Op een verlaten Maasvlakte begin je aan een voettocht naar de tribune, dwars door het speelterrein. Wel fijn, want dan zie je tenminste iets van het decor.
Een Zeeuws meisje probeert ‘Nederland’ te redden dat te diep gezonken is, maar dat lukt niet. Tenminste dat is wat ik eruit kon halen. Metaforen zoeken die er misschien helemaal niet zijn.
Tijdens de eerste tekst van de voice-over verlost de stem ons van ‘het moeten hebben van een mening’. Als je zo de kritiek voor probeert te zijn, maak het dan niet!
De opkomst van de schrijver is spectaculair, maar gaat dan in een glazen huis zitten. Zo af en toe mooie beelden en angstige momenten als een quad langs scheurt, meer niet. Van het verhaal blijft over dat er een Spanjaard is die in 1 dag Nederland ervaart.
En dan de aandacht voor windenergie. Erg dubbelzinnig om dit als thema te hebben terwijl iedereen met een benzineslurpende auto langs de olieraffinaderij is gereden.
Ja, ik weet dat het een try-out was!
Dus ik kan best de fotograaf wegdenken en de regietafels. Op zich geeft het een mooie kijk achter de schermen van TGA. Dit alles werd overigens ook nog door een cameraploeg gevolgd, dus die mocht ik ook nog maar even negeren als ze de tribune op en af liepen. Dus al die verschillende kaders kon ik wegdenken, maar wat zag ik verder?
3 ontzettend slappe verhaaltjes die der mate door elkaar liepen dat je net zo goed de drie films waarop het allemaal gebaseerd is tegelijkertijd kon afdraaien.
Bluescreen-techniek, zoals je wel kent van het weerbericht, al het blauw wordt vervangen door een ander beeld. Dus een camera filmt de acteurs in een blauwe wereld en op het scherm zien we de acteurs met een achtergrond. In totaal wordt dit wel tijdens 5 of 6 scènes gebruikt en voor de rest zit je dus te kijken naar een blauwe smurfenwereld. Het enige spectaculaire was dat de cameravrouw uit bocht vloog.
De kraancamera werd wel goed gebruikt en zorgde voor mooie beelden en overgangen, had de hele voorstelling nou bestaan uit beelden vanuit blauwe hokjes die men bezocht met deze kraancamera en in ieder hokje dus een andere achtergrond via de bluescreentechniek dan had het echt ontzettend boeiend kunnen worden. Maar waar zijn de hokjes van Verswyveld als ze echt nodig zijn?
En dan de gewone opgenomen filmbeelden, even testen of we nog de terroristische aanslagen kunnen herinneren? Of is het kunstig bedoeld?
Dat we mee kunnen kijken met de techniek van de videobeelden maakt wel iets goed. Maar over het algemeen zit je te kijken naar de opname van een film, juist datgene dat je niet wilt zien als je naar een film gaat. En door de afstand tot het toneel merk je weinig van het hier en nu van theater.
Het vijftigtal mensen dat gisterochtend plaats nam vanaf rij 12 in de schouwburg van Almere was na afloop bijna gehalveerd! Waarom kan ik geen gouden tomaat vinden als je hem nodig hebt? Goed, geen gouden tomaat voor een try-out dan, maar beste Holland Festival bezoeker, neem tomaten en rot fruit mee, gewoon voor de zekerheid.
Een neef van mij is wel eens naar een voorstelling van Carver geweest. Of eigenlijk een vriend van mijn neef. En die zegt….Of heeft gehoord….dat het wel eens goed is……zoiets….waarschijnlijk.
Het is wel even schrikken, die koelkast of iglo of onderzeeër of dat ruimteschip of wat het dan ook is. En dan die mensen die door het lang niks doen enorme billen hebben en omdat ze eigenlijk helemaal niks kan schelen hebben ze ook een bochel van het schouders ophalen. Is dit de toekomst? Een andere wereld? Is dit het eeuwig menselijke? Door de vormgeving wordt het niet duidelijk.
