Dit is een goede voorstelling.
Op de 11e verdieping in de Rabotoren in Almere heb je een prachtig uitzicht over de stad. Door deze ervaring ga je al met een fijn gevoel op de tribune zitten.
In de voorstelling worden er kleine stukjes uit het leven van verschillende stadsbewoners getoond. Ontroerend, lachwekkend en afschuwelijk, komen hun verhalen naar voren. Doordat het geen doorlopend verhaal is, krijg je zelf de kans om te bedenken wat er verder met de personen zal gebeuren of wat je van hun leven zou moeten vinden.
Alle zintuigen worden geprikkeld, prachtige beelden, verrassende geluiden, macaroni geur en zelfs je smaakpapillen moeten met de voorstelling meewerken.
Een goeddoordachte voorstelling met alles erop en eraan.
Nederland is goed in mime. Dat blijkt duidelijk uit deze voorstelling. Met de kleinste middelen wordt er dus zonder tekst een prachtige wereld gecreëerd, waarin man en vrouw elkaar ontmoeten, kennen en verliezen.
Titus Tiel Groenestege lijkt wel een beetje overgeconcentreerd, maar dat maakt Ria Marks helemaal goed.
En ik was helemaal overtuigd dat het een goede voorstelling was, toen er papieren zakken als licht gebruikt werden en even later naar beneden kwamen tuimelen!
Misschien dat er hier en daar nog wat meer rust genomen had moeten worden, maar das maar een bijzaak.
Een aardig toneelstuk. Beter verhaal dan ik had verwacht, gescheiden mensen die niet uit elkaar kunnen gaan, het had slechter gekund. Een gewei voor de tekst en een gewei voor Tjitske Reidinga, omdat ze zich als enige op het toneel boeit. Mede door deze rol vallen de anderen weg. Dit ligt ook aan het slechte spel van de andere drie, maar met name van Nelly Frijda, totaal geen overtuiging. Hiervoor een tomaat.
Leuk als er in het script staat dat het buiten gaat regenen. Maar doe dat dan alleen met geluid. Die “sproeier” zag er echt heel triest uit, je zag alleen boven het decor het water. Misschien lag het toch aan de tekst, maar eerder aan de grappen. Sommigen waren zeer goed, maar de meeste waren alleen maar poep, pies en seks grappen, beetje makkelijk.
Jammer dat er tekst werd gebruikt. Misschien raar om te zeggen over een toneelstuk, maar deze opvoering had geen tekst nodig.
Als je het dansen zat was, wat ik heel snel was, kon je gelukkig kijken naar de broeder die aan het brouwen was of naar de vleugellamme engel!
Leuk dat Bokma de hele tijd heen en weer loopt, staat mooi tegenover het gedartel van de dansers. Goed spel van allen, behalve Moeder Capuletti, ze was niet nodig.
Toen de papieren achterwand langzaam zwart kleurde, kon ik mijn ogen er niet vanaf krijgen, de tekst ging langs me heen en het werd een prachtige symphonie van klanken, vooral dankzij de voedster.
Terwijl iedereen moest lachen om de engel, kreeg ik de tranen in mijn ogen. Dit stuk had voor mij geen Romeo&Julia nodig, de rest was mooier.
Ik had de flyer gelezen en stond al een tijdje in de foyer te wachten tot het daar zou beginnen. Leuke environmental ervaring, maar ik keek meer naar de toeschouwers om mij heen die het niet direct door hadden: “Is dit nou echt of gespeeld?”
Over de opvoering heb ik niks op te merken, het zat degelijk in elkaar. De acteurs waren zeer goed en hoe gestyleerd het personage ook was, toch geloofwaardig.
Petruchio vond ik het hele stuk minder, of het nou kwam door het schreeuwen of dat hij werd overstemd door het subtiele spel van Saskia Temmink.
De badscène, prachtig! Stiltes zeggen zoveel meer dan geschreeuw, gelukkig zaten er veel van dat soort momenten in.
Kortom een degelijke voorstelling.
Waarschijnlijk is er een half uur uit geschrapt, want het duurde bij de voorstelling van vanavond slechts 2 uur. Als het niet door de regie een half uur is ingekort is het wel gekomen doordat de acteurs de tekst zijn vergeten, want zo amateuristisch zag het eruit.
Het laat duidelijk zien dat als je allemaal goede dingen bij elkaar stopt (Shaw, Terpstra, redelijk decor, leuk licht) dat er dan niet altijd iets goeds uitkomt.
