Een dubbel gevoel heb ik na het zien van Harold Pinters´ ‘Bedrog’ uitgevoerd door tg Stan, maar ik kan niet goed verwoorden waarom ik met dit eigenlijke niets voelen de zaal uitloop. Naast dat ik de voorstelling wat traag en misschien dus saai vond, besef ik me tijdens het kijken plots dat ik me ervan bewust moet zijn dat de scènes niet in chronologische volgorde na elkaar verschijnen.
Het stuk is niet van gisteren en niet van hier. Toch lijkt dat in deze voorstelling wel zo.
Het eten zag er verrukkelijk uit! Petertje mag voor de tweede keer in een maand de arrogante betweter spelen, maar 1. het gaat hem heel wat beter af dan vorige keer en 2.
Ik heb er een paar dagen over nagedacht, maar eigenlijk heb ik niet zoveel te zeggen over deze voorstelling. Hij was lekker… als een uitgebreide maaltijd.
Goed, vooral als je het als toneel blijft bekijken. Anders wordt het een wel wat voorspelbare confrontatie van levensfilosofieën.
Twee mannen aan tafel. Een gesprek. Eten dat live op het toneel wordt gekookt en genuttigd terwijl jij als bezoeker vergeten bent iets te eten die avond.
Een vrouw neemt de dochter van een vriendin in huis. Echtgenoot vermaakt zich met het meisje. Als hij is uitgespeeld, laat hij haar zonder meer vallen.
Of/niet is een beetje Pinter en veel Ayckbourn. Vooral kluchtig. Het is de vraag of “of/niet” kenmerkend is voor tg Stan.
Zo’n vijftig krukjes staan verspreid in de zaal, ongeveer een meter van elkaar. Hierop neem het publiek plaats en hier speelt zich de voorstelling af.
De liefde moet het, in dit stuk van Racine, weer eens afleggen tegen wetten en praktische bezwaren. Keizer Titus wil wel, maar mag niet trouwen met Koningin Berenice.