Ik ben pissig.
RdMP is helemaal niet een opera maar een double bill van 1. de opera ‘Korpernikus’ en 2. een presentatie getiteld ‘Marco Polo’ van geselecteerde muziekstukken door dezelfde componist (Vivier). ‘Kopernikus’ Rockt als een Moker, ‘Marco Polo’ zuigt met lange tanden.
Regisseur Audi had voor Kopernikus de moeite genomen een enscenering te maken (die, zoals vermeld, heerst), maar had zulks verzuimd te doen voor ‘Marco Polo’. Deze laatste verzandde dus in een soort concertante uitvoering in een tweedehands decor, waarbij ook nog eens driekwart van de tijd, zonder dollen, geen stervelijke ziel op de vloer te zien was. Er gebeurde werkelijk waar een uur lang geen ene mallemoer! Nu vind ik de muziek van meneer Vivier persoonlijk geen bal aan, dus eenvoudige zielen als ik moeten het dan van de scène hebben.
Bij Kopernikus was die bijvoorbeeld dik in orde. Mensen déden wat, hadden geinige pakjes aan en fopneuzen op, het was verder ook nog eens een zootje op de vloer en dan heb je mij al snel op je hand, want ik ben een eenvoudig mens met simpele geneugten. In ernst: Kopernikus is een schitterende voorstelling die een beschaafd mens gezien moet hebben.
De score luidt dus: 3 geweien voor Kopernikus, die er vijf waren geweest als ze het bij Kopernikus hadden gelaten. Marco Polo daarentegen was zo een gênant slecht idee, dat… nouja. Ik hou erover op.
Met name de voorbespreking was erg indringend en buitengewoon goed gedaan. Een ademloos publiek zat te luisteren naar vier personen die persoonlijk betrokken zijn bij de asielprocedures in Nederland. Daar blijkt dus geen hout van te kloppen. Een rechtsbescherming voor het individu van likmevestje blijken we in dit land te hebben. Als het goed is duurt het niet lang voordat het Europese Hof in Straatsburg ons een waarschuwing geeft. Ik hoop dat er in ieder geval snel iets gaat gebeuren.
De voorstelling was verder niet smashing, maar de boodschap wel buitengewoon nobel. Mooi vond ik ook dat, doordat het een Griekse tragedie was die gespeeld werd, het vluchtelingenvraagstuk werd neergezet tussen de grote vragen en emoties van het leven. Dat Sellars uiteindelijk zijn spirituele boodschap in een driedelige programma als een handige koopman verspreidde, vond ik om inhoudelijke en politieke redenen dan ook prima.
Ik sluit me volledig aan bij de eerdere minirecensie van WdV. Ik was alleen minder voorbereid, wist niet echt wat het was wat ik ging zien. Voor de pauze heb ik me goed vermaakt met het eerste deel Kopernikus. Ja, het was allemaal wel heel erge KunstKunst, maar de muziek was mooi, het spel tussen zangers en instrumentalisten leuk om naar te kijken, ik vermaakte me wel. Vervolgens het diner: dat was niet echt speciaal: erg lang in de rij en vervolgens in een ongezellige ruimte (het oude Transformatorhuis van Toneelgroep Amsterdam: binnenkort Cosmic?) aan lange tafels bakken noedels wegwerken. Daar hadden ze meer van kunnen maken. Daarna de echte Reves de Marco Polo. Waar Kopernikus er nog in slaagde ontoegankelijke moderne muziek interessant over te brengen, lukte dat Marco Polo absoluut niet. Saai, saai, saai, langzame muziek, weinig spel, niet te volgen verhaal, rare teletubbies: het leek wel een parodie van Arjan Ederveen.
Het is een ongemakkelijke voorstelling, heel erg gecontreerd en heel erg hartstochtelijk. Precies wat Heiner Müller, de auteur, begin jaren tachtig beoogde. Valérie Dréville geeft dat vorm door ruim een uur verbeten, rechtop, voeten wat uit elkaar, onverzettelijk vastgeplakt op haar zetel te zitten. Ze spreekt luid, afgebeten, gefragmenteerde tekst. Haar woede en jaloezie tasten zichtbaar geest en lichaam aan. Zo ongewoon en ongewoon intens had ik me zelfs Medea nog nooit voorgesteld. M’n trommelvliezen en theatrale smaak hebben een opdonder gekregen. Maar wat anders is of ik daar blij mee ben.
