Een rake steen in Antigone’s maag
Alexandros Grigoropoulos, een 15-jarige jongen, werd in 2008 vermoord door een politiekogel en de makers van het Italiaanse gezelschap Motus voelen dat ze hier iets aan moeten doen. De vraag is echter wat zij, theatermakers, moeten en kunnen doen aan het tragische wat er in deze wereld gaande is. Op een documentaire-achtige manier tonen de makers de gebeurtenissen rondom de moord en beschouwen deze jongen als een moderne Polyneikes, het slachtoffer van de heersende macht en broer van, de ons allen bekende, tragische heldin Antigone.
Een scherpe en krachtige vrouw begint op een uitputtende, ritmische en herhalende manier te bewegen, waarna ze ons de hedendaagse Griekse tragedie in de ogen spuwt. Terwijl de machthebber, Creon, de jonge jongen achtervolgd en uiteindelijk voor dood in een gecentreerd rood vierkant achterlaat, worden beelden in alle richtingen geprojecteerd, zelfs fel in onze ogen. De vrouw wil ons bewijzen dat we met z’n allen iets moeten doen. “Het stopt in het theater, maar buiten gaat het verder”. Ze wil ons rekruteren om samen te rebelleren tegen de destructieve macht. Misschien zijn wij allen, mensen die iets willen doen maar niet weten hoe, de moderne Antigone’s. Mimische stenen gooiend reageren ook werkelijke toeschouwers op haar vraag en beginnen met haar te gooien.
Een rake voorstelling met intens prachtige beelden. Ik wou dat een ieder van jullie, lezers, het kon zien. Ik wou dat ik het zelf nog eens kon zien.
Een theatrale As the World Turns
Hoewel de soap in de titel doet vermoeden dat Mariano Pensotti Noorderzon opzadelt met een afgezaagde voorstelling van het alledaagse leven, is deze voorstelling het ervaren meer dan waard. Bomvol prachtige en vreemde teksten en gebeurtenissen, biedt deze Argentijnse theatermaker het publiek een letterlijke, maar doorgaande mallemolen van tientallen personages die komen en gaan in het draaiende leven van vier hoofdpersonages die hun alledaagse levens leiden met de bijbehorende rare aspecten. Pensotti toont met El pasado es un animal grotesco (Het verleden is een grotesk dier) hoe het absurde voor anderen alledaags blijkt en hoe het alledaagse voor een ieder absurd kan zijn.
Op een continu ronddraaiend podium, verdeeld in kwarten waarbij elk kwart de leefomgeving van een ander hoofdpersonage is, leven deze mensen hun levens. Er is in de voorstelling nauwelijks sprake van dialoog omdat het tekstuele hoofdzakelijk vertolkt wordt door de vier, elkaar afwisselende, acteurs die de rol van commentator op de andere levens op zich nemen en ons met een afstand de bijzonderheden tonen van de personages.
De boventitels zorgen ervoor dat je je meer moet inspannen, want op de tekst en het beeld letten tegelijk is een drukke bezigheid, vooral ook omdat de vier personages in een razend tempo nieuwe personages baren die vliegensvlug het leven ook weer lijken te geven.
Veel is te zien in deze verhandeling van tien jaar uit het verleden van de vier personages, en daarom zou er nog veel meer over gezegd kunnen worden, maar zelfs nu nog laat het mijn hoofd tollen en daarmee is denken over de voorstelling nog volop mogelijk.
Half gebakken muzikale voetbaltrucs
Antoine Defoort en Julien Fournet, twee Belgische cabaretiers, bieden het Noorderzon publiek met Cheval een absurdistische aaneenschakeling van technische trucjes. In eerste instantie klinkt dit leuk, maar de twee Engelssprekende (met een herkenbare, maar niet irriterende zweem van hun Franse moedertaal) jonge mannen zijn jammer genoeg slordig in de uitvoering van deze leuke trucjes en melken deze uit tot irritatie het gevolg is. De tergend lange overlading van het zangerige Franse “un yaourt, un biscuit, une boisson” zorgt er bijna voor dat ik de oordopjes, aan het begin als “goede grap” uitgedeeld, al gebruiksklaar in mijn handen heb. De zogenaamde humor is flauw en het absurde gebruik van sport- en muziekartikelen is eerder zonde dan aangenaam lachwekkend. Ik geloof er in dat deze twee ruiters talent hebben en een grote technische inventiviteit bezitten, maar in de Machinefabriek komen deze maar half gebakken tot uiting. Gelukkig lijk ik niet de enige in mijn opvatting want een groot deel van het publiek reageert lauw, alhoewel er een dergelijke joelende fanbase van de paardrijders is die er voor zorgt dat zelfs de, opvallend kritische, Noorderzon schapen als één persoon opstaan voor een staande ovatie.
