moosers

Minirecensies van RiRo

‘Entertain us!’ schreeuwt Kurt Cubain als we de zaal binnenkomen. Van Dolron maakt ons meteen duidelijk dat ze dat niet zal doen. ‘Ik ben niet sympathiek.’ ‘Ik ben geen gezelligheidsmachine.’ Even later zal ze zeggen: ‘In mijn eerste voorstellingen provoceerde ik door lief te zijn, als verzet tegen voorstellingen waarin naakte vrouwen drie uur lang rond rennen. Nu provoceer ik door opzettelijk niet lief te zijn.’

Van Dolron bekeek de oudejaarsconference van Wim Kan uit 1976, haar geboortejaar. Ze bestudeerde ook zijn dagboeken en maakte daaruit op dat Kan uiterst depressief was. In elke lantaarnpaal de mogelijkheid zag zich op te hangen. En vooral dat hij zijn publiek haatte.

Vier lege stukken papier hangen als lege spiekbriefjes achter haar. Ze is gekleed zoals Wim Kan zich kleedde als hij optrad. Eén arm op de microfoonstandaard: ‘Ik doe wat Wim Kan niet durfde te doen. Wim Kan heeft die mislukte voorstelling nooit gemaakt. Ik wel. Eens in de vier jaar. Misschien doe ik nu iets waar ik niet van hou. Ik hoop dat duidelijk is dat dit wel over Wim Kan gaat. Daar gaat het juist over, dat het tegenvalt. Door het lezen van het dagboek van Wim Kan werd ik bang. Bang om op te komen. Ik wil jullie niet bedriegen. Omdat ik denk dat bedrog Wim Kan geen goed heeft gedaan. Ik wil jullie laten zien wie ik echt ben. Begrijpen jullie hier iets van? Dat je moet zijn wie je bent en aan andere mensen over moet laten of dat goed is of niet goed.’

Van Dolron maakt opzettelijk een voorstelling die hoogst ongezellig is. Waarin ze ons opzettelijk niet lief, maar boos en grimmig toespreekt. Ze zegt ons de echte Laura te willen laten zien. En ons de echte, zijn publiek hatende, Wim Kan te willen laten zien. Dat laatste is nogal een claim vind ik. Toch maar eens controleren of dat dagboek van hem die claim wel rechtvaardigt.

In zijn dagboek van 1976 gaat het vaak over over prins Bernard en Lockheed, en over Den Uyl. Eén keer over het publiek, als hij het heeft over de onbespeelbaarheid van de zaal in Eindhoven. Een paar keer over Menten. Eén keer over een gifwolk in Tiel. Een paar keer over het slikken van Valium en Rennies. En hij schrijft op dinsdag 23 maart om 4.00 uur: ‘Mijn leven is bewust geloof ik een dagelijkse poging de mensen de afschuwelijke ernst te laten vergeten. Laten we een enorme flauwekul trappen. Laten we proberen tot onze laatste minuut te lachen. In godsnaam lach dan maar, want de ernst brengt een mens naar niets dan de afgrond van Gods oneindige humor: een wereld vol verdriet.’

Tijdens de voorstelling heeft ze het publiek gewaarschuwd: ‘Als je straks in het café tegen me zegt dat je geraakt bent, dan denk ik dat is morgenochtend wel over.’ ‘Als je naar me toekomt en zegt dat je er net zo over denkt als ik, dan denk ik ja maar ik heb talent.’ Ze verschijnt in een prachtige rode feestjurk in het café. Dus ik zeg: ‘Wat zie je er mooi uit!’ Ze glimlacht en zegt: ‘Dank je’.