Freaky eclectische Medeamateriaal. Zeer jammer dat er geen boventiteling bij gedaan is. Daarom projecteren ze de tekst voor aanvang geheel op het scherm. Die moet je wel even proberen te lezen. Anders thuis even in je eiland van het grote bloedbad kijken (zo heet de verzamelbundel van mullers toneelteksten) Dan geniet je vast nog meer dan ik. Ik genoot heel erg.
Okee, 1 geweitje voor het idee wat achter deze voorstelling steekt, maar 5 overrijpe, licht rottende tomaten voor de uitvoering.
Wellicht dat het op andere avonden anders was, maar het gesprek aan het begin van de voorstelling kwam op mij over als niks anders een uur lang tranentrekkerij over hoe zwaar vluchtelingen het wel niet hebben. Dat kan ik zelf ook wel bedenken. Het doet dus niet wat het beoogt te doen: een discussie losmaken. Om een discussie los te maken, had ik liever wat gehoord over hoe de asielprocedure in Nederland werkt, en (raar idee hoor) voor- en tegenstanders tegenover elkaar gezien, in plaats van deze slachtofferparade, die mij totaal niet duidelijk maakt wat ik zelf nou aan deze problematiek zou kunnen doen, al helemaal niet door de betuttelende Margriet Voormans.
Dus dan ga je al humeurig de voorstelling in… en dan begint de ellende. Waarom heeft Peter Sellars het medium theater gekozen voor deze boodschap? Schrijf dan een vlammend politiek pamflet, of keten je aan een hek van een AZC vast. Want als theatervoorstelling is dit totaal mislukt. Elke hint van een interpretatie ontbreekt, in deze bijna twee uur durende frusterend statische optocht van gepijnigd kijkende mensen die HEEL HARD PRATEN. Er is geen chemie tussen de acteurs onderling, laat staan tussen de acteurs en de zaal, en er zit totaal geen energie in al dat futloos gedeclameer. En de manieren waarop het geheel aan de realiteit verbonden wordt zijn zo ongenuanceerd in hun kinderlijke eenvoud dat ze pijnlijk worden. Een militair in Amerikaans Destert Storm-outfit, die heel boos kijkt en - nogmaals - HEEL HARD PRAAT. En ja hoor, ook nog even een gevangene in Guantanamo Bay-outfit aan het einde. Bovendien was het blijkbaar nodig het spel te larderen met zwaar melodramatische gebaren, zoals daar zijn (in volgerde van ergenis-opwekking): de gebalde vuist voor de gesloten ogen, het van zielepijn samengekrampte middenrif en bovenal de verlossing zoekende naar de hemel opgeheven handpalmen.
Het is een belediging voor de intelligentie van het publiek dat Sellars denkt dat we zijn ongetwijfeld nobel standpunt nog niet snappen na zoveel veel te dik er bovenop liggende elementen. Erger nog, het maakt de asielzoekerskinderen die meespelen tot een overgedramatiseerde gimmick met een hoog aapjes-kijken-gehalte. Kortom het is allemaal TE MAKKELIJK!
Nog nooit gezien zoiets confronterends. Vooral de reacties van het bourgois-publiek dat ondanks de werkelijkheid maar KUNST wil blijven zien, waren shockerend. Cynisme ontmaskerd als amusementsverslaving. De koningin was stil. Zij begreep het, denk ik. Het meisje zegt niet: ‘Doodt mij dan maar, want met die schuld wil ik niet leven.’ Ze zegt: ‘Doodt mij alstublieft. Ik kan zo niet leven.’
Peter Sellars is een moedige man.
Eindelijk, na enorm lang wachten, eindelijk weer eens een voorstelling welke er toe doet. Een voorstelling welke je door elkander gooit, een voorstelling die dagenlang door je hoofd blijft spoken. Oer Hollandsche schaamte om te vernemen dat juist wij zo met de vluchtelingen omgaan, nooit geweten en waarschijnlijk zonder deze voorstelling nooit te weten gekomen. Fantastisch, want daar is de Kunst toch ook voor bedoeld? Om ons flink wakker te schudden, ons een heldere blik mee te geven. Dankzij Peter Sellars kreeg ik een heldere blik achter de gesloten schermen van een AZC. En jawel ook ik vond de voorstelling zelf ook niet je van dat, maar de kunstenaar Peter Sellars heeft mij op sleeptouw genomen en daar ben ik hem zeer dankbaar voor!