Een andere neef van mij heeft ook iets meegemaakt. Een stuk dat om te lachen was. Maar dat hoort bij amusement. Waarschijnlijk. We waren helaas op de kant en niet op een cruiseschip, want daar is het amusement beter.
Dit had niet gemaakt moeten worden…..zegt mijn neef, denk ik. Waarschijnlijk.
Ik vond dit een behoorlijk goede Hoop. Hoewel het begin mij een beetje deed schrikken, want ik zag al voor me dat ik een hele avond naar een veel te overdreven speelstijl zou moeten kijken, maar dat was alleen de oude Cobus.
De rest van de rollen was ook redelijk gestileerd, maar niet te overdreven. Marisa van Eyle speelde Kniertje heel strak en Maarten Heijmans speelde Barend weer heel los en goed. Fijn ook om Saskia Temmink weer eens te zien.
Het lege decor deed me denken aan voorstellingen van TGA terwijl de kleine ruimte weer leek afgekeken van een Peter Greenaway. Erg mooi om het naar beneden te zien zakken.
Ik ben een beetje bang voor de komende stukken van Heijermans die HTS willen gaan opvoeren, maar deze Hoop laat juist wel zien dat zijn stukken vandaag de dag nog steeds goed te spelen zijn. Hoewel de interesse er niet was, afgaande op de 100 man in de zaal!
Het lag waarschijnlijk weer eens aan mij. Rotdag achter de rug, moe en eigenlijk geen zin. Daarnaast vergeleken met het wel hard lachende publiek was ik jong, geen vader en dus niet in staat om me in te leven in deze beschaafde ouders.
Vanaf het eerste moment dat de twee echtparen het conflict proberen op te lossen (al dan niet met tegenzin) zijn de personages te onbeschoft om ook maar iets constructiefs te bedenken. Dat kijkt niet fijn. Daarnaast zijn de personages te wispelturig, berispen eerst de een, staan dan aan de kant van de ander. Er is op deze manier geen sprake van enig conflict. Ook de innerlijke zieleroerselen zijn niet de moeite waard om je in te verdiepen, want die springen van hot naar her.
Natuurlijk kan je er om lachen. En natuurlijk speelt Marcel Hensema overtuigend een harteloze vader en speelt Tjitske Reidinga de afwezige hysterische vrouw weer goed. Maar het was voor mij allemaal te gemaakt, te vervreemdend om het leuk te vinden.
Verbazing is het woord van vandaag.
Verbaasd was ik niet dat mijn (verstandelijke beperkte) broer nou net deze voorstelling wilde gaan zien. Hij zag een bekend gezicht (Chantal Janzen, deed overigens niet mee en is toevallig op deze dag bevallen van een zoon) in het theaterboekje en dat is een hele goede reden om een voorstelling te kiezen. En het was voor mij een goed excuus om een voorstelling als deze ook eens mee te maken.
Ik was wel verbaasd dat de conventies van het Theater van de Lach ergens in een collectief geheugen van het publiek aanwezig zijn. Want de lachsalvo’s vlogen mij om de oren op momenten dat een gekke bek getrokken werd en er werd geapplaudisseerd voor de overdreven houding waarin Jon van Eerd één van zijn medespelers de oren van haar kop probeert te schreeuwen.
Verbazing ook over de eerste verduistering, bedoelt om aan te geven dat het voorgaande niet direct aansluit op het komende. Daar werd gebruikt van gemaakt om eens flink te applaudisseren voor de eerste scènes, alsof het er even uit moest, die blijk van waardering.
Verbazing over de grote hoeveelheid flarden van gesprekken die ik in de pauze en na afloop opving over dat men eigenlijk nooit naar dit soort voorstellingen gaat. De één denkt er laatdunkend over, de ander komt überhaupt nooit in een theater en weer een ander komt alleen voor cabaret naar het theater. Toch vond iedereen het leuk.
