Het decor van Theun Mosk, met aan alle kanten donkere houten planken waar licht door valt, is prachtig. Het laat zien dat de beslotenheid van het tweekamerappartement niet volledig is. Steeds schemert ook de wereld daarbuiten er doorheen: het appartement van de bovenburen, de straat.
In 2003 heb ik de De Mensenhater van De Paardenkathedraal gezien. Sindsdien is dit stuk één van mijn favoriete stukken. Sindsdien noem ik mijzelf een misantroop. Sindsdien probeer ook ik zoveel mogelijk eerlijk te zijn.
Nu speelt Oostpool De Misantroop. Ik wilde het zien, mijn vader ging mee. Ik ging er heen met de vraag of het me nog steeds tot mijn favoriete stukken behoort.
Performance met als uitgangspunt het sprookje De kleine zeemeermin van Hans Christiaan Andersen.
Ik ben een fan van Sanne den Hartogh en ook in dit stuk stelt hij me niet teleur. Ik vind hem geweldig.
Maar…ik raak verward door de tekst. Ik herken ‘Franny and Zooey’ van J.D. Salinger, een van mijn favoriete boeken. Echter, dat boek wordt helemaal niet genoemd in de flyer. Er staat dat de makers ‘geïnspireerd’ zijn door ‘o.a.’ J.D. Salinger en dat de tekst van Casper Vandeputte is.
De voorstelling ademt de sfeer van de jaren vijftig. Als je niet beter wist zou je denken dat het stuk uit die tijd stamt. Toch is dat niet zo. Het is een tekst van nu. Tekstschrijver Casper Vandeputte liet zich weliswaar inspireren door de thematiek van de Amerikaanse schrijver J.D.
De kracht van deze Hamlet zit, vind ik, vooral in Sanne den Hartogh. Zijn spel, zijn geweldige stem, zijn Hamlet.
Ik vind de kostuums schitterend en het decor mooi.
Wie speelt Hamlet en hoe? Ook dat is altijd de vraag. Sanne den Hartogh doet het nagenoeg zonder mimiek en zonder gestiek. Hij houdt tijdens zijn monologen zijn hoofd schuin omhoog en articuleert duidelijk en nadrukkelijk, dat is het wel zo’n beetje. Goed verstaanbaar dus (ook voor de scholieren op het tweede balkon).
Het was een lange zit, maar wel makkelijk vol te houden. Een Hamlet die voldoende bewerkt is om actueel te worden, maar tegelijkertijd de taal van Shakespeare weet te behouden en die zodoende te eren.
Want dat is waar je toch voor komt? Je wilt de taal horen en je laten overrompelen door de dubbelzinnige metaforen.
Drie keer in een minuut of tien een paar neerzetten. Twee senioren, een middelbaar echtpaar en tenslotte twee jonkies. Maar daar op een toneeltje van pakweg 2,5 x 2,5 m maar iets van.
En Tina de Bruin en Ricjk Paul van Mulligen deden het. Het was en bleef lichtvoetig, zoals hoort op De Parade, maar het werden ook nog eens zes belangwekkende mensen.
Knap.
Na een voorstelling over een belangrijke schrijver hebben semi-intellectuelen het niet altijd even gemakkelijk. De (in hun ogen) iets minder intellectuele nabeschouwers mogen dan wegkomen met ‘Ik snapte lang niet alles hoor, maar ik vond het wel leuk’. Iemand die zich erop voor laat staan wel eens een goed boek te lezen, kan dat natuurlijk niet maken.