RiRo gezien 28/12/2012

Twee stukken over actrices en over toneel. En over emoties. Gebaseerd op een tv script en een film van Ingmar Bergman. In Na de repetitie zit regisseur Hendrik Vogler op een avond in de repetitieruimte. Hij praat met Anna, een jonge actrice, over Droomspel van Strindberg. Ze speelt toneel, en af en toe speelt ze met hem. Als ze dat doet, vergelijkt hij haar met haar moeder.
Anna (Karina Smulders) licht hysterisch: ‘Mijn moeder was een hysterica.’
De regisseur (Gijs Scholten van Aschat): ‘Jij niet.’
Het spel tussen Scholten van Aschat en Smulders is vakkundig, maar ik zit er onaangedaan naar te kijken. Pas als Marieke Heebink als de depressieve, licht aangeschoten overleden moeder op het toneel verschijnt, wordt het anders. Wat doet die het goed! Die weet echt te raken.

Bergman’s film Persona uit 1966, over personages die met elkaar versmelten, heeft iets magisch. Het is een film die ook bij een tweede of derde keer zien vraagtekens blijft oproepen. Genoeg vraagtekens. Toch voegt Van Hove er aan het begin van het verhaal nog een paar aan toe. Waarom? Waarom ligt de actrice die besloten heeft niet meer te praten naakt op haar ziekenhuisbed? Waarom is ze verkrampt? Waarom zijn haar aders blauw bijgetekend?
Afgezien van dat begin met dat naakte verkrampte lichaam volgt hij Bergman’s film juist wel heel nauwgezet. Vreemd.

Net als in Na de repetitie voor de pauze speelt Marieke Heebink ook na de pauze in Persona een kwetsbare en gekwetste actrice. En ook nu doet ze dat fantastisch. Vooral de manier waarop ze, na al dat zwijgen, voor het eerst emoties laat zien, aan het slot als het over haar zoon gaat, is heel indrukwekkend.

RiRo gezien 13/12/2012

Sadettin Kirmiziyüz (Zutphen,1982) is bezig aan een serie waarbij zijn Turkse afkomst inspiratiebron is. De eerste drie zijn al geweest: over zijn moeder, over zijn vader, en over zijn broer. Dit is de vierde. Over zijn zus Sare, de Schone van Zutphen. Het decor is haar bruiloft. In Istanboel. Tussen de confetti en de muzikanten speelt Kirmiziyüz zijn en haar verhaal. Het verhaal van twee culturen. Aan de ene kant de jongen met vwo en toneelschool die het allemaal zo goed weet, aan de andere kant het meisje met mavo dat voortdurend twijfelt.

Eerst gaan we als publiek volledig mee met Sadettin. We zijn het helemaal met hem eens. We vinden het ook maar niks dat zijn zus chattend op maroc.nl haar identiteit zoekt en een hoofddoek gaat dragen. Maar dan krijgen we begrip voor de situatie van Sare. Die als meisje haar weg moet vinden in de door mannen gedomineerde Turks-Nederlandse cultuur. Voortdurend gecontroleerd door haar oudere, voortdurend bekritiseerd door haar jongere broer. Dat die jongere broer haar verhaal vertelt, geeft er een extra laag aan. Heel mooi is dat. Aan het eind blijven de vragen. Heeft hij eigenlijk wel gelijk, die Sadettin met zijn goede opleiding? Hád zijn zus wel een andere keus? Heel sterk hoe Kirmiziyüz naar mate de voorstelling vordert meer en meer ook die andere kant laat zien. En het antwoord open laat.

De inbreng van The Sadists (Victor Griffioen, Erik van der Horst, Kaspar Schellingerhout) is ondertussen niet gering. Ze maken heerlijke muziek, en spelen net zo makkelijk hitsige gitaarsolo’s (Van der Horst) als Turkse meezingers. Als acteur - ze zijn alle drie ook goede acteurs - doen ze de andere rollen, van de zalvende Imam Arnold (Griffioen) tot de macho grote broer (Schellingerhout).

Op een indringende maar toch heel vermakelijke manier laat Kirmiziyüz ons zien hoe niet alleen eigen cultuur en religie maar ook de verminderde tolerantie ten opzichte van migranten het leven van een jonge Turks-Nederlandse vrouw beïnvloeden. Somedaymyprincewill.com is een voorstelling die ergens over gaat en waar je ook nog eens blij van wordt.