Shaw had je niet meer nodig, iedereen kent het verhaal en het is niet leuk om zo lang te moeten kijken naar een scène waarvan je de uitkomst al weet.
Terpstra hebben ze niet nodig gehad, want hij heeft kennelijk niet geregisseerd, de acteurs wisten niet wat ze op het toneel stonden te doen.
Het decor zag er erg modern uit (met schmink retro jaren 80).
Maar het werd totaal niet gebruik, het voegde niks toe.
Het licht was al keurig voorgeprogrammeerd en als de lichtstanden verwisselden was er eindelijk wat leuks op het toneel waar te nemen.
Dan vader en dochter Doolittle!!!! Als je een actueel statement wil maken doe dat dan ook! Een hoofddoekje en een man in een gewaad is niet genoeg, het is duidelijk, maar niet prikkelend genoeg om te weten dat er wat mee bedoeld wordt!
Deze voorstelling had één hoop, een dramaturg, die bij de eerste repetitie al had ingegrepen om deze flater te voorkomen!
Mensen wat een goede voorstelling! Ik waande mezelf in een Magisch Realistische wereld (misschien surrealistisch). De tekst is zeer mooi geschreven, je volgt het niet helemaal maar je snapt het wel.
Voorstellingen die je, volgens de makers, aan moeten zetten tot denken hebben mij nog nooit zover weten te krijgen dat ik over thema’s ga nadenken. Maar deze voorstelling bevat zoveel info, dat ik er nog steeds over aan het nadenken ben.
Het leven is een droom (Calderon), De Zoon (Hasenclever) en zelfs het verhaal van een heiland zijn er mooi in verweven. De special effects zijn verbluffend.
Het einde in het blauwe licht is te onduidelijk, dat het definitief afgelopen is. Dat is een minpuntje.
Deze voorstelling is voor een theaterwetenschapper iig de moeite waard.
Ja ik ben nu zeker liefhebber van de Paardenkathedraal, of misschien alleen van de bizarre ideeën van Dirk Tanghe. Bij de Revisor verbaasde ik me weer over het simpele, strakke, maar duidelijke toneelbeeld, dat ook het geval was bij De Mensenhater en Night&Day.
Omdat ik gelezen had dat er wat kritiek op de speelstijl was, had ik me er een beetje op voorbereid. Maar het overdreven spel is me niet gaan vervelen, het ‘maniertje’ blijft gedurende voorstelling altijd weer grappig.
Thomas de Bres kan volgens mij alle rollen aan en Herman Bolten is geweldig als burgemeestersvrouw. Maar vrouwen die mannen spelen blijft toch minder. (tomaat)
1 gewei is voor het krantje van de Paardenkathedraal. Ik vind dat alle gezelschappen zo’n krantje per voorstelling moeten maken, dan worden de dramaturgen tenminste ook levend gehouden.
De rest van de geweien zouden door Gogol zelf gegeven kunnen zijn, want ik denk als hij deze voorstelling had gezien, dat hij dan wel overtuigd geweest was dat het een goed stuk is.
Ik weet niet wat ik van deze voorstelling moet vinden. Door de voorbespreking ben ik gaan letten op de verwijzingen naar religie, maar als Otten zo katholiek is geworden draait het dan om een pissende Jezus?
Dan staat er in het foldertje dat Otten een herkenbare Magisch Realistische stijl heeft, dit was niet magisch, volgens mij nog geen eens realistisch. Lees voor Magisch Realisme maar een boek van Lampo, Daisne of Zwagermans “Chaos en Rumoer”. Ik vond het eigenlijk een zeer goedkope versie van een Tjsechov: een landhuis, met een meer met zwanen en mensen die niet uit dat huis kunnen komen. Maar in een stuk van Tsjechov kan men zich nog identificeren met de personages, ook al is het al een eeuw oud. Ik zou iedereen aanraden om naar deze voorstelling te gaan kijken, want het is hopelijk de enige keer dat het ooit wordt opgevoerd.
De eerste keer dat ik een stuk van Herman Heijermans heb gezien en dan ook nog 2 achter elkaar.
De Meid interesseerde me niet zo, het was goed gespeeld en ook heel vaak grappig. Dat de rollen van de Meid en de Mevrouw omgedraaid zouden zijn, kon je al vermoeden en alle standaard conflicten heeft Heijermans er dan ook in weten te krijgen. Hiervoor een Tomaat en omdat het soms gewoon te onduidelijk was wie welke rol speelde.
