Productie van studenten van verschillende toneelscholen, op zich al bijzonder. Verzameling absurde autobiografische verhalen met open plekken ertussen. Sommige acteurs zijn beter dan andere, de setting maakt het een beetje opsommerig, maar er zit een aangenaam soort openheid in het spel, waardoor ik zelf mag associëren. Dat was prettig. Oh ja, de Discoria-cirkel is definitief rond (1987: iedereen houdt van Discordia; 1998: niemand houdt van Discordia; 2009: iedereen houdt van Discordia).
Ik had natuurlijk te hoge verwachtingen omdat ik een paar jaar geleden ‘Gatz’ van dezelfde groep zo ontzettend goed vond, maar ik vond dit bitter tegenvallen. Ze proberen Faulkner’s nogal onbegrijpelijke stream-of-conscience stijl te verhelderen door alle segmenten (die allemaal in een andere tijd spelen) uit elkaar te trekken en ze als korte scènes te spelen, maar ze ondermijnen dat weer door ook nog verschillende acteurs dezelfde rol te laten spelen. Bovendien vormde bij Gatz de verfijnde elegantie van Fitzgerald’s stijl met de banaliteit van het kantoorleven een mooi contrast, hier wordt Faulkner platgeslagen met een nostalgisch decor, vette accenten en raciaal correcte casting.
In de Oostenrijkse serie van De Warme Winkel is nu Alma Schindler-Mahler-Gropius-Werfel aan de beurt. Het begint weer fijn als ironisch documentair toneel over deze muze van de grootste kunstenaars van het fin-de-siècle, maar dan valt de façade (schitterend effect) en zien we het verwrongen, geperverteerde en onrustbarende onderbewuste van haar cirkel; perversie die volgens De Warme Winkel achter alle grote kunst verborgen zit. Ik vond deze helderder dan hun tamelijk hermetische voorstelling over Rilke, maar niet zo speels en zelfonderzoekend als die over Stefan Zweig. Maar dit is echt een goeie serie aan het worden van een intelligente en zelfbewuste groep. Moeten ze niet een poll doen wie het volgende onderwerp/slachtoffer moet zijn? Ik roep alvast: Wittgenstein.
Heel aardig, deze mix van Engelse geschiedenis en kantoor- en vergaderclichés. De strijd om de macht tussen de notulen en het jaarverslag door. Uitstekend gespeeld door met name Wim Bouwens en Xander Straat, twee van de beste sullige boekhouder/aardige vader-acteurs die er in Nederland rondlopen. Maar uiteindelijk ook een beetje mager, juist omdat er geen drama mag zijn. Daardoor wordt het eind nogal Jiskefet.
De voorstelling is zoveel tijd kwijt met duidelijk maken dat dit heus mensen van hier en nu zijn, dat de onderlinge verhoudingen van de personages pas te laat duidelijk worden. Gorki’s plot stelt al niet zoveel voor, maar nu kwam de tegenstelling tussen de idealisten en de pragmatici op het eind wel heel erg uit de lucht vallen. Wel een paar mooie scènes gezien: speciaal de liefde tussen Tamar van den Dop met Sanne den Hartogh. Inzet van zendmicrofoons (mensen die gewoon doorpraten terwijl ze af lopen) en muziek van William Bakker hebben allure en dat smaakt naar meer. Ohja: decor. Waarom in een lijsttheater nog een keer een lijst bouwen?!? Het reduceert theater tot televisie kijken. Niet nodig (zie ook: Antigone, Kreon, Oidipous)
Vier actrices zijn wisselend overtuigend qua Zeeuws accent, maar de mentaliteit hebben ze helemaal down. Levensverhalen van de 20e eeuw, verhalend geacteerd, met eenvoudige middelen verbeeld, met af en toe een mooi meerstemmig a capella gezongen liedje. Het is allemaal erg op de herkenning gespeeld, bewust laagdrempelig toneel, maar zo toegeweid en vol overtuiging gedaan dat ik het bijzonder naar m’n zin had. Het duurt met twee uur alleen veel te lang, de liedjes lijken tamelijk willekeurig geselecteerd, maar verder zie ik geen enkel bezwaar tegen een sequel over de Watersnoodramp, of een grote zaal-reprise (Toneelpublieksprijs wellicht?). Overigens is M-lab een heel aardig theater, en vol ook. Ik schat dat dezelfde voorstelling in Frascati maar de helft van het publiek had getrokken…
Strakke, vlekkeloos uitgevoerde voorstelling geeft prikkelend inkijkje in het Lynchiaanse multiversum van Jakop Ahlbom. Hart uitsnijden is beste scène van het seizoen tot nu toe, Marijke Schermer schreeft een gesstige, maar ook scherpe tekst (hier lukt het wel), en Aat Ceelen en Leny Breederveld blijken naast hun Carver-repertoire over onvermoede diepte te beschikken. Toch, het beklijft minder goed dan Vielfalt, dat zinsbegoochelender was.
De Touki’s stuurden brieven naar bevriende kunstenaars met een vraag naar lelijke spullen en andere ideeën voor een lelijke voorstelling. Daar maken ze een voorstelling van die erover gaat dat het in de kunst niet gaat over esthetiek maar over het sublieme. Dat is knap. En dan zijn die acteurs/muzikanten ook nog heel erg goede performers aan het worden, vooral Ward Weemhoff vond ik er nu uitspringen. Alleen te lang, da’s wel weer jammer, maar verder erg aangenaam.
Een dag uit het leven van Amerika, waarop The Apprentice in première ging, iedereen geobsedeerd is door een moordproces, David Bowie 57 wordt en, o ja, een rapport aantoont dat er geen massavernietigingswapens waren in Irak. Een vrolijk-chaotische Amrikaans/Vlaamse performance over die 8e januari 2004, die me erg beviel. En net als in het echte leven het banale Amerikaanse nieuws de rest van de wereld verdringt, wordt hier op het podium de Irakese inbreng van Mokhallad Rasem volkomen overschaduwd door toch toch altijd wat showy acteren van de New Yorkers.
Nadat ik ‘Kopenhagen’ zag, begreep ik weer wat Marijke Schermer (volgens mij) wil: spannend toneel met plot waarin grote, maatschappelijke kwesties worden uitgevochten door realistische personages. Daarom ergert het me zo dat het met Safety First opnieuw niet lukt: plot is onhandig, personages te grof, alles moet met tekst worden opgelost en de grote kwestie -privacy vs veiligheid- krijgt veel te weinig ruimte. En dan ook nog zo traag gespeeld (al kan dat de avond zijn (of de leguaan)). Nee, ‘t kon me niet bekoren…
Productie van studenten van verschillende toneelscholen, op zich al bijzonder. Verzameling absurde autobiografische verhalen met open plekken ertussen. Sommige acteurs zijn beter dan andere, de setting maakt het een beetje opsommerig, maar er zit een aangenaam soort openheid in het spel, waardoor ik zelf mag associëren. Dat was prettig. Oh ja, de Discoria-cirkel is definitief rond (1987: iedereen houdt van Discordia; 1998: niemand houdt van Discordia; 2009: iedereen houdt van Discordia).