RiRo gezien 05/12/2012

Vijf jonge mannen spelen vijf jongens. Vechtend en met andere bewegingen drukken ze hun gevoelens uit. Half ontkleed gaan ze te ver tegen de zwakste. ‘Kijk eens wat we durven’, zeggen ze voortdurend. Zonder tekst. Met stoeien, streetdance, ballet, zang. Met scheerschuim. Veel scheerschuim. Met bier. Van de supermarkt. Ze zoeken, al bewegend, naar die ideale wereld, naar die jongensfantasie, waar alles nog kan. Met agressie. Met onhandige tederheid. En met veel bier. Burp!

Ja, zo zijn jongens. Ja, zo zitten mannen in elkaar. Heel mooi en heel nauwkeurig wordt dat allemaal verbeeld. De manier waarop in Chicks een thema met beweging en dans wordt uitgewerkt doet me niet alleen denken aan Rennen van Kopergietery, maar ook aan het werk van Platel en van Fabre (Lisbeth Gruwez dansend in de olijfolie). Chicks past in dat rijtje, past in die rijke traditie van het Vlaamse bewegingstheater.

Ben je vrouw of meisje. Met broers, met een vriendje. Dan herken je vast wel iets. Misschien zul je na deze voorstelling kunnen lachen om het af en toe vreemde gedrag van je broers, je vriend, je man. Ben je juf, sta je voor de klas. Dan is dit verplichte kost. Dan moet je deze voorstelling gewoon zien.

RiRo gezien 30/11/2012

Jan Decleir en Koen De Sutter vroegen Pjeroo Roobjee om een nieuwe bewerking van de legende over de man die zijn ziel verkoopt in ruil voor jeugd, schoonheid, geld en antwoorden op zijn stoutste vragen. Roobjee volgt in zijn versie grotendeels Goethe maar legt het accent op de sappige passages met Gretchen. In zijn eigen unieke taal: ‘De ontvangster van zijn zoenen beantwoordt het getal zijner kussen en tatelt: ik zou u kunnen opeten, lieveke, met zo danig wreed veel goesting zie ik u keinijg gaarne.’

Ik heb genoten van de barokke schrijfstijl, gesmuld van het originele taalgebruik van deze Vlaamse kunstenaar/schrijver. Af en toe gegrinnikt om zijn bizarre vondsten. Archaïsche spraak en neologismen gewoon in dezelfde zin. Al dan niet zelf verzonnen middelnederlands en hedendaags door elkaar. Te pas en te onpas. Alsof hij de woorden eerst met klodders tegelijk op het doek smijt en ze pas dan met een fijn penseeltje rangschikt. Heerlijk. Ondertussen is het ook inhoudelijk een boeiende tekst. Bijvoorbeeld de passage die begint met Gretchen’s vraag ‘Dus gelooft gij niet. Dus.’ Of aan het eind, als de zaal doodstil luistert als de waarheid, als de leugen, tot Faust doordringt.

En dan het acteren van Decleir en De Sutter. Met alleen het krommen van zijn rug overbrugt Decleir de afstand van de Faust die de duivels op hun rapheid test naar de Faust die de klok twaalf hoort slaan. Met duivels genoegen schakelt De Sutter van Gretchen naar Mefisto. Maar vooral de meesterlijke manier waarop ze de tekst zeggen. Wat een goddelijke dictie. Van allebei.

Is Zuidpool’s versie van het verhaal van Faust’s pact met de duivel een tragedie? Of eigenlijk toch meer een komedie? Een meesterlijk geacteerde heel komische tragedie vind ik. Een wreed goede voorstelling.

