“Houdt u van literatuur? Houdt u van theater?…en van avontuur?”, de pakkende slogan op de flyer is erg misleidend of misschien dat ik niet van literatuur hou. Mijn liefde voor theater heeft mij de avond door geholpen, want van dat avontuur was weinig te beleven.
Ik weet simpelweg gewoon niet wat ik met deze voorstelling moet. Ik heb het boek niet gelezen en wil het zeker ook niet gaan lezen. Als het ooit verfilmd wordt dwing me dan niet om te kijken.
Toch was het heus niet slecht. Sommige dialogen zijn mooi, zeker die tussen vader en dochter. De kleine grapjes tussendoor bieden wat licht in de duisternis. Ook is het fijn om een verteller te hebben die af en toe even duidelijkheid in de chaos schept. Ook de herhaling van de tekst geeft je even houvast in de chaos.
De chaos die ontstaat door de niet goed te begrijpen gedachtegang van sommige personages. Door het licht dat, ironisch genoeg, in deze voorstelling als een soort knipperlicht zonder betekenis aan en uit gaat. Alleen de badscène is me bijgebleven, dat was wel mooi.
In een fabel kan geen sprake zijn van een avontuur. De personages zijn stereotype en je weet dat ze nooit zullen veranderen. Hierdoor ontbreekt de spanning en zit je te wachten totdat je weer wakker wordt geschud door het geschreeuw, gekrijs en gebrul van het lichtgevende varken. (De hartkloppingen, met hoge tonen en andere ‘ruis’, was achteraf gezien helaas de enige echte goede soundscape)
Als ik van te voren wist dat ik naar een Dogvilliaans drama zou gaan kijken dan had ik er misschien meer van kunnen begrijpen. Nu wachtte ik alleen op de Deus Ex Machina, zoals in Dogville, het totaal uitroeien van het stadje, maar helaas werd die gerechtigheid ons als toeschouwers ook afgenomen. Nee, ik had liever ruim twee uur naar het konijn willen zitten kijken.
Orkater is altijd wel de moeite waard. Het stuk gaat over de band tussen ouders en hun kinderen. Of eigenlijk over de ongewenste kinderen of de ongewenste kinds geworden ouders. Klein, herkenbaar menselijk drama. Verpakt in een mooie tekst, gespeeld door acteurs die er plezier in lijken te hebben. Met 3 verhaallijnen die op het laatst moeiteloos in elkaar overgaan. Samen met de erg goede muziek/zang en de rare dansjes is er genoeg afwisseling en moet je als toeschouwer op blijven letten, want je wilt niks missen.
Het decor verdiend een eigen gewei, omdat de rode trappen en gangen voor hele mooie toneelbeelden zorgden. Die zeker ook door de regisseur optimaal gebruikt zijn, door alles in beweging te houden. Dansende acteurs zijn leuk om te zien, zeker als sommige nog hardop mee lijken te tellen om in de maat te blijven. Sinds een lange tijd ook weer eens een toneelstuk waarbij het publiek voelde dat het afgelopen was en al voor de blackout ging klappen, dat lukt niet vaak.
‘Alleen jammer dat ze niet in Romeinse kostuums speelden’, aldus een vrouw na afloop van de eerste try-out van deze voorstelling. Beste mevrouw, het is een GRIEKS stuk en griekse kostuums hebben we sinds Aktie Tomaat gelukkig niet meer zo vaak in het theater terug gezien. (Zo die ergernis is eruit)
Op een mooi, maar voor acteurs moeilijk te bespelen decor staan de personages keurig geënsceneerd op hun plek of klimmen/glijden naar een nieuwe plek. Het begint hierdoor wel erg stroef en langzaam, met spel dat wel uit de prehistorie afkomstig lijkt te zijn. Het begint pas goed wanneer de TGA spelers Kesting en Reijn naast het opzeggen van de tekst ook nog goed gaan toneelspelen.
Ik zal omdat het de eerste try-out was niet letten op het niet al te ‘wakkere’ spel in het begin van de andere acteurs. Ook niet op het uitvallen en kraken van de microfoon van Ajax op een cruziaal moment. En dat het zwaard stuk gaat, ach dat kan altijd gebeuren.