Halina Reijn is sterk en irritant. Voor de rest is alles goed uitgevoerd, niks op aan te merken.
Jammer dat er zo weinig Jacob Derwig in het stuk zat (Lövborg is een van de interessantere personages).
Verder zit ik te wachten op een enscenering/stuk van Ibsen waar de karakters en hun problemen me iets kunnen schelen. Dat is tot nu toe nog niet gebeurd.
Zet onder de bewegingen van technici die een set opbouwen goed gekozen muziek en het lijkt een choreografie, het wordt een voorstelling. Het is inmiddels vijf kwartier na het aanvangstijdstip dat in het programmaboekje staat, we hebben de uitgebreide soundcheck van deze groep uit Manchester inmiddels gehad, en we hebben de laatste tien minuten gekeken naar Fiona Wright, die zich bij wijze van test op aanwijzingen van een lichttechnicus over het toneel verplaatst, van spot naar spot. Terwijl ze ons ondertussen vertelt over haar verleden, en over haar ambitie om zangeres te worden. Na vijf kwartier dus wordt een begin gemaakt met het leggen van de vloer.
Weer wat later, als de vloer ligt, worden daar drie stoelen op gezet. De voorbereidingen voor de voorstelling lijken hun voltooiing te naderen. John Kilroy, die ons ongeveer een half uur eerder vertelde over zíjn verleden, over zijn inmiddels afgesloten carrière als danser (en over zijn relatie met een danseres), terwijl hij zijn gitaar stemde, en daarbij wat flarden van songs ten gehore bracht, John dus, is zijn spullen alweer in aan het pakken. Het lijkt erop dat het afbouwen van de set al begint, terwijl het opbouwen nog niet helemaal klaar is. Er lopen twee toeschouwers de zaal uit.
De voorstelling die nooit begint, duurt bijna twee uur, tien minuten langer dan was aangekondigd. Voor mij had het nog wel langer mogen duren. Want hoewel het idee niet origineel is, ben ik onder de indruk van het meditatieve ritme van de bewegingen en van de filosofische kracht van de teksten. Met als hoogtepunt die prachtige in de toekomst verdwijnende monologen aan het slot. Waarin de acteurs ons, terwijl het toneel al weer bijna leeg is, ze rollen de laatste kabels op, waarin de acteurs ons meenemen naar hun toekomst. Te beginnen bij waar ze vanavond iets zullen gaan drinken tot uiteindelijk tot ver voorbij wat mogelijk is. (Gezien tijdens Noorderzon)
Beeldend locatie theater. Dat wil zeggen, ze hebben een eigen locatie bedacht/ontworpen/gebouwd en daarin zijn ze zeer succesvol op zoek gegaan naar beelden. Het heeft allemaal iets weg van een ruimteschip, en mede daardoor is vrijwel alles mogelijk in die ruimte. De ruimte is de voorstelling. Lampjes, lang naar boven lopen, acrobatische taferelen en rollende moeren. Alles kan, alles mag en als het mooi is al helemaal. De rollende moeren zijn mijn favoriet. Simpel, overweldigend en door een simpel trucje heel ontroerend tegelijk. De mannen met baarden zijn een fremdkörper in het geheel. Iets dat tijdens het repeteren waarschijnlijk bedacht is en er in is gebleven. Het past niet helemaal in de setting, maar wat past er dan wel in zo’n ruimte? Al het andere!
Een voorstelling met een thema. Een doel. Een idee. Heerlijk kijken is dat. Dat het dan ook goed en professioneel wordt uitgevoerd is dan helemaal fijn. Een vrouw met een snor (of is het man met zeer vrouwelijke kenmerken?) zit het publiek te bekijken. Zij of hij zingt ons toe. Tussendoor vraagt ze nog even of de telefoon echt uit staat van één van de toeschouwers en gaat moeiteloos verder. Zo kan het dus ook mijnheer Hofstra!
De voorstelling draait om de vraag wat een vrouw een vrouw maakt en een man een man. En wat als je geen van beide bent, of beide tegelijk? En als je mocht kiezen, blijf je dan man of zou je vrouw willen worden? Begeleid door vervreemdende choreografieën blijf je geboeid kijken naar de androgene verschijning op het kleine podium. Dan weer vrouw, dan weer bijna man of iets er tussen in. Valt deze voorstelling onder de categorie eye-opener of bevestiging van vermoedens? Ik weet het (nog) niet, wat ik wel weet is dat ik het goed vond.
