische golven hun mannetje konden staan. En dat de strijd der sexen meedogenloos maar tegelijk lachwekkend en dramatisch is.
De vraag is: hoe provinciaals is het Amsterdamse theaterpubliek. In ieder geval waren er schandelijk weinig mensen in Bellevue naar “All for love” komen kijken. Da’s heel jammer, want die hebben een prachttekst die een genot voor het oor was, een geweldige Cleopatra die ook nog een genot voor het oog was en veel theatrale waar voor weinig geld wat een genot voor de homo economicus in mij was, gemist. Misschien te veel geluisterd naar het regionale Parool ( “flauw, melig en matig”) in plaats van naar de metropool (NRC: vlot, spitsvondig, speels; Volkskrant: helder, soepel)? Gelukkig is er nog redding mogelijk. (PS: Die ene tomaat is voor het feit dat er in sommige lappen tekst wel wat gewied had kunnen worden).
Er zijn wellicht oorspronkelijker gedachten en diepzinniger teksten denkbaar dan die van “… iets over de liefde”. Maar de poëtische tover die de geamuseerde waarnemer vanuit het hiervoormaals ( een prachtvondst), de tobbende Anna en de schutterende ‘Ndrik ons voorzetten, was geweldig. Ze brachten meer dan “iets” over de cliché’s van de liefde over het voetlicht- ik was kortom anderhalf uur betoverd door Katelijne Verbeke, Peter de Graef en een engelachtige tele-Pepijn Caudron. Het smaakt naar meer.
Een avondje vingeroefeningen en improvisaties van twee toppers - daar lijkt “brünhilde 40+” een op. Het moet voor de “mug” altijd actueel (Linaesstraat?), humoristisch (de valsheid van een lieve nicht), fysiek (Bibi op haar hurken), persoonlijk (de cutthroat competitie) en open zijn. Nou dat was er allemaal. Maar eenheid of samenhang was ver te zoeken. Het zwabberde inhoudelijk van kant, schopenhauer en safranski, naar abu graibh en linnaeusstraat, tot joop van de ende, jeanine brogt en de benen van halina reijn, en nog veel meer. Bij de volgende uitgave van “heldinnen” moet joan nederlof er wat mij betreft bij staan, maar niet op grond van deze te flodderige productie.
Een stampvolle zaal, een aandachtig gehoor en een ovationeel applaus. Nanette Edens kreeg het voor elkaar - en terecht! In opdracht van de regisseur (die vermoedelijk nooit mijn favoriet zal worden) verwoordde zij de twee stemmen ( vrouw en haar psychiater). Bovendien was het haar blijkbaar verboden om ook maar één stap te verzetten. Een tikkie overdreven allebei, lijkt mij. Zowel in Londen als Parijs, las ik, deden ze dat wat minder streng. Dat had ik eigenlijk nog liever gezien. Maar mijn bewondering voor de actrice en de schrijfster is te groot om met een tomaat te gaan gooien.
Voor een zaal vol fans in de Toneelschuur verkenden de drie mannen van Het Volk opnieuw de sores van “drie verdrietige eenzame mannen” aan de rand van de samenleving.Stengel, Koek en de Vries zijn uitgerangeerd en troosteloos.
Dat verandert niet als ze elkaars gezelschap zoeken door een gemeenschappelijke oudejaarsavond.
Echt fascinerend wordt het ook niet voor de toeschouwer. Het stramien van Het Volk is al jarenlang hetzelfde, het onderwerp langzamerhand wel een beetje uitgekouwd en de uitvoering iets te statisch.