vreemde voorstelling: nadrukkelijk bedoeld voor De Parade (inclusief houten bankjes en extra lelijk geluid). Het stijgt (vanwege de vele vervreemdende en verstorende elementen) absoluut boven het hapslikweg-karakter van de gemiddelde Paradevoorstelling uit, en zou daar niet misstaan. Maar het is ook een lappendeken, een bijelkaargeraapt zooitje tekst en beeld, waar weinig lijn in te vinden is. En het feit dat dat in de titel al was aangekondigd vind ik onvoldoende excuus.
Ik was erg benieuwd naar deze zuid-afrikaans-Nederlandse samenwerking, en naar het schijnt is de schrijver van het stuk in ZuidAfrika gevierd…
Waarschijnlijk werkt de speelstijl wel in de community theatre-context waar Sibikwa normaal gezien in speelt, maar in een Nederlands theater valt vooral het amateurisme in spel en regie, en het overmatig moralisme in de tekst op. De muzikale intermezzo’s klinken weliswaar zeer goed (inclusief de Xhosa-clicks uit Nederlandse kelen, mijn complimenten), maar laten bij mij toch een neo-koloniaal gevoel achter: meer afgedwongen couleur-locale folklore dan een sfeerbijdrage. Allemaal heel welwillend, maar het schiet dus niet op. Scholierentheater van derde alloi, jammer.
Montagevoorstellingen zijn duidelijk mijn ding niet. Teveel onsamenhangende artistiekerigheid, te weinig dramatische lijn.
Thyestes speelt wel goed, maar Atreus is erbarmelijk. De meest afschrikwekkende episode van de toch al niet zoetsappige griekse mythologie wordt geen moment een geloofwaardige gruwel.
Het is een bij voorbaat verloren gevecht. Terpstra wil iets duidelijk maken over de impact die Bruce destijds heeft gehad, door met behulp van “echte” stand-up het publiek proberen te raken. Tijdens de slotmonoloog van Lebbis worden een aantal rake dingen gezegd, waardoor ik denk “gôh, het lijkt nog te lukken ook, dat doet Lebbis toch best knap”. Maar op datzelfde moment beoordeel ik het dus weer als een voorstelling, neem ik afstand, en is het stuk werkelijkheid wat bijna binnenkwam weer verdwenen. Maar het gevecht om daar te komen is wel interessant. Jammer dat andere dingen daaraan ondergeschikt zijn geworden: de vertellers-vorm werkt niet, Rogier in ‘t Hout heeft een te lief bekkie om echt boos te zijn, en Veerle is een prachtige vrouw, maar niet om te zien strippen als je op rij 2 zit.
Helaas, aan de rij lag het niet SvdB: ik zat op rij 4, maar het ging mij ver boven de pet. En iemand anders bij mij in de rij zat letterlijk te knikkebollen… Het laatste uur kon ik nog een beetje begrijpen, maar daarvoor snapte ik bijzonder weinig van het verhaal. Bij de Hamle’t was alles glashelder, maar hier had ik lange tijd geen idee wie nou wie had vermoord (toch tamelijk cruciaal). Maar hier en daar erg mooi acteerwerk, m.n. Martijn, Margijn en Vincent.
Het is me niet helemaal duidelijk of het komt omdat het niet Shakespeare’s sterkste tekst is, of omdat Mafalaani in deze ingetogen regie geen statement weet te maken. In ieder geval maakt de voorstelling weinig indruk. Wim Willaert is vrij goed als Shylock, Adelheid is vooral Adelheid, en verder rest er een oorverdovend schouderophalen.
Veel potentie, maar het komt er nog niet allemaal uit. Gijs Scholten van Aschat heeft moedig geprobeerd zowel de melige sfeer van de tv-serie, de totaal psychedelische film ‘Head’, als de melancholie van de midlifecrisis weer te geven. Interessant veellagig geheel wordt het daarmee, waarbij nooit helemaal duidelijk is wie wat speelt, en waar welke werkelijkheid om de hoek komt kijken. Tegelijkertijd weet men er nog niet goed grip op te krijgen, zakt het tempo veel te vaak uit de voorstelling, en heeft het te weinig richting nu. Hopelijk komt dat goed als men beter is ingespeeld. Porgy Franssen, Han Oldigs en Peter Blok (hij lijkt ook echt enorm op Mike) spelen zeer goed, Gijs Scholten is vooral heel erg Gijs Scholten.
Spelplezier, lichtplan, ezel-plateauzolen, Helena’s armen, Puck(s), tutu’s: wat een feest!
Op papier was het een briljante combinatie: de musici van Zita Swoon in een theaterstuk met dansers van le Compagnie C de la B. Het blijft ongelooflijk hoeveel muzikale ideeën blijven opborrelen bij StefKamil Carlens cs., er zit ongelooflijk veel creatieve energie in die gast. De muziek is dan ook erg goed, maar om er theater van te maken blijkt tochandere koek. Wanneer de dansers van C de la B dansen op de live muziek, zoals in begin en eind, is het spannend. Het grootste gedeelte van de voorstellingproberen ze te acteren, of iets wat er op lijkt, om er een verhaal van te bouwen. Eigenlijk weet alleen drummer Aarich Jespers de crossover goed te maken, en zowel de muzikale als theatrale kant aan te kunnen. En alleen al voor zijn zelfgemaakte tap-sample-drumcomputer krijgt hij een gewei. Teveel pretentie, te weinig eenheid en richting. Het gaat hard op zijn muil op de komende Lowlands volgens mij: alleen de die-hard Zita Swoon-fans die elke muzikale scheet van SKC geweldig vinden zullen het interessant vinden.