En ik ben ook verbaasd over mezelf, behorend tot de groep die er laatdunkend over denkt, dat ik het toch om gelachen heb. Toch verbaasd was over de precisie en de snelheid waarmee er gespeeld werd. Ook was ik verbaasd over het feit dat er geen moeite is genomen om het stuk te actualiseren afgezien van wat actuele grappen bleef het zich afspelen in de jaren 60. Samen met de soms slechte verstaanbaarheid verdiend dit een tomaat, de rest was verbazingwekkend te waarderen.
Gisteravond was een historische avond. De Almeerse Schouwburg zat bijna helemaal gevuld met publiek! En dat bij een toneelstuk! Wat Shakespeare en Bokma samen wel niet allemaal voor elkaar krijgen.
Bokma zet een prachtige Shylock neer. Misschien niet als imponerend als een Bouwmeester, maar wel bijna. Ik denk ook al te weten wie de Louis d’Or wint.
Daarnaast staat Loes Haverkort te excelleren in haar rol als Portia. Het is natuurlijk een prachtig personage, maar Loes speelt het zo luchtig en precies dat het genieten is als publiek. Natuurlijk versterkt door de ietwat lompe meid (Eva v/d Gucht). Maar ik denk ook al te weten wie de Theo d’Or wint.
De prinsen, ditmaal uit Abu Dabi en China, waren prachig en maakten het een echte komedie. Met weer een prachtrol van Bokma. Het carnaval, het decor op zich en het Mark Warning moment pasten goed in de voorstelling.
Conclusie? Volgens mij zijn er twee mogelijkheden: Of het Almeerse publiek heeft opeens smaak gekregen en kiest de goede voorstelling uit of het Almeerse publiek wist bij god niet waar ze heen gingen en hadden een keertje mazzel. Ik denk dat laatste, maar dat neemt niet weg dat de voorstelling zeer goed is.
In mei/juni bij het bestellen van de kaartjes denk je dat het wel leuk is om weer eens een Medea te zien.
En het begint goed. Een redelijk toneelbeeld, wat je later als hemel en aarde zou kunnen interpreteren.
Maar helaas, de hele voorstelling lang moet je zinnen horen die regel per regel keurig zijn ingestudeerd en er als regels uitkomen, in plaats van normale Nederlandse volzinnen.
Kijk je naar een bij elkaar geraapt zooitje kostuums dat ze ergens onder de M van Medea in de opslag van het NT hadden gevonden.
Medea (Ariane) staat er alleen voor. Peter staat als een Blok op het toneel. Het playbackende koortje zorgt ook niet voor de back up, ook al werkt dit voor eventjes wel leuk. En het redelijke toneelbeeld is tegen het einde net zo verpest als het leven van Medea (hoe symbolisch en onvoorspelbaar).
Achteraf had ik liever Mirjam Stolwijk als Medea willen zien. Niks ten nadele van Ariane, maar het zou een meer bitchy Medea zijn geworden, met meer lef.
In de volle bus, in het donker, door de Almeerse nacht. Dat zal me vooral bijblijven. En dat de voorbijrijdende jongen op de brommer verbaasd achterover keek toen hij daar midden in het industrieterrein een vijftigtal mensen zag zitten kijken naar een caravan.
Een verhaal over een meisje, een jongen en een man. Allemaal op zoek, naar haar moeder, zijn liefde en zijn herinneringen. Achteraf blijkt alles natuurlijk in elkaar over te lopen. Niet zo bijzonder boeiend dus.
De locaties voegden niks toe, maar zorgen er wel voor dat je respect hebt voor de acteurs, want ze wisten (wel versterkt) de A6 te overstemmen. Ik had graag meer theater in de warme bus zelf gezien en niet steeds met stoeltje en plaid door de blubber banjeren om dan onder een viaduct naar een miniscène te kijken om vervolgens weer de bus in te stappen.
Beppe Costa kan oppassen want er komen muzikale multi-talenten aan. Een show met goede muziek, rare scènes en de nodige verrassingen. Het Amerikaanse accent is hier een daar niet zo goed te verstaan, maar dan heb je altijd de sfeer nog. De sfeer die met weinig middelen wordt neergezet en vooral werkt door de inzet van de nog ruwe en ongepolijste Sadists. En poep en pies hoort erbij, dat schreef ik in de andere minirecensie al, maar als je dan ook nog op Bush kan piesen is het natuurlijk meer dan geoorloofd.
