Bij een Oedipus uitvoering kan je eigenlijk alleen nog maar kijken naar de vorm waarin het verhaal is gegoten, want het verhaal op zich kent iedereen of iedereen zou het moeten kennen.
Helaas is bij deze uitvoering de vorm juist erg slap. Leuk dat er danseressen zijn ipv een koor. Eerst dacht ik dat ze het wel redelijk deden voor studenten van de balletacedemie, maar toen ze in het licht stonden, zag ik dat ze volwassen waren en dus eigenlijk heel beroerd bezig waren. Omdat ze het slecht deden en eigenlijk overbodig waren, omdat de drumsolo meer gevoel overbracht, hiervoor 2 tomaten. De andere tomaat gaat naar de scene van de rokende Oidipous en Iocaste, dat was raar. Moest het een joint zijn?
De geweien gaan naar de acteur die de rol van Oidipous zeer neutraal maar krachtig vertolkte. De ander gaat naar de drummer, die je wakker hield en een echt pluspunt was in de voorstelling.
Ik was de enige in de zaal die niet kon lachen. Ja soms, om jufvrouw Trixy of een van de andere overdreven karakters. Maar die werden al gauw ook maniertjes en dus saai.
Er was geen conflict, alleen tussen mevrouw en meneer Lieberman was een conflict en dat was dus interssant.
Een ander interessanter moment in de 3 uur durende voorstelling was de kakatoe. En de daarbij horende striptease. Dit had iets moois, de kakatoe was de enige op het toneel die de echte wereld vertegenwoordigde en die mij ervan overtuigde dat de rest om het dier heen mij totaal niet kon boeien. Voor de kakatoe, als enig teken van herkenning, een gewei.
De vraag die overbleef aan het eind, toen ik weg liep, omdat het geen applaus verdiend, was wat wil het mij vertellen? Alleen als je je overgeeft aan sex kan je leven, zou je als antwoord moeten zien, als je de slotscene ziet.
Ik snap wel waarom de schrijver zelfmoord heeft.
Zoals mijn buurman na afloop zei: “Voor het eerst weer eens een ‘normale’ voorstelling van TGA”. En daar moet ik hem gelijk in geven.
Ik heb zitten genieten van deze voorstelling. Voor het eerst had ik ook het idee een echte ‘Rijnders’ te hebben gezien. Heerlijk overdreven gespeeld, maar daartegenover weer heel ‘gewone’ karakters, zodat je duidelijk een voorkeur krijgt voor de goeden.
In het boekje (flyer) staat ‘met dank aan de Nederlandse Opera voor de rekwisieten’, en dat is dus wel duidelijk te zien, lekker bij elkaar geraapt zooitje kleding.
De kleding en de grime gaven mij wel het gevoel dat het wat jaren 80 werd en het spel leek soms bijna van de Nederlansche Comedie te komen, maar daar kon ik overheen kijken of juist om lachen.
Het slechtste van de voorstelling was echt het licht. Het decor was ook niet alles, maar daar kon je nog wat mee. Het licht was gewoon slecht, vierkantjes in twee banen? En dan vreselijke spiegels die 2 scenes lang bewegen en alleen maar afleiden en totaal geen mooi licht verspreiden over het toneel (wat volgens mij wel de bedoeling was).
Dit werd enigzins goed gemaakt door de brandscene, dat werd door alle dingen die gebeurden een echte chaos voor mijn ogen.
Dit is een voorstelling die je gezien moet hebben, vind ik.
Ik ga nu echt twijfelen of een theatergroep in Almere wel succesvol kan zijn. Er waren meer mensen die de voorstelling draaiende moesten houden, dan dat er op de tribune zaten!
Maar de voorstelling was goed. De loods van de theatermakerij is in feite al een garage, dus dat vulde het stuk mooi aan. Maar tegelijkertijd maakte juist die omgeving dat het amateuristisch leek te worden.
Hoewel het licht erg goed was, omdat ik weet dat er weinig mogelijkheden zijn voor goed licht in die ruimte.
