Zo’n vijftig krukjes staan verspreid in de zaal, ongeveer een meter van elkaar. Hierop neem het publiek plaats en hier speelt zich de voorstelling af. Dat voelt in het begin een beetje als een repetitie. De klas kijkt toe terwijl enkelen van hen een opdracht uitvoeren. Want zowel voor het steeds verschuivende en draaiende publiek als voor de acteurs die moeten opletten waar ze lopen (benen, tassen op de grond) en die in drie van de vier gevallen in een vreemde taal moeten spreken, is/lijkt de situatie wat onwennig. Maar Racines stuk uit 1670 is onverminderd actueel, de gevoelens van de personages zijn zeer herkenbaar. De begeerde titelheldin is uiteindelijk de wijste. De concurrenten in de liefde, Keizer Titus en zijn rechterhand Antiochus, laten de schouders wat al te zeer hangen. Zeker in het begin, geleidelijk aan wordt gelukkig merkbaar dat Frank Vercruyssen een acteur is die in z’n eentje de hele Proust-cyclus kan verbeelden.
De liefde moet het, in dit stuk van Racine, weer eens afleggen tegen wetten en praktische bezwaren. Keizer Titus wil wel, maar mag niet trouwen met Koningin Berenice. Wederzijds vertrouweling Antiochus lijdt intussen aan zijn vruchteloze liefde voor deze vrouw.
tg Stan heeft er iets bijzonders van gemaakt. De spanningen van de personages zijn vakkundig op hedendaagse smaak gebracht. Bovendien zitten de toeschouwers op krukjes die regelmatig over het speeloppervlakte zijn verspreid. De acteurs bewegen zich ertussen door. Ook ruimtelijk wordt zodoende op de huid gespeeld. Daar staat tegenover dat het gebruik van het engels een enigszins vervreemdend effect heeft.
Na het eerste deel -dat lijkt op pianissimo gespeelde andante muziek binnen één accoord- wordt het de laatste twintig minuten sneller, heftiger en emotioneler.
tg Stan heeft mij dunkt, fascinerender producties afgeleverd, maar is zó goed dat ook deze weer ‘prachtvoll’ was.