Hebben jullie ook het idee dat er een vieze zweetlucht door de zaal werd gespoten, of waren het toch gewoon de voeten van mijn buurman? Hoe het ook zij, het droeg goed bij aan de sfeer van de voorstelling. Bah, bah, bah wat werd ik er akelig van. Het moet toch vreselijk zijn geweest in Nederland anno 1950. Arme Gerardjan, niks Grease en Rock&Roll.
De acteur en het videoscherm moeten een geweitje delen. Het verhaal krijgt een blikje want dat ken ik al van al die vreselijke Nederlandse boeken en films.
Zeker een ‘belangwekkende’ voorstelling. Qua technieken enzo, en ook knap gespeeld, maar ook wel een stom stuk en gewoon niet zo goed. Ik ben moeilijk tevreden te stellen.
Ik ben waarschijnlijk verpest door voorkennis. Het viel me allemaal nogal tegen en destemeer omdat ik het idee zo goed vond.
Tja, waarom iedereen hier nou duizend blikjes tomatenpuree tegenaan gooit, begrijp ik niet helemaal. Volgens mij wordt er een zondebok gezocht, en moet Dood Paard nu opdraaien voor alle agressie die er heerst tegen te jonge te succesvolle mensen (high flying, adored…, Julia Roberts heeft hier bijvoorbeeld ook vreselijk onder geleden). Eerst vind iedereen je briljant en dan vegen ze ineens de vloer met je aan.
Goed, briljant vond ik het niet en het hoeft van mij ook niet in Het Theaterfestival te staan en het duurde te lang, maar Dood Paard krijgt zeker één gewei voor belangrijk roken. Daarbij was ik ook best wel onder de indruk van de acteurs en er waren zelfs momenten dat ik, ja , ik durf het bijna niet te zeggen, geraakt werd. Oh, en ik heb ook nog gelachen, sorry hoor.
Ik heb er een paar dagen over nagedacht, maar eigenlijk heb ik niet zoveel te zeggen over deze voorstelling. Hij was lekker… als een uitgebreide maaltijd. Daarover ga je na afloop ook niet ontzettende diepteanalyses zitten maken.
Twee mannen aan tafel. Een gesprek. Eten dat live op het toneel wordt gekookt en genuttigd terwijl jij als bezoeker vergeten bent iets te eten die avond. Kortom: alle ingrediënten voor een vreselijk saaie avond. Maar het was toch zeker niet zo?! Het was ge-wel-dig. Ik had ze eigenlijk een blikje willen geven voor het mij zo doen verbazen, maar na het nagesprek (dat we dat nog hebben aangekund met z’n allen!) heb ik het toch vervangen door een gewei.
Ja hoor, dit is goed gespeeld en goed geregisseerd, maar het grote Zen-mysterie van Potter’s stuk blijft een beetje steken in een Twin Peaks for Dummies. Wel een extra gewei voor de regen die, in een sub-tropisch Nieuwe de la Mar een beetje verkoeling bracht.
Lang leve het acteursvakmanschap. Het spel in deze voorstelling is briljant, de acteurszijn stuk voor stuk geweldig. Maar ja, wat dan. Dan speelt men een stuk van Potter over de engelachtige duivel. Of andersom. Met een knipoog naar rechtsextremisme en het Potteriaanse thema ‘verkrachting als oplossing uit het lijden’. Waarom? Waarom? Omdat het een mooi stuk is dat men bij Hollandia perfect kan spelen? Ik vind dat niet genoeg. Omdat rechtsextremisme een thema is? Wanneer is dat het niet? Beste Hollandia u heeft zoveel potentieel aan acteurs en vakmanschap, gebruik het toch voor iets meer dan voor een voorstelling die mooi is omdat hij goed wordt uitgevoerd!
Wat een ongestructureerde onzin! Los van het feit dat ik niet snap waarom het in het Theaterfestival staat (de norm schijnt te zijn dat er ten minste één zin in het Nederlands gesproken wordt, en zelfs dat heb ik niet ontdekt) is het artistiekerige nonsens. Het is op elk niveau slecht: als circus, als theater, als varieté, en als dans. Toegegeven, een paar hele mooie dansfragmenten (de geblondeerde zanger met het bebloede hoofd verdient een gewei) maar er zit zoveel onzin tussendoor, dat er geen enkele structuur overblijft. ‘Tout’ Amsterdam gaf een staande ovatie, maar geef mij maar Rosas.
Ik sta, ik huil en ik zwijg
neem mijn hoed af, zet één voet een stap naar achter
en prevel een Amen zover als amen bij mij komen kan:
Wauw! Een voorstelling met kloten.
Het is te hopen dat Paul Koek & The Gang op de Theater-Bassline eens flink gaan uitpakken, want ze maken best wel een aardig potje Electronic Body Music (voor wie die term nog kent). Wat die muziek dan weer in deze voorstelling doet is mij een raadsel. Zolang de muzikanten een geluidsdecor maken is het prachtig, zodra het muziek moet worden is het lachwekkend. Gewei voor Fedja.
Gemakzuchtige zoektocht van van Hove naar goedkope effecten. Van der Ploeg zal het wel fantastisch vinden, de jongeren zelf waarschijnlijk minder. Ik vond de film beter.
Een scherpe voorstelling! Een wonder dat men ongedeerd bleef. De Schouwburg heeft nu wel een nieuwe vloer nodig. En als lemmingen stortten zij zich in de coulissen.
Het boek van Tabucchi is zo letterlijk overgenomen, dat het maar geen theater wil worden. Het verhaal van Tabucchi is prachtig, dat zeker, en de acteurs zijn goed tot zeer goed, maar het is verteltheater: de eerste 20 minuten wordt zo ongeveer het eerste hoofdstuk voorgedragen. Later overstijgt het het leesniveau gelukkig wel wat, maar het blijft meer literatuur dan theater. Wanneer je een boek bewerkt voor theater, moet je het dus wel bewerken! Michaël Zeeman, verklaard Tabucchi-liefhebber, liep halverwege de voorstelling uit.
Een levenslied. Prachtig. Josse de Pauw vertelt een verhaal, zijn verhaal, of zingt hij z’n eigen requem. Als een oud stuk hout, drijvend op zee. Maalstroom, draaistroom, onderstroom, kolk. Zonder te willen kiezen. Zonder hoop, maar dat geloof ik niet. Er zitten twee godjes op een wolk. Ze zien een mens: ‘Kijk daar!’ ‘Waar?’ ‘Daar!’ ‘Waar dan?’ ‘Te laat, het is al weg.’ ‘Wat was het dan?’ ‘Dat is moeilijk uit te leggen.’
Een oude man. Een grote familie. Het is een wonder dat ze er allemaal nog zijn. Gebroken armen, bloedneuzen. Het is een wonder dat ze er allemaal nog zijn. Hij zingt, twee muzikanten, foto’s. Een groot stuk ijs smeltend in de zon. Dat is het mooiste wat er is. Een auto zonder remmen rijdt in een bergpas de bocht om. Zijn gebit op de tafel. Hij zou het liefst zijn neus erbij leggen. Een oor. En dan steeds meer. Langzaam weg. Ik heb gehuild.