Het stuk op zich was als een soort ‘kijkje in het leven van’, maar daar blijft het voor mij ook bij. Soms erg herkenbaar, of net ff te overdreven zodat je erom kan lachen. Maar uiteindelijk heb ik de clou gemist, de klap in het gezicht onbreekt. Dat is jammer.
Wel mooi in het stuk, dat je als publiek zelf conclusies trekt voordat ze in de tekst aangeboden worden.
Wat wordt hier goed geacteerd. Ik was met een beetje tegenzin naar de voorstelling gegaan, ik ben niet weg van Hugo Claus en helemaal niet van Johan Simons’s regie.
Maar dit is toch wel een meesterwerk. Op zich waren de special effect niet nodig. Het spel was boeiend genoeg, op een paar inzakmomenten na, maar die heb je altijd.
Voor mij liet de voorstelling zien dat je zelfs met de ergste mensen van de wereld medelijden kan krijgen.
Alleen jammer dat de tv al kapot was voordat die kapot getrapt moest worden.
Wat valt deze voorstelling mij tegen. Iedereen was er erg enthousiast over, dus misschien verwachte ik teveel.
Respect voor de acteurs, choreograaf en geluidsman. Het loopt als een vloeiende vechtmachine, begeleid door geluidseffecten.
Maar meer is het niet. Hooguit dat je achteraf bij jezelf denkt, dat al deze agressie je eigenlijk helemaal niets meer doet. Dat de maatschappij zo verkilt is.
Maar dat was denk ik niet de bedoeling, het gaat alleen maar om het hack and slash gedeelte, zoals in een film, maar dan live.
Op basis van deze voorstelling terecht dat ze de helft moeten inleveren aan subsidie.
Esther Gerritsen is top.
Tijdens deze voorstelling heb ik alleen maar zitten genieten van de tekst, omdat ik veel terug zie komen uit andere teksten van Gerritsen. Ook het spel is goed, ik denk ook de enige manier waarop je een tekst van Gerritsen kan opvoeren.
En dat je je familie als je buren gaat behandelen vind ik erg goed gevonden, want het is zo. En dan het einde met het doorbreken van de code van Tsjechov, erg goed!
Prachtige voorstelling. Een beetje geschiedenis, over hoe er vroeger geluidseffecten werden gemaakt, want tegenwoordig is het allemaal vervangen door de computer.
Ook de tekst was erg goed, hoe het steeds van misverstand naar miscommunicatie leidde.
En dan uiteindelijk staat de voorstelling symbool voor het verdwijnen van vakmensen. Ik kan niet begrijpen dat dit gezelschap moet verdwijnen terwijl ze zeer goed toneel maken.
Ik verwachte er niks van, omdat de regisseur Albert Lubbers naar Almere is gevlucht om niet meer te hoeven voldoen aan de hoge ‘kunsteisen’ van de randstad.
Dus ik had een simpele uitvoering verwacht en dat is het ook wel, achteraf gezien. Zonder te veel kunstzinnigheden, maar wel gewoon het verhaal van Medea, duidelijk. De betekenis kan je uit het stuk zelf halen en niet erbij bedacht, dat is lekker kijken.
Goed gespeeld, zeker omdat het overdekt buiten is en er grote plensbuien ons omringden. Maar dat is ook meteen het zwaktepunt, waarom in hemelsnaam op zo’n lokatie? Die voegde helemaal niks toe, misschien zorgt juist de lokatie ervoor dat ik er een kleine voldoende voor geef.
Dit is duidelijk het werk van Dirk Tanghe (of moet ik de hele paardenkathedraal zeggen).
Enorm decor, vreselijk lelijk licht maar dat maakt het mooi spookachtig en een geweldig onweer.
Ik heb veel respect voor de acteurs, dat ze deze voorstelling zo langzaam kunnen spelen. Het is in het begin lastig, maar je went er aan. Mooi om te zien hoe de personages in ‘spoken’ veranderen naarmate er meer van de waarheid naar boven komt.