Want het stuk begon wel te leven, de acteurs werden wakker en er kwam meer plezier op het podium. Het slepen van de schapen is een prachtig beeld, het druipen van het bloed een mooi extraatje. De sneeuw is ook prachtig, maar dat maakte het decor nog minder bespeelbaar, wat glijpartijen tot gevolg had. Hoewel dit zeker wel grappig is, was het waarschijnlijk niet de bedoeling, hiervoor dus een tomaat. Je kan het decor wel bedenken, maar denk ook aan de acteurs die er overheen moeten klauteren. Ook het eindbeeld is ontroerend, ook al is het slechts een flits.
Vergeleken met de versie van het NNT van vorig jaar is de kracht van het stuk deze keer wel duidelijk geworden. En zonder een echte link naar de actualiteit was die zeker wel te maken. En vergeleken met Don Carlos, de vorige samenwerking van deze gezelschappen, was de keuze voor het stuk wel te verantwoorden en vond ik het een goede voorstelling.
De openingsvoorstelling van de Schouwburg Almere en nog wel door de Dogtroep. Het gebouw zelf, Almere en de bewoners staan centraal. Als toeschouwer zou je een actieve rol kunnen vervullen.
Het begint allemaal in de laadruimte van de Schouwburg, waar je na een poos gewacht te hebben naar de grote zaal wordt geleid, een Sari in je handen krijgt die op allerlei manier op hoofden, schouders en om heupen gewikkeld worden. Hier gaat het licht aan en zien we een prachtig decor op de stoelen van de grote zaal. Een man trommelt wat en het licht gaat uit. We worden verzocht naar de andere zaal te lopen, waar een man ons over de naam Almere vertelt en zegt dat Almere kan gaan leven als we geduld hebben, de kunst gaat leven en het verleden loslaten. Het achterdoek gaat open, prachtig uitzicht, mensen lopen voorbij, leuk maar waarom?
Terug naar de grote zaal, waar je actief kan deelnemen door touwtje te gaan springen. Hierna een wandeling door het gebouw (wat zowel schouwburg als amateurkunstengebouw is). In de garderobe wordt een brug gebouwd, verderop klarinetisten, een Sari wikkel cursus, een prachtige groene gang met blazers (gewei!). Een Sari polonaise, een zingende man in een gat, een steentjesverplaatsende vrouw en als afsluiting een vrouwenkoor en nogmaals de blazers. De sari’s moeten weer ingeleverd worden, wat erg jammer is, weg is de magie. Maar het is pauze, met water en een chocoladefontein!
Het tweede deel speelt zich buiten op het water af. Dit is het echte Dogtroep gedeelte en maakt de amateuristische sfeer van het voorgaande allemaal goed. Een man op een zinkende vuilnisbelt, en lichtende tent met een erg snel zwemmende vrouw, een halfnaakte man in een waterauto en een goed zingende vrouw in een drijvende badkamer. Allemaal een apart verhaal, die samen komen. Lachwekkend, interessant, verrassend, mooi, typisch Dogtroep? Als je de zoektocht naar betekenis loslaad is alles even prachtig. Als afsluiting komt het gebouw tot leven door projecties en allerlei acts in, op en rond het gebouw.
De tomaat is voor het eerste gedeelte en zeker voor de grote zaal, waar alleen het licht aan en uit gaat. Het tweede deel zit technisch verbazend goed in elkaar. Al met al een goede voorstelling waar je op een mooie avond erg van kan genieten. Als je nog een kaartje weet te krijgen en komt kijken let dan ook op de miljoenen beestjes en vliegjes op en boven het water, ze speelden voor mij een erg mooie bijrol.
Drie keer liegen is scheepsrecht. Het Land is een goed geschreven stuk over een dokter, zijn vrouw en een aangreden studente en over hoe leugens hen bij elkaar houden. De dokter was verslaafd, de vrouw is patient en de studente de maitresse en medeverslaafde. Dit wordt allemaal duidelijk doordat ze elkaar leugens vertellen. Want niks van de dingen die ze vertellen zien we gebeuren. Er gebeurt eigenlijk niks, het is al gebeurd. Misschien was het een beetje stil in de zaal, weinig actie op het toneel, maar ik vond het mooi. In een decor dat wel Suburbiaans genoemd mag worden met ‘iets op de vloer’ en een laaghangende lamp.
Het is altijd fijn als er een lied gebruikt wordt dat je kent. In dit geval was het ‘The Partisan’, dat ik ken in de uitvoering van 16 Horsepower. Toepasselijk nummer….
