Zelden heb ik mensen met zo’n enthousiasme en zo’n energie een Shakespeare zien doen. Even was ik weer dertien en helemaal into (old school) rap. Maar ik ben te oud, zoals de publiekssamenstelling al deed vermoeden. Ik kreeg plaatsvervangende pijn in de ledematen van het zien van de breakdance op de vloer. Ik hoop dat Rick de voorstelling heeft gezien: klassiek stuk met jonge allochtonen op de vloer en heel veel in de zaal. Daar gaat onze subsidie!
Verfrissend. Ghanese meiden en vrouwen die leven en eten en de Bijlmer beschouwen. Totale confrontatie met mijn vastgeroeste gebruik van de term multicultureel. Mensen, het is niet alleen maar een woord!
God is ook al dood. Dat vertel je je kinderen (later). Verder lig je te chillen in een bed, je praat wat, want dat kan je zo goed en je neemt het op op video die je na afloop kan kopen. Je eet vieze troep uit de magnetron en je draait muziek. Zo leef je als je chillt (ook hip). En dan lig je op een bed omringd door post-camp objecten (nog meer hip). De voorstelling zapt aan je voorbij. Hipheid is niet iets om voor weg te lopen.
Denkend aan Nederland zie ik niet meteen de lege mens. Maar absolute leegte bestaat ook hier. Drie personages op het toneel hebben het probleem dat drie teveel is. Maar dat raakt hen niet. Zoals niets hen raakt. De gesprekken zijn leeg. Dit in tegenstelling tot de exotisch ingerichte hapjesbar en hun meer dan hippe kleding. De wereld gereduceerd tot vorm. En de vormgeving is hun wereld. Verbluffend. Tragisch ook. Boven op hun lip zittend, smeekte ik binnensmonds om een uitbarsting. Geef me één emotie! Maar nee. Aan de ene kant jammer. Aan de andere kant waar. Tip voor de toekomstige bezoeker: Tel de citaten. Ik kwam tot vijf!
Ik was bijna vergeten hoe leuk meeloop-mime kan zijn. Door de catacomben van het Amsterdamse COC achter de twee actrices aan. Het gebouw (gewei) levert een prachtig decor voor de op ‘Mädchen in Uniform’ gebaseerde voorstelling. Dat de meest gevoelige scènes zich op de (grondig schoongemaakte) SM-zolder afspelen zal de leek misschien ontgaan maar de locaties, het mime-achtige spel, de belichting en het hele waar-sta-ik-de-spelers-niet-in-de-weg-gevoel zijn genoeg om het een belevenis te maken. En dan nog een extra gewei voor het theatertje op de zolder. Toen ik vroeg of dat oude proscenium-podiumpje in de Amsterdamse Jordaan nog wel eens gebruikt werd, merkte een van de vaste COC-ers op: “O ja hoor, dat is onze disco…”
Handke is altijd inkomen, maar de ontboezemingen van Margien van Doesen en Annette Maas zijn van een ongekende eerlijkheid die binnen