RiRo gezien 23/11/2012

Ongeveer een maand geleden. Een tip van Laura van Dolron: ‘Ga naar Liever Niet van Freek Vielen in De Melkweg, HEEL HEEL bijzonder mooi, echt waar!’ Ik ging niet. Bijna niemand ging. Hadden we gelijk? Nee, we hadden ongelijk. Laura van Dolron had gelijk. Want nu, een maand later, ben ik wel gegaan. In Groningen. Tijdens Jonge Harten. En ik vond het heel bijzonder.

Samen met de improviserende cellist Harald Austbø neemt Vielen (1985) ons mee naar de herinneringen en de gedachtewereld van de vijfentwintigjarige Joderan. Op zijn eiland voor de Schotse kust. Van heden naar verleden. Van verleden naar heden. Van hoe hij als achtjarig jongetje brandnetels bestreed en met zijn broertje milieuclub De Beverrat oprichtte. Via hoeveel soorten eieren er wel niet zijn naar zijn leven als twintiger, als student. Van hoe het is om verliefd te zijn, en daar geen respons op te krijgen, naar hoe het is om zo’n volle agenda te hebben dat je geen tijd meer hebt om je samen met je vrienden te vervelen.

Liever Niet van Freek Vielen is een mooi verteld, fantasierijk coming-of-age verhaal. Een mengvorm van stand-up comedy en theater. Met schitterende muziek. En met scherpe observaties over de generatie van de twintigers van nu.

RiRo gezien 24/11/2012

Vader Lex belt zijn zoon Ramses om hem te vertellen dat hij ten dode opgeschreven in een ziekenhuis in Surabaya ligt. Ramses, beeldend kunstenaar, annuleert de opening van zijn expositie en vliegt naar de andere kant van de wereld. Zijn moeder Winnie gaat met hem mee. Die zal na zestig jaar voor het eerst weer in haar geboorteland zijn. Ze treffen Lex dansend, zingend en drinkend aan in de lobby van zijn hotel. Met zijn veertig jaar jongere Indonesische vriendin.

Een heel persoonlijk verhaal is deze laatste MightySociety. Ontroerend mooi vaak. Bijvoorbeeld het gesprek aan tafel tussen vader en zoon. Knap hoe schrijver/regisseur Eric de Vroedt daarbij steeds twee kanten van ‘de zoon’ aan bod laat komen. De nog jonge, door middel van de fel discussiërende assistent van zoon Ramses. De iets oudere, al wat mildere, door zoon Ramses zelf. Misschien nog wel ontroerender vind ik hun ‘nu is het te laat’ gesprek, met alleen zoon Bram Coopmans en vader Hein van der Heijden op de vloer. Theater in zijn meest pure vorm is dat. Heel direct, heel emotioneel, heel invoelbaar. Goed geschreven. Fantastisch geacteerd.

MightySociety10 is ook in een ander opzicht persoonlijk, als terugblik op de reeks van tien die De Vroedt maakte. Dat komt vooral tot uiting in de monoloog van de moeder (Esther Scheldwacht): ‘Toen hij vlak na de eerste politieke moord in Nederland startte met zijn bunkerproject hield ik mijn hart vast (…) op dat moment leek Ramses permanent verontwaardigd over zo’n beetje alles (…). De tweede bunker (de terrorist) was een schot in de roos. (…) De bunker in Toscane, walhalla van bejaarde babyboomers, werd beklad en beschimpt. (…)’

Maar het is meer dan alleen De Vroedt’s persoonlijke verhaal, het is ook het verhaal van het Westen en het Oosten. Waarbij minnares Tary (Mariana Aparicio Torres) en haar Indonesische familieleden als het nieuwe Azië tegenover het oude Europa staan.

Een hele sterke voorstelling, met verschillende elkaar aanvullende vertelvormen: spel, zang, dans, een prachtig decor (Maze de Boer) en deels live uitgevoerde muziek. Terecht, vind ik, dat Florentijn Boddendijk en Remco de Jong elke avond meedelen in het applaus halen. Want hun muziek is veel meer dan zomaar wat achtergrondgeluid. Het draagt wezenlijk bij aan deze zeer geslaagde laatste MightySociety.