Het was een erg goede voorstelling, gespeeld door een vrij jonge ploeg, maar erg overtuigend. Het zag er ook allemaal goed uit, Dogvilliaanse vormgeving, altijd erg fijn. En ook het verhaal was spannend, verrassend en kon me erg goed boeien. Hoe Sartre het existentialisme predikt door juist het tegenovergestelde te laten zien, werkt erg prettig. Hugo denkt zichzelf te kunnen ontplooien door zich aan te sluiten bij de Partij, die hem vertellen wat te doen. Dat gaat natuurlijk uiteindelijk mis, je moet reëel blijven. Existentialisme is sowieso wel iets dat me ligt. Ook al ben ik volgens de enquete een halve existentialist.
Ik wil alleen maar zeggen: JA JA JA JA JA JA!!!
Wat een goed, mooi en absurd stuk! Waarom goed? Omdat het allemaal klopt, alles is goed in elkaar gezet en loopt gesmeerd. Waarom mooi? Door het spel en doordat het ergens over zonder dat het ergens over gaan moet. Waarom absurd? Omdat alles steeds weer anders loopt dan je denkt, omdat de één een knecht wordt en daar niets meer aan kan doen of doet, omdat de ander steeds niet in de scène hoort te zijn en omdat je soms 3 keer dezelfde scene ziet. Het begint jolig en dan krijg je de zoektocht naar de muze of de man of het geluk of hoe het geluk kwijt te raken of het talent of de ware liefde of hoe mensen met elkaar omgaan of de conventies daarvan. Zijn er minpuntjes? Ja, natuurlijk. De vlag die voor de mensen op de 1e rij niet werkte en leuker was geweest als het vaker terug kwam. En ik heb Ober niet gezien en het schijnt dat daar ook negers een onbeduidende rol spelen. Maar dat mag de pret niet drukken. Topstuk!
Al weer bijna een maand geleden dat ik deze voorstelling heb gezien. Ik heb namelijk zitten twijfelen of ik er een minirecensie over wilde gaan schrijven. Is het nou cabaret? Toneel? Muziek? In ieder geval waren de meningen achteraf erg verdeeld. Degene die kwam voor de grappen van de heren kwamen een voorstelling tegen met een, voor een cabaretvoorstelling, diepzinnige onderlaag. De mensen die gewend zijn aan deze diepere laag zullen weer de grappige kant niet kunnen waarderen. Het was inderdaad veelal hetzelfde en daardoor kwam deze voorstelling bij lange na niet bij het nivau van ‘Over de Top’.
Oh de kroonprins was balkenende? Woont die in Harderwijk? Sorry dit komt door de nogal slechte inleiding op de voorstelling (Kroonprins = Dauphin = lijk op dolfijn = Harderwijk, ZUCHT). Die Nico van der Knaap was wel tekstvast in het stuk gelukkig, maar schrap die inleiding aub!
Het stuk op zich is best wel aardig. De kroonprins is de enige rol die in de NNT traditie past, met zijn overacteren wist hij me toch wel te vermaken. Jeanne was krachtig, maar dat kwam met name door haar opkomsten en haar manier waarop ze de kroonprins weet te overtuigen van haar gelijk. Er waren een aantal zeer sterke toneelbeelden, maar ik had het idee dat ik dit allemaal al eerder heb gezien en zag het meer als gimmick of parodie dan dat het ‘werkte’. Vreselijk lelijk en onfunctioneel decor/licht trouwens.
34 deuren en 330 gloeilampen (om de enige verrassing in het stuk ook maar te verklappen, dit worden er 330 - 1 = 229!). Wat je allemaal wel niet doet om de tijd door te komen….en toch kan ik het niet slecht noemen. Het acteren is op zich niet slecht, zeker niet van Katja Herbers die ik graag in een minder naieve rol nog een keer zou willen zien. En ja het lijkt op een Tsjechov en op een Ibsen, maar die twee hadden interessante onderwerpen, interessante personages, interessante verhaallijnen, maar dit was echt niet interessant! Wel verrassend was dat er steeds weer een personage erbij kwam, waar ik dan van hoopte dat die een interessante draai in het plot kon brengen, maar nee, binnen de kortste keren vielen ze in slaap of gingen ze tennissen. Alleen de geregiseerde poses van het ensemble brengt nog enige verandering van spijzen. Het mooiste beeld van de voorstelling was de dienstmeid die wel een leven heeft en een besluit neemt om de rotzooi niet op te ruimen die anderen voor haar achterlaten. De gevonden tennisbal had ik liever als een Aktie Tennisbal raak gegooid. Ook de acteurs voelden dat een derde keer applaus halen echt te ver zou gaan.