Toen kwam Kwelling, geweldig! Een vrouw en haar sinds 2 jaar blinde man. Een kwartiertje uit hun leven. Waarin de man kapot wordt gemaakt door de vrouw en de vrouw zich daarmee eigenlijk ook kapot maakt. Prachtig spel, subliem eigenlijk, ik had voor het eerst natte ogen. Het had net ff iets langer door moeten gaan of de traan biggelde over mijn wang. Hiervoor alle geweien
900 mensen zijn naar de Schouwburg van Almere gekomen. Of misschien zijn ze gelokt. Ze ging kijken naar ‘Vertellingen van 1001 nacht’ van Het Zuidelijk Toneel. Maar of ze dat laatste wisten, weet ik niet. Ik denk eerder dat de meesten kwamen voor Marc Marie Huijbregts. En dan ook een hele groep voor The Ashton Brothers. Als je die namen op de poster ziet of in het boekje of op een flyer of ergens in een tweet, dan denk je dat het misschien best wel leuk kan worden.
Het licht dimt ruim 10 minuten later dan de geplande aanvangstijd. Een spot gaat aan, regisseur Matthijs Rümke komt op het voortoneel en vertelt voor alle zekerheid nog maar even dat het de aller aller aller eerste keer is dat ze de voorstelling spelen voor publiek. De eerste try-out. Dat hij hoopt dat alle techniek zo vloeiend mogelijk loopt, maar dat er best dingen fout kunnen gaan.
Dat het dan gelijk mis gaat met de zender van Marc Marie, zodra het doek open gaat, dat is misschien de Wet van Murphy. Je roept het op je af als je van te voren gaat waarschuwen. Dat de technicus Marc Marie vervolgens zowat volledig uitkleedde was even een hilarisch moment en gelukkig kan Marc Marie daar heel goed mee omgaan. De acteurs van HZT helaas wat minder, maar daar ben je dan ook acteur voor.
Na een valse start begon het dan te draaien. Of eigenlijk te schuiven. Het decor ging op en neer. Van links naar rechts en open en dicht. Een zwart sprookjeskasteel, met overal beweging. Soms was de beweging onderdeel van de voorstelling, vaak ook was het een technicus die zo goed als (on)mogelijk ‘onzichtbaar’ zijn best deed om alles zo soepel mogelijk te schuiven. Het leidde mij af, mag ik zien wat ik zie of moet ik proberen het te negeren? Of is dit waar voor gewaarschuwd werd? En als je iets uit het midden zat, waren de zichtlijnen niet gunstig.
Marc Marie deed waar hij goed in is, namelijk verhalen vertellen en weer eens een pruik opzetten. Stond hem goed en hij deed het goed. John Buijsman (de sultan), de tegenspeler van Marc Marie heb ik niet gezien. Nouja hij stond er wel. Maar hij werd weggespeeld door Marc Marie. Het is appels met peren vergelijken, maar zo mooi dat verschil tussen een acteur en een cabaretier.
The Ashton Brothers deden de voorstelling opleven. Met een virtuoze apenact. Snel slingerend. Heen en weer en omhoog en omlaag. Met een apenorgie als gevolg. Ik vond het prachtig, maar misschien is het tegelijk de verklaring waarom er veel lege plekken waren na de pauze. Te grof of vulgair? Of was er meer aan de hand?
Na de pauze kabbelde de voorstelling rustig voort. De oudjes op twee hoog waren weer een knap staaltje van acrobatiek. Maar er was te veel te zien. Boven lag een stel een half uur te vrijen, achterop ging er iemand heel erg langzaam dood en dan stond Marc Marie op de voorgrond alles te vertellen wat we zagen. Ergens speelde er ook nog een orkestje. En dan liepen er helemaal bovenin technici de zekeringen te controleren.
Er zat heel veel in, voor elk wat wils, maar voor de ‘fans’ te weinig van waarvoor ze naar het theater waren gelokt. Stel je kwam voor MMH, dan was het ZTH gedeelte te saai en TAB te druk. En vice versa. Een duidelijk voorbeeld van verkeerde verwachtingen wekken met grote namen. Lege zalen zullen ze niet trekken, mede door die namen, maar deze voorstelling is niet (nog) goed genoeg voor volle zalen. Het is voorlopig best wel leuk. En dan ben ik nog vriendelijk.