RiRo gezien 10/11/2012

Torvald Helmer is ervan overtuigd dat als de man maatschappelijk succesvol is, al het andere, inclusief het geluk van zijn vrouw, vanzelf wel in orde komt. Zijn echtgenote lijkt daar lang in mee te gaan. Ruim twee uur. Op zijn ‘Nora, kom eens hier’ bijvoorbeeld, komt Halina Reijn meteen naar hem toe. Terwijl ondertussen op de achtergrond zachtjes het gezang van een leeuwerik klinkt.

Een autoritaire echtgenoot en een gedweeë echtgenote als metafoor voor een samenleving waarin status en vooral eer belangrijker zijn dan gevoelens. Een vrouw die daar verandering in brengt. Die niet langer het poppetje wil zijn waar haar man mee speelt. Die haar man en kinderen verlaat omdat ze er achter wil komen wie ze is. Een fascinerend idee vind ik het dat Ibsen toen al zo’n ‘moderne’ tekst schreef.

‘Ga daar even zitten’. Na meer dan twee uur. Na meer dan acht jaar huwelijk. Zes keer, zeven keer herhaalt Halina Reijn dat. Pas dan dringt het tot hem door dat de rollen zijn omgedraaid. Als ze weg gaat, en het podium af is, klinkt niet het dichtslaan van de buitendeur, maar in plaats daarvan de fragiele stem van Beth Gibbons: ’ I’am so tired of playing’. Muziek die blijft doorklinken tot na het laatste donker: ‘I just want to be a woman.’ Een mooi slot. Dat wel.

Want een echt goede voorstelling vind ik het niet. Halina Reijn acteert uiterst vakkundig. Maar het raakt me onvoldoende. Misschien ook wel omdat haar tegenspeler, Thomas Ryckewaert, door zijn jonge leeftijd de autoritaire uitstraling mist om het volledig onderworpen gedrag van Nora in de eerste twee uur geloofwaardig te maken. Wat acteren betreft geniet ik eigenlijk meer als Eelco Smits, als dr. Rank, of Bart Slegers als Krogstad, met wat meer gevoel in hun spel, tegenover die twee komen te staan.

De regie van Thibaud Delpeut vind ik merkwaardig. Aan de ene kant heel clean, en heel erg op het verhaal, op de plot gericht. Aan de andere kant wil hij op het gevoel werken door een kind in pyjama, en door scènes te laten eindigen in aanzwellend trompetgeschal. Maar ook zijn acteursregie begrijp ik niet helemaal. Ik vraag me bijvoorbeeld af waarom hij Reijn niet tot wat minder perfectionistisch, en tot wat verrassender spel heeft aangezet. Of heeft hij er bewust voor gekozen om haar de ruimte geven om weer eens te laten zien wat ze allemaal kan?

RiRo gezien 09/11/2012

Dat affiche met die zwart-wit foto. Van die man met die lange grijze baard. Met zijn ogen dicht. Een verbannen Russische schrijver uit de jaren zeventig? Dat zou wel eens een heel sombere voorstelling kunnen worden. En ja hoor. In de enorme kringloopwinkel noteert de ene na de andere Russische schrijver uit de tijd van Breznjev even vlug een paar regels van zijn roman of van zijn gedicht. En doet gauw zijn leeslampje weer uit. En we zitten weer in het donker.

Maar die donkere beginscène blijkt de opmaat voor een lichte en ook luchtige theatrale voorstelling. Als Rietveld heeft uitgelegd waar het over zal gaan: ‘Alles was, alles, alles was, alles was verboden in die tijd’, interpreteren de zeven acteurs niet lang daarna het gedicht Vlinder. Dat ze eerst voor alle zekerheid verbranden. En dat begint met de woorden: ‘Te kort op aarde om angst te voelen of te kennen (…)’. ‘Underground’, roept De Man dan al meteen met stelligheid. ‘Duidelijk underground’, vindt ook Wilms. Maar menen ze dat? Of vinden ze van niet, en vinden ze die Russische undergroundschrijvers eigenlijk gewoon ‘een clubje zelfbenoemde losers’?