900 mensen zijn naar de Schouwburg van Almere gekomen. Of misschien zijn ze gelokt. Ze ging kijken naar ‘Vertellingen van 1001 nacht’ van Het Zuidelijk Toneel. Maar of ze dat laatste wisten, weet ik niet. Ik denk eerder dat de meesten kwamen voor Marc Marie Huijbregts. En dan ook een hele groep voor The Ashton Brothers. Als je die namen op de poster ziet of in het boekje of op een flyer of ergens in een tweet, dan denk je dat het misschien best wel leuk kan worden.
Het licht dimt ruim 10 minuten later dan de geplande aanvangstijd. Een spot gaat aan, regisseur Matthijs Rümke komt op het voortoneel en vertelt voor alle zekerheid nog maar even dat het de aller aller aller eerste keer is dat ze de voorstelling spelen voor publiek. De eerste try-out. Dat hij hoopt dat alle techniek zo vloeiend mogelijk loopt, maar dat er best dingen fout kunnen gaan.
Dat het dan gelijk mis gaat met de zender van Marc Marie, zodra het doek open gaat, dat is misschien de Wet van Murphy. Je roept het op je af als je van te voren gaat waarschuwen. Dat de technicus Marc Marie vervolgens zowat volledig uitkleedde was even een hilarisch moment en gelukkig kan Marc Marie daar heel goed mee omgaan. De acteurs van HZT helaas wat minder, maar daar ben je dan ook acteur voor.
Na een valse start begon het dan te draaien. Of eigenlijk te schuiven. Het decor ging op en neer. Van links naar rechts en open en dicht. Een zwart sprookjeskasteel, met overal beweging. Soms was de beweging onderdeel van de voorstelling, vaak ook was het een technicus die zo goed als (on)mogelijk ‘onzichtbaar’ zijn best deed om alles zo soepel mogelijk te schuiven. Het leidde mij af, mag ik zien wat ik zie of moet ik proberen het te negeren? Of is dit waar voor gewaarschuwd werd? En als je iets uit het midden zat, waren de zichtlijnen niet gunstig.
Marc Marie deed waar hij goed in is, namelijk verhalen vertellen en weer eens een pruik opzetten. Stond hem goed en hij deed het goed. John Buijsman (de sultan), de tegenspeler van Marc Marie heb ik niet gezien. Nouja hij stond er wel. Maar hij werd weggespeeld door Marc Marie. Het is appels met peren vergelijken, maar zo mooi dat verschil tussen een acteur en een cabaretier.
The Ashton Brothers deden de voorstelling opleven. Met een virtuoze apenact. Snel slingerend. Heen en weer en omhoog en omlaag. Met een apenorgie als gevolg. Ik vond het prachtig, maar misschien is het tegelijk de verklaring waarom er veel lege plekken waren na de pauze. Te grof of vulgair? Of was er meer aan de hand?
Na de pauze kabbelde de voorstelling rustig voort. De oudjes op twee hoog waren weer een knap staaltje van acrobatiek. Maar er was te veel te zien. Boven lag een stel een half uur te vrijen, achterop ging er iemand heel erg langzaam dood en dan stond Marc Marie op de voorgrond alles te vertellen wat we zagen. Ergens speelde er ook nog een orkestje. En dan liepen er helemaal bovenin technici de zekeringen te controleren.
Er zat heel veel in, voor elk wat wils, maar voor de ‘fans’ te weinig van waarvoor ze naar het theater waren gelokt. Stel je kwam voor MMH, dan was het ZTH gedeelte te saai en TAB te druk. En vice versa. Een duidelijk voorbeeld van verkeerde verwachtingen wekken met grote namen. Lege zalen zullen ze niet trekken, mede door die namen, maar deze voorstelling is niet (nog) goed genoeg voor volle zalen. Het is voorlopig best wel leuk. En dan ben ik nog vriendelijk.