De opvoering is echt perfect, maar het stuk van Ibsen zelf is uit de tijd. Daarom een tomaat, omdat het thema van spoken niet meer interessant is in deze tijd, waarin iedereen alles weet of kan weten van iedereen.
900 mensen zijn naar de Schouwburg van Almere gekomen. Of misschien zijn ze gelokt. Ze ging kijken naar ‘Vertellingen van 1001 nacht’ van Het Zuidelijk Toneel. Maar of ze dat laatste wisten, weet ik niet. Ik denk eerder dat de meesten kwamen voor Marc Marie Huijbregts. En dan ook een hele groep voor The Ashton Brothers. Als je die namen op de poster ziet of in het boekje of op een flyer of ergens in een tweet, dan denk je dat het misschien best wel leuk kan worden.
Het licht dimt ruim 10 minuten later dan de geplande aanvangstijd. Een spot gaat aan, regisseur Matthijs Rümke komt op het voortoneel en vertelt voor alle zekerheid nog maar even dat het de aller aller aller eerste keer is dat ze de voorstelling spelen voor publiek. De eerste try-out. Dat hij hoopt dat alle techniek zo vloeiend mogelijk loopt, maar dat er best dingen fout kunnen gaan.
Dat het dan gelijk mis gaat met de zender van Marc Marie, zodra het doek open gaat, dat is misschien de Wet van Murphy. Je roept het op je af als je van te voren gaat waarschuwen. Dat de technicus Marc Marie vervolgens zowat volledig uitkleedde was even een hilarisch moment en gelukkig kan Marc Marie daar heel goed mee omgaan. De acteurs van HZT helaas wat minder, maar daar ben je dan ook acteur voor.
Na een valse start begon het dan te draaien. Of eigenlijk te schuiven. Het decor ging op en neer. Van links naar rechts en open en dicht. Een zwart sprookjeskasteel, met overal beweging. Soms was de beweging onderdeel van de voorstelling, vaak ook was het een technicus die zo goed als (on)mogelijk ‘onzichtbaar’ zijn best deed om alles zo soepel mogelijk te schuiven. Het leidde mij af, mag ik zien wat ik zie of moet ik proberen het te negeren? Of is dit waar voor gewaarschuwd werd? En als je iets uit het midden zat, waren de zichtlijnen niet gunstig.
Marc Marie deed waar hij goed in is, namelijk verhalen vertellen en weer eens een pruik opzetten. Stond hem goed en hij deed het goed. John Buijsman (de sultan), de tegenspeler van Marc Marie heb ik niet gezien. Nouja hij stond er wel. Maar hij werd weggespeeld door Marc Marie. Het is appels met peren vergelijken, maar zo mooi dat verschil tussen een acteur en een cabaretier.
The Ashton Brothers deden de voorstelling opleven. Met een virtuoze apenact. Snel slingerend. Heen en weer en omhoog en omlaag. Met een apenorgie als gevolg. Ik vond het prachtig, maar misschien is het tegelijk de verklaring waarom er veel lege plekken waren na de pauze. Te grof of vulgair? Of was er meer aan de hand?
Na de pauze kabbelde de voorstelling rustig voort. De oudjes op twee hoog waren weer een knap staaltje van acrobatiek. Maar er was te veel te zien. Boven lag een stel een half uur te vrijen, achterop ging er iemand heel erg langzaam dood en dan stond Marc Marie op de voorgrond alles te vertellen wat we zagen. Ergens speelde er ook nog een orkestje. En dan liepen er helemaal bovenin technici de zekeringen te controleren.
Er zat heel veel in, voor elk wat wils, maar voor de ‘fans’ te weinig van waarvoor ze naar het theater waren gelokt. Stel je kwam voor MMH, dan was het ZTH gedeelte te saai en TAB te druk. En vice versa. Een duidelijk voorbeeld van verkeerde verwachtingen wekken met grote namen. Lege zalen zullen ze niet trekken, mede door die namen, maar deze voorstelling is niet (nog) goed genoeg voor volle zalen. Het is voorlopig best wel leuk. En dan ben ik nog vriendelijk.