Rietveld stelt de vraag hoe zij zelf, als theatermakers en als acteurs, underground zouden kunnen zijn, nu. ‘Je moet dan esthetisch ongelooflijk níet behagen’, oppert Whien. Die stellingname lokt een heftige discussie uit waarin de ene ad remme opmerking over de andere buitelt. En zo gaat het door. Met dan weer scènes over de kunst in het Rusland van toen, dan weer scènes met de acteurs als zichzelf in het Nederland van nu.

Jeroen de Man, Vincent Rietveld en Ward Weemhoff en de gastacteurs Guido Pollemans, Jessie Wilms, Erik Whien en Aurelie di Marino (in een eindregie van Gerardjan Rijnders) gaan in hoog tempo door de geschiedenis van de undergroundkunst van de jaren zeventig in Rusland. Met snedige discussies leggen ze de link met het nu. Met hilarische en ter plekke vervaardigde historische filmbeelden leiden ze ons door de jaren van toen. Maar er is, ondanks die luchtige vorm, genoeg stof tot nadenken. Kortom, Jandergrouwnd is weer zo’n onvervalste voor de liefhebber niet te missen Warme Winkel voorstelling.

RiRo gezien 02/11/2012

Het decor van Theun Mosk, met aan alle kanten donkere houten planken waar licht door valt, is prachtig. Het laat zien dat de beslotenheid van het tweekamerappartement niet volledig is. Steeds schemert ook de wereld daarbuiten er doorheen: het appartement van de bovenburen, de straat. Dat licht dat door de planken komt, accentueert ook de broeierige, zomerse sfeer in de buitenwijk van New Orleans, wat nog wordt versterkt door de jazzy trompetklanken.

Blanche is de aan lager wal geraakte vrouw die met leugens en leugentjes, en met een beroep op haar zwakke gezondheid, haar waarheid probeert te verbergen. Die rol wordt door Maria Kraakman met verve vertolkt. Zoals te verwachten. Want Kraakman is op dit moment nou eenmaal een van de beste Nederlandse actrices. Misschien wel vanwege dat ‘zoals te verwachten’, valt me op hoe goed de anderen, Dragan Bakema als Stanley, Stefan Rokeband als Mitch, vanavond, anderhalve week na de première, zijn. Maar vooral Kirsten Mulder verrast me. De spanning in haar scènes met Bakema is ook in rij negen van de zaal goed voelbaar. Heel sterk hoe Mulder steeds weer tegelijk én het geluk én het verdriet van Stella uitbeeldt.

Ik kan het niet laten om heel even een vergelijking te maken met de beroemde verfilming uit 1951. Waarin Vivian Leigh al meteen vanaf het begin Blanche neerzet als een vrouw die wel eens heel snel rijp zou kunnen zijn voor het gesticht. Want het valt me op dat Kraakman dat veel geleidelijker doet. En nu ik toch aan het vergelijken ben: ook in de Nederlandse film Hunting & Zn (uit 2010) speelt Dragan Bakema een man die door het psychisch niet helemaal gezonde gedrag van een vrouw door het lint gaat en gewelddadig wordt. Ook in die film wordt de vrouw die dat oproept, vertolkt door Maria Kraakman.

Regisseur Marcus Azzini heeft met Tramlijn Begeerte een mooie voorstelling neergezet. In een heldere, strakke enscenering. Het accent ligt vooral op de inhoud van het stuk, en de acteurs krijgen de ruimte om te laten zien wat ze kunnen. Het kost me geen enkele moeite om de volle tweeënhalf uur geboeid te blijven kijken.

RiRo gezien 31/10/2012
<< < 123 > >>
Syndicate content