Yeah, anti-dans. Cool. Indrukwekkende prestatie van de spelers, en heldere meditatie over het wezen van kunst. Het publiek heeft alles al gezien, dus dat deel kun je overslaan.
Korte, kleine één-op-één performance. Danser legt teksten op een overhead projector, leest voor en beweegt. Iedereen krijgt andere stukjes tekst. Ik kreeg een mooi stukje uit ‘Kaspar’ van Peter Handke over trots en schaamte en de wil om de symmetrie van het lichaam op te heffen. ‘Mijn’ danser maakte dat beeld en de onmogelijkheid van die wens zorgvuldig aanschouwelijk. Bij mij werkte het dus, maar voor anderen was het minder geslaagd. Tsja…
Niet onaardig gedaan, vooral Marcel Osterop vond ik mooi; hij ontwikkeld zich tot een interessant acteur, van een soort die we in Nederland weinig hebben. Maar waarom in godesnaam moet dit stuk gespeeld worden?
Ik hou heel erg van Hollywoodfilms met ontploffingen, dus voor een theatervoorstelling met ontploffingen ben ik ook wel te porren, en deze is nog wel van Gerardjan Rijnders ook. Toch werd ik niet helemaal bevredigd. Het is een één-situatie-spel en daardoor voelt de voorstelling een beetje leeg. Na afloop verwacht je eerder dat dit het eerste deel was en dat er nu een grote, verlichte opblaasbaby uit de nok moet komen. Toch wel veel lof, speciaal voor de technici, die vaak fascinerender waren dan de tekst, en de vormgevers, vooral het feit dat de protagonisten allemaal toneelpersonages waren (Ubu, Kniertje) vond ik leuk.
Alle Toneelhuis-makers maken een episode uit het boek van Julian Barnes en Cassiers knoopt het conceptueel aan elkaar. Terugkerende elementen zoals de houtworm, de Titanic en de Ondergang van de Medusa staan in dienst van een visie op het theater als Ark, als plek waar de geschiedenis waarachtige leugen kan worden. De verschillende losse stukjes zijn alleen erg mager; alleen Lotte van den Berg’s deel, een tableau met blinden, werkt de gelaagdheid van de thematiek goed uit. Maar als geheel is het toch denk-theater, waarvan ik in Nederland de laatste jaren veel te weinig zie.
Drie geweien, met daarbij de aanmerking dat ik vooral met afstandelijke bewondering heb zitten kijken, en dat het voor mij weinig emotionele impact had. Maar prachtig decor, mooi gespeeld en een mooie, Donnie Darko achtige verhaallijn.
Leuke objectmime voor de jeugd over meccanoo, hamertjes en bouwen tot in de hemel. Leuke vondsten, maar niet helemaal scherp in de uitvoering. We zagen het met zeven man publiek op het nieuwe podium Mozaïek in Amsterdam Bos en Lommer - pardon: trendy West. Het is een mooie zaal (oude kerk), maar laten we zeggen dat het z’n publiek nog moet vinden.
Het is moeilijk om echt een hekel te hebben aan Het Volk, noeste theaterarbeiders, die dit keer zelfs een nieuwe generatie Kruijver (Karlijn, dochter van Wigbolt) introduceren. Ze vonden een merkwaardig curiosum, een stuk uit 1922 over de coming-out van een artistieke zoon in een werkmansgezin, maar ze voegen daar dan een beetje flauwe laag aan toe van een amateurgezelschap die dit stuk gaat uitvoeren. Ik heb met wel vermaakt met het me afvragen of het stuk een mystificatie was (had ik leuker gevonden) en met het aardige komedie-spel. Maar toch, als geheel erg mager.
Het begon leuk: twee dansbewegers op een houten decor, een soort kruising tussen piratenschip en rommelzolder, waarmee ze hele coole dingen doen, waar het hout bijna van breekt. Kortom: twintig minuten sympathiek bewegingstheater en dat het dan nog iets langer duurt vergeef je ze wel. Maar het duurt dus niet ‘iets langer’, het duurt bijna anderhalf uur, met steeds meer van dezelfde bewegingen en flauwe filmpjes die beter op YouTube hadden gekund. Sympathie verspeeld, jammer.
Pijnlijk, zoekend, tenenkrommend, genant, onbegrijpelijk, tergend, onaf (of beter: niets eens begónnen), schaamteloos, veel te lang, onzeker, mislukt, weerbarstig en onverstaanbaar. Discordia staat er weer en ik hoop dat ze nog heel lang blijven.
Productie van studenten van verschillende toneelscholen, op zich al bijzonder. Verzameling absurde autobiografische verhalen met open plekken ertussen. Sommige acteurs zijn beter dan andere, de setting maakt het een beetje opsommerig, maar er zit een aangenaam soort openheid in het spel, waardoor ik zelf mag associëren. Dat was prettig. Oh ja, de Discoria-cirkel is definitief rond (1987: iedereen houdt van Discordia; 1998: niemand houdt van Discordia; 2009: iedereen houdt van Discordia).