900 mensen zijn naar de Schouwburg van Almere gekomen. Of misschien zijn ze gelokt. Ze ging kijken naar ‘Vertellingen van 1001 nacht’ van Het Zuidelijk Toneel. Maar of ze dat laatste wisten, weet ik niet. Ik denk eerder dat de meesten kwamen voor Marc Marie Huijbregts. En dan ook een hele groep voor The Ashton Brothers. Als je die namen op de poster ziet of in het boekje of op een flyer of ergens in een tweet, dan denk je dat het misschien best wel leuk kan worden.
Het licht dimt ruim 10 minuten later dan de geplande aanvangstijd. Een spot gaat aan, regisseur Matthijs Rümke komt op het voortoneel en vertelt voor alle zekerheid nog maar even dat het de aller aller aller eerste keer is dat ze de voorstelling spelen voor publiek. De eerste try-out. Dat hij hoopt dat alle techniek zo vloeiend mogelijk loopt, maar dat er best dingen fout kunnen gaan.
Dat het dan gelijk mis gaat met de zender van Marc Marie, zodra het doek open gaat, dat is misschien de Wet van Murphy. Je roept het op je af als je van te voren gaat waarschuwen. Dat de technicus Marc Marie vervolgens zowat volledig uitkleedde was even een hilarisch moment en gelukkig kan Marc Marie daar heel goed mee omgaan. De acteurs van HZT helaas wat minder, maar daar ben je dan ook acteur voor.
Na een valse start begon het dan te draaien. Of eigenlijk te schuiven. Het decor ging op en neer. Van links naar rechts en open en dicht. Een zwart sprookjeskasteel, met overal beweging. Soms was de beweging onderdeel van de voorstelling, vaak ook was het een technicus die zo goed als (on)mogelijk ‘onzichtbaar’ zijn best deed om alles zo soepel mogelijk te schuiven. Het leidde mij af, mag ik zien wat ik zie of moet ik proberen het te negeren? Of is dit waar voor gewaarschuwd werd? En als je iets uit het midden zat, waren de zichtlijnen niet gunstig.
Marc Marie deed waar hij goed in is, namelijk verhalen vertellen en weer eens een pruik opzetten. Stond hem goed en hij deed het goed. John Buijsman (de sultan), de tegenspeler van Marc Marie heb ik niet gezien. Nouja hij stond er wel. Maar hij werd weggespeeld door Marc Marie. Het is appels met peren vergelijken, maar zo mooi dat verschil tussen een acteur en een cabaretier.
The Ashton Brothers deden de voorstelling opleven. Met een virtuoze apenact. Snel slingerend. Heen en weer en omhoog en omlaag. Met een apenorgie als gevolg. Ik vond het prachtig, maar misschien is het tegelijk de verklaring waarom er veel lege plekken waren na de pauze. Te grof of vulgair? Of was er meer aan de hand?
Na de pauze kabbelde de voorstelling rustig voort. De oudjes op twee hoog waren weer een knap staaltje van acrobatiek. Maar er was te veel te zien. Boven lag een stel een half uur te vrijen, achterop ging er iemand heel erg langzaam dood en dan stond Marc Marie op de voorgrond alles te vertellen wat we zagen. Ergens speelde er ook nog een orkestje. En dan liepen er helemaal bovenin technici de zekeringen te controleren.
Er zat heel veel in, voor elk wat wils, maar voor de ‘fans’ te weinig van waarvoor ze naar het theater waren gelokt. Stel je kwam voor MMH, dan was het ZTH gedeelte te saai en TAB te druk. En vice versa. Een duidelijk voorbeeld van verkeerde verwachtingen wekken met grote namen. Lege zalen zullen ze niet trekken, mede door die namen, maar deze voorstelling is niet (nog) goed genoeg voor volle zalen. Het is voorlopig best wel leuk. En dan ben ik nog vriendelijk.