Een mislukte voorstelling. Dat is op zich niet erg. Wel erg is het om te zien dat Jacques Commandeur en Annelies van der Bie er ook geen enkele moeite meer voor doen. Beledigend voor het publiek en voor Gusta Geleijnse en Inge Paulussen die er het beste van proberen te maken. Extra tomaat voor Peter Bischoff die zich ervoor leent om de hele voorstelling achter bovenin een koude liftkoker op een hele smalle laddersport te zitten. Had ik al gezegd dat dat overbodig was? Get serious, boy! Neem een voorbeeld aan de jongen voor wie je inviel, die zich ziek meldde.
Kleine voorstelling over grote dingen. En over rondjes draaien.
De HH critici hebben het geloven we niet helemaal begrepen. Daarom onze mini-interpretatie: bekijk het landgoed eens als TGA en professor Serebrjakov (Hugo Koolschijn) als GJ Rijnders en je ziet een door Titus Muizelaar briljant geregisseerd statement over de toekomst van TGA, het zinloze leven van Pierre Bokma en over zijn eigen positie als Kroonprins. En Hans Kesting is ook weer leuk.
Hoewel de hoofdrolspelers het niet onaardig doen is het een rommelig stuk. En van de regie wordt je ook niet veel wijzer…
Ik vond het heel erg goed en spannend ook, deze monoloog van Thomas Oerlemans. Onthoud de naam. Of beter: ga zelf even kijken.
Mooie monoloog over O.J. Simpson, geweldig gespeeld door Frank Sheppard. Ook heb ik nog maar weinig gezien dat het gebruik van televisies op het toneel zoveel bijdroeg aan de voorstelling. Toch een tomaat, voor de vormgeving die uitblonk door veel overbodige lichtwisselingen. Dat heeft zo’n jongen toch niet nodig…
Er zijn nog steeds mensen die denken dat Shakespeare nergens zo goed wordt gespeeld als in Engeland. Nou, niet door deze smurfen! Ook al zijn ze nog in opleiding, dat wil nog niet zeggen dat ze zomaar met dit soort spel, licht, decor, muziek en grime weg kunnen komen. Oprotten!
De blik die ons wordt gegund in het hoofd van meneer Tingeling is eigenlijk een blik in het hoofd van decorontwerper Gerrit Timmers. 3 geweien voor het interessante hoofd!
Ja, nou, mmm. Ik weet het niet zo goed hoor… Geluidsdecor af en toe erg mooi (vooral als het geen muziek wil zijn); tekst lijkt af en toe Rijnders-parodie, vooral als Pierre Bokma zijn Heldentenor aanzet; decor is prachtig; als geheel thoroughly onbegrijpelijk… Zoals ik al zei: ik weet het niet zo goed.
Leuk gedans, hoor, en ook nog wat verfrissende dingetjes over beeld en origineel en virtuele lichamen en zo. Maar het gaat niet echt ergens naartoe en dat maakt het nogal saai.
Productie van studenten van verschillende toneelscholen, op zich al bijzonder. Verzameling absurde autobiografische verhalen met open plekken ertussen. Sommige acteurs zijn beter dan andere, de setting maakt het een beetje opsommerig, maar er zit een aangenaam soort openheid in het spel, waardoor ik zelf mag associëren. Dat was prettig. Oh ja, de Discoria-cirkel is definitief rond (1987: iedereen houdt van Discordia; 1998: niemand houdt van Discordia; 2009: iedereen houdt van Discordia).