Voorwaar, het zijn geen opbeurende voorstellingen op het theaterfestival (behalve Isabella’s Room dan), dit is trouwens al de tweede over zelfmoord. Ook op ander vlak is het niet altijd een feel-good evenement. Anderhalf uur kijken en luisteren naar iemand die met vele stiltes een tekst staat op te zeggen en daarbij roerloos op dezelfde plaats blijft staan, het vergt wat van de toeschouwer.
Maar er is in de eerste plaats die tekst van Sarah Kane. Zoals Crave is dit een verzameling van soms poëtische, soms confronterende, soms verrassende stukjes tekst. Ze zijn als schimmen in een grote leegte, komen en gaan en laten je nooit los. Ver van de normen die we dagdagelijks hanteren, zijn ze akelig herkenbaar en boren zich in je hersens. Ook hier weer de thema’s die gans haar werk karakteriseren : dood, geweld, geestesziek. Wanneer de tekst een repetitief karakter krijgt doet het sterk aan Peter Handke denken. In andere fragmenten past ze dan weer perfect in de reeks Britse theaterauteurs die sedert Edward Bond hun inspiratie in de zelfkant van de menselijke geest zochten : the in-yer-face theatre.
Er is in de tweede plaats het feit dat deze tekst, die hoofdzakelijk over zelfmoord, gaat de laatste tekst is van een auteur die kort erna inderdaad zelfmoord pleegde. Onvermijdelijk beïnvloedt deze wetenschap je als toeschouwer. Zou je anders aankijken op deze tekst als het niet duidelijk het testament van een zelfmoordenares was?
In de derde plaats is er Nanette Edens. Hoeveel verschillende stemmen Sarah Kane voor ogen had zal wel nooit duidelijk zijn (in Crave is dat al evenzeer een raadsel) maar Olivier Provily opteerde ervoor om ze allemaal door één stem te laten zeggen. Nanette Edens doet dat schitterend, de dialogen maakt ze met kleine gebaren toch zichtbaar, alsof één stem een eerder gesprek terug in herinnering brengt. Ze weet de aandacht gaande te houden door een immens inlevingsvermogen en een grote zeggingskracht. Zelfs fysisch is het niet moeilijk om in haar Sarah Kane te zien.
Een moeilijke maar zeker beklijvende voorstelling. Als dit doorzet zal het Zuidelijk Toneel zijn rechtmatige plaats in het theaterlandschap in de kortste keren herveroverd hebben.
Gezien in Antwerpen, volkomen verbluft door de scherpe meeslepende monoloog vol verassende wendingen en het felle subtiele spel.
Sinds tijden niet zo genoten. Nieuwe regisseur en dus een nieuwe episode blijkt nu.
Beklemmend, beklijvend, overtuigend. Dat gekmakende denken in kringetjes, ijzersterk neergezet door zowel tekst als actrice. Een bewonderenswaardige prestatie van Nanette Edens. Zo’n solo gaat je vast niet in de koude kleren zitten.
Kennelijk wordt algemeen gedacht dat dit stuk over Sara Kane gaat. Maar is dat relevant? Het is een zeer treffende observatie en beschrijving van iemand die zichzelf te gronde denkt, wellicht met eigen elementen van Kane.
‘t Was gewoon genoeg om herkenbaar te zijn en dan weer zo gek dat het beangstigde of irriteerde. De heldere momenten, de zelfreflectie maakten het personage compleet en overtuigend.
Kortom: sterk stuk, consistent, verontrustend, zeer goed gespeeld. Zien dus.
Een stampvolle zaal, een aandachtig gehoor en een ovationeel applaus. Nanette Edens kreeg het voor elkaar - en terecht! In opdracht van de regisseur (die vermoedelijk nooit mijn favoriet zal worden) verwoordde zij de twee stemmen ( vrouw en haar psychiater). Bovendien was het haar blijkbaar verboden om ook maar één stap te verzetten. Een tikkie overdreven allebei, lijkt mij. Zowel in Londen als Parijs, las ik, deden ze dat wat minder streng. Dat had ik eigenlijk nog liever gezien. Maar mijn bewondering voor de actrice en de schrijfster is te groot om met een tomaat te gaan gooien.
Een tour de force van Nanette Edens. Wat een beheersing en wat een fenomenale actrice is dit. Niets dan lof; ik heb met open mond zitten kijken af en toe.
Maar dan het stuk…..ik heb steeds maar zitten twijfelen tussen: meesterwerk en topzwaar misbaksel. Ik neig enigzins naar het laatste na een nachtje slapen. Dat neemt niet weg dat er enkele onvergetelijke momenten in zitten: de opsomming van medicatie zal ik niet licht vergeten.
De opening van stilte was ongemakkelijk, mede door de buitengewoon vervelende zaal. Kunnen mensen zich niet meer concentreren tegenwoordig? Je zal daar staan als eenzame Nanette met die hele monoloog nog voor je en er barsten mensen in gelach uit? Verder: 2 mobiele telefoons (GGGRRRR) en als klap op de vuurpijl de technicus wiens telefoon stoorde op de geluidsinstallatie (dus een beltoon tijdens de finale!!!)
Ik schaamde me een beetje, maar had toch een mooie, maar pijnlijke avond.
Een voorstelling als een strenge winter: koud, maar weldadig. (metafoor: Billy S)
De tekst vond ik maar niks. Alleen door me heel sterk te verplaatsen in de pathetische leefwereld van een aan depressies en psychische stoornissen lijdend kind van in de twintig, en daarbij ook in het oog houdend dat je van zo iemand niet teveel uitgekristaliseerde communicatie mag verwachten, kon ik er iets mee. Maar dat was wel veel gevraagd! (“Ik heb altijd van je gehouden, ook toen ik je haatte” - dat werk.) De vertaling was stylistisch consequent, maar wel wat abstract.
De regie van Provily, een statische monoloog, maakte het er niet makkelijker op. Hij had er geen zachtgekookt -, maar een hardgekookt ei van gemaakt. Al met al was de voorstelling dus een regelrechte strafexpeditie.
Maar door Provily’s onverschrokken consequentie keerde het zich uiteindelijk ten goede. Het harde werken op de stoel verschafte, hoe calvinistisch het ook klinkt, plezier. En ook het voelen smelten van mijn weerstand tegenover het geheel, vond ik een sensatie. En tegen het einde werd het spel van Nanette Edens zo krachtig en enigmatisch dat het geheel me volledig te pakken kreeg.
Kortom, voor mij was deze voorstelling vooral een persoonlijke ervaring, en ik denk dat ze dat, als vanzelf, ook voor anderen zal zijn.
En het begon zo mooi! De stilte waarin je je af gaat vragen waarom mensen niet 1 seconde stil kunnen zitten. Maar dan gebeurt er verder niks. Een stortvloed van woorden die veel te monotoom naar je toe worden geslingerd, zonder dat ze je ooit echt raken. Het ligt niet aan Nanette Edens, want ik bewonder haar wel dat je anderhalf uur zo stil kunt staan, met zo’n lastige tekst, hiervoor ook het gewei.
Olivier Provily heeft als hij zo doorgaat waarschijnlijk niet zo’n lange carriere als regisseur.
Hoe kun je een prachtige tekst, want dat is het, zo ontkrachten? De tekst zit vol met uitdagingen die helemaal te niet worden gedaan door deze uitvoering als monoloog. Gelukkig voor mij was het mijn eerste keer in Frascati, zodat ik tenminste de ruimte nog kon bekijken als enige verandering van spijzen. Een dikke onvoldoende, alleen te danken aan de ontkrachting van de tekst.