Meest extreme, smerige en weerzinwekkende voorstelling van het HOLLAND FESTIVAL - met de meest extreme, smerige en weerzinwekkende (en dus uiterst realistische) visie op De Man. Chaotisch, veelduidig en springlevend - een theatertaal die niet mag uitsterven! Alle geweien en tomaten ingezet - voor alle mannen en de worsten en de plastic stoelen. En voor de pornoacteurs, want ook dat is een prestatie. (De tomaten waren op, helaas.)
Enigzins angstig naar de Stadsschouwburg; 6 uur Ayckbourn; kan dat wat zijn? De meest gespeelde auteur van het soort amateurtoneel waar ik niet echt van hou…..
De avond vliegt voorbij. Prachtig ensembletoneel met allemaal geweldige actuers. Iedereen heeft zijn of haar moment, ik heb gelachen, was ontroerd en moet mijn mening over Ayckbourn bijstellen, dit is een prima stuk waar misschien toch een deel teveel in zit. Ik ga niet teveel verklappen over de razendknappe constructie, maar aan het einde had ik het wel een beetje gehad en de actuers volgens mij ook. Het lijkt me ook uitputtend om deze voorstelling te spelen; niets is lastiger dan teksten die in wezen nergens over gaan, maar toch essentieel zijn voor de opbouw en het ritme van de voorstelling. Topmomenten voor mij: eten in deel 1; het spel uitleggen in deel 2 en een geweldige dronkenmansscene in deel 3.
Dit is hap-slik-weg toneel op een hoog niveau. Ga dit zien en neem je moeder, grootmoeder, zwager en tante mee die nooit begrijpen dat je naar van dat moeilijke gesubsidieerde tonnel gaat. Ze zullen misschien even moeten wennen aan de vormgeving (ik word wel een beetje moe van de kale wand van de Stadsschouwburg, mag daar niet weer eens een doekje voorhangen? Scheelt ook zo in de verstaanbaarheid)maar zullen daarna genieten van een flitsende voorstelling.
Wel van tevoren kroket halen bij de FEBO, het eten in de stads is wel lekker, maar duur voor weinig!
Scoort Ivo zowaar een hit? Ja! Vooraf had ik mijn twijfels: humorloze (meestal ben ik niet erg enthousiast over zijn producties) homo stort zich op de meester van de rechtgeaarde burgermansrelaties, Alan Ayckbourn. Het werd een feest: dankzij het briljant in elkaar gezette, liefdevol naar het leven getekende stuk en dankzij de inzet en het spelplezier van de acteurs. Hans Kesting voorop en zelfs de gortdroge Johanna ter Steege kan net volgen. Kater Jaap leeft zich uit in stil spel en dat geeft beslist een meerwaarde aan de voorstelling (Arlecchino volgend jaar?). Aan het eind, op de rand van het toneel zittend, stelt Kesting/Norman de -rethorische- vraag aan de zaal: Kan ik hier misschien iemand gelukkig maken? De zaal glundert.
Maakte Artaud theater voor kunstenaars of voor een breder publiek dat hij wilde meevoeren naar een betere wereld? Ja, deze vraag is retorisch, wat mij betreft is Artauds werk slecht bestemd voor theatermakers. Hij zal er zelf beslist anders over hebben gedacht; wat hem betreft krijgt de mens een ‘beter’ leven als hij zich bewust wordt van zijn innerlijke wreedheden (lees: driften, lusten, drang naar macht). Wat dat betere leven is, blijft mij onduidelijk, dat is voor een ander moment. Men in Tribulation geeft een degelijk uitgewerkte kijk in de keuken van de meester. De toeschouwer zit niet op tribune’s, mag vrij rondlopen in een vijfhoek en wordt omhelsd door rituele klanken (muziek en tekst). Aha, dit is dus irrationeel en instinctief theater. Eigenlijk precies zoals ik me Artauds werk had voorgesteld. Het duurde maar een uurtje, mijn gedachten kregen geen kans om af te dwalen. Complimenten dus voor het vakmanschap en de zeggingskracht. Voor mij is het allemaal te conceptueel; ik ben me voortdurend bewust dat ik naar theorieën van een theaterdenker kijk en word geen moment verbaasd door mijn eigen innerlijke wreedheden. Mooi dat hij theatermakers inspireert, ik waande me in een museum en bleef jammer genoeg op een afstandje kijken.