Na een voorstelling over een belangrijke schrijver hebben semi-intellectuelen het niet altijd even gemakkelijk. De (in hun ogen) iets minder intellectuele nabeschouwers mogen dan wegkomen met ‘Ik snapte lang niet alles hoor, maar ik vond het wel leuk’. Iemand die zich erop voor laat staan wel eens een goed boek te lezen, kan dat natuurlijk niet maken. Gelukkig hou ik wel van voorstellingen die me (ook in de gesprekken na afloop) een ongemakkelijk gevoel geven.
Ksztalt is een intelligente WarmeWinkel-achtige collage over het werk van Witold Gombrowicz, een schrijver waarvan ik nauwelijks iets heb gelezen. Het wordt gespeeld (en is gemaakt) door Lard Adrian, Ali Ben Horsting, Maria Kraakman, Stefan Rokeband en Erik Whien. De laatste dus niet als regisseur maar als acteur.
De échte intellectuelen in de zaal, want die zijn er ook, er zit er zelfs een naast me, zijn uiterst tevreden. Die van naast me roept, iets te vaak naar mijn smaak (misschien wil hij wel dat de hele zaal weet dat hij een intellectueel is) tijdens het applaus heel hard ‘Bravo, bravo, bravo!’
Het is een voorstelling rond het thema ‘vorm’ (ksztalt). Maar je zou ook kunnen zeggen dat het over ‘oordelen’ gaat. Hoe dan ook, dat thema is op een gevarieerde manier neergezet, waardoor de voorstelling zowel voor intellectuele als voor iets minder intellectuele festivalbezoekers (we zijn op Oerol) genietbaar is. Behalve als Erik Whien (met een pruik op) plotseling heel boos doet over het oordelen door toneelcritici. En daarbij zo ongelooflijk streng de zaal in kijkt dat die meteen doodstil is. Dat verrast me volledig. Het lukt me dus niet om op tijd mijn blocnote onder mijn stoel weg te moffelen.