Na het zien van de eerste voorstelling zei ik dat het vast niet slechter kon. Hoe ver kan je er naast zitten! De burrito die we tussen de voorstellingen aten smaakte goed, maar die smaak werd weggespoeld door een hoop bagger in de voorstelling ‘Dames en Heren’ van Hofstra en Thiry. Het begon leuk, met een filmpje over een man met een hondenkop. Of een hond op een mannenlijf. Nouja, het zag er leuk uit. Daarna volgde een lange semi-tirade van Thiry met heus wel aardige stukjes erin, maar op een gegeven moment weet je het wel. Omdat Hofstra zwijgend achter een hek zat wist je dat de tirade niet tegen ons was gericht, maar doordat hij er zat en niet reageerde kregen wij als toeschouwers ook geen enkele houvast wat we van de tirade moesten vinden.
Toen volgden er een aantal acts, trucs en gekkigheden van Hofstra. Deze vielen opvallend genoeg in goede aarde bij het groepje jongeren dat was gekomen om te lachen en dat dus ook hardop deden. Mede door de joligheid van het groepje kwam er een beetje sfeer in de slecht gevulde zaal. Ook de technici achter mij konden het waarderen. Alleen Hofstra niet. Toen er daadwerkelijk een antwoord kwam op een vraag die hij ons stelde viel hij uit naar de jongen, dat hij “even zijn bek moest” houden. Als hij het over wilde nemen, kon hij nu het podium op komen. Zo niet, werd hij vriendelijk verzocht ‘stil te blijven’.
Vreemde actie. Natuurlijk is het niet fijn om een dergelijk groepje in de zaal te hebben. Waarschijnlijk al aangeschoten en geen besef van hoe je te gedragen bij een toneelvoorstelling. Maar we hebben het over een voorstelling op de Parade. Dan moet het kort zijn, het liefst grappig of mooi om naar te kijken en dat was deze voorstelling, op het begin na, allemaal niet! Het was langdradig, onduidelijk, houterig, ouderwets. Elke act miste overtuiging of originaliteit. En dan kan je wel als startpunt hebben dat het twee variétéartiesten zijn die hun grootste succesnummer verloren zijn, maar er werd hier niet gespeeld alsof ze het niet meer konden, de acteurs waren zichzelf, onkundig om ook maar iets te presteren. Het was echt diep triest.
Met verbazing gekeken naar deze voorstelling waarin “ook nu het politieke element niet ontbreekt”. Tja, als je een voorbijkomende foto van Bush al als zodanig bestempelt, dan is dat element aanwezig. Wat ik zie is een choreografie die opgedeeld is in een enorme hoeveelheid, vaak ultra-korte scènes. Een beetje het spookhuis-op-de-kermis-effect. Er wordt vooal heel veel gerend, met grote voorwerpen overgegooid en praktikabels in hoog tempo opgebouwd om te dienen als tafel of bed. Voor zover het zichtbaar is door al die donkerslagen ga je toch steeds meer herhalingen zien. Herhalingen die op mij niet de indruk maken de beelden te versterken. Tussen al dat gehol en geschreeuw door staat er enkele keren een meisje stil op een tafel. Weliswaar heel kort, maar wat een verademing. Het hele pandemonium mondt uit in een gooi- en smijtpartij, waarbij zelfs emmers verf over de performers uitgestort worden.
De timing van dit alles is perfect, maar wat moeten we toch met deze lege doos die de zo politiek geëngageerde choreografe ons aanbiedt?
In het eerste deel van dit tweeluik dansen drie mannen (vreemd: in een publiciteitsfoto waren het nog drie vrouwen) een heel minimalistische choreografie. De bewegingen zijn aanvankelijk heel klein, worden langzaam wat groter, maar blijven zeer strak en op onderdelen van secondes getimed. Heel knap en in zekere mate ook wel intrigerend, maar ‘t blijft afstandelijk. Je zit naar een bewegend plaatje te kijken waar geen spatje emotie vanaf komt. De dansers hadden ook robots kunnen zijn.
Na de pauze staat Hiroaki Umeda zelf op de vloer. Zijn solo versterkt dat robotidee alleen maar. Hoe het werkt mag Joost weten maar hij zet zijn spierbewegingen om in signalen voor een computer die de vloer en achterwand en soms alleen de performer voorziet van ontelbare lichtpuntjes. Die kunnen niet alleen alle kanten op bewegen maar ook in snelheid variëren. Je weet niet wat je ziet, je voelt je in een science-fiction-film beland. Tot je op een gegeven moment alle variaties van de lichtpuntjes wel gezien hebt en je lijdzaam de rest van de performance en de zeer aanwezige geluidsband ondergaat. Technisch ongetwijfeld ongelooflijk geavanceerd, maar ik wil eigenlijk gewoon mensen van vlees en bloed zien dansen…