Je zit op het podium in de Stadsschouwburg. Je ruikt de geuren van citronella en rottende lijken. Je hoort stemmen en ziet het verhaal uitgespeeld worden. Alles is fantastisch en je denkt bij jezelf: “Grutjes, dit is goed zeg”. En weet je wat: dan heb je nog gelijk ook! Alles aan deze voorstelling ademt sfeer uit. En alles aan de voorstelling is mooi. Helemaal te gek. EN IVO KOMT NAAR AMSTERDAM!! Mijn geluk is compleet.
Een dag voordat bekend wordt gemaakt dat Wonderboy van Hove Toneelgroep Amsterdam overneemt van Rijnders, krijgen we alvast een voorproefje te zien van wat ons het komende kunstenplan in de Stadsschouwburg te wachten staat. De voorstelling op zich is een geweldige ervaring. Zoals de stem bij aanvang al aankondigt, ik ‘kom los van de dagelijkse ruimte waarin ik mij bevind’. Van alle kanten word ik bestookt met beeld, geluid, geur en emotie, hoe emotieloos de acteurs ook pretenderen te spelen. In het begin, bij de theatrale teksten van Duras dacht ik nog: oh shit weer theater over theater, maar nee, als ik naar buiten loop baal ik ervan dat ik niet nog twee uur heb mogen genieten van het spektakel van van Hove en Versweyveld. Is dit het dan, Holland Festival? Graag en meer!
3 videoschermen, 2 vj’s en 1 verhaaltje (zeggen ze zelf). Het is erg leuk om Eboman een keer live z’n ding te zien doen, maar het is nog veel te mager voor het theater.
Leuk gedans, hoor, en ook nog wat verfrissende dingetjes over beeld en origineel en virtuele lichamen en zo. Maar het gaat niet echt ergens naartoe en dat maakt het nogal saai.
Op papier was het een briljante combinatie: de musici van Zita Swoon in een theaterstuk met dansers van le Compagnie C de la B. Het blijft ongelooflijk hoeveel muzikale ideeën blijven opborrelen bij StefKamil Carlens cs., er zit ongelooflijk veel creatieve energie in die gast. De muziek is dan ook erg goed, maar om er theater van te maken blijkt tochandere koek. Wanneer de dansers van C de la B dansen op de live muziek, zoals in begin en eind, is het spannend. Het grootste gedeelte van de voorstellingproberen ze te acteren, of iets wat er op lijkt, om er een verhaal van te bouwen. Eigenlijk weet alleen drummer Aarich Jespers de crossover goed te maken, en zowel de muzikale als theatrale kant aan te kunnen. En alleen al voor zijn zelfgemaakte tap-sample-drumcomputer krijgt hij een gewei. Teveel pretentie, te weinig eenheid en richting. Het gaat hard op zijn muil op de komende Lowlands volgens mij: alleen de die-hard Zita Swoon-fans die elke muzikale scheet van SKC geweldig vinden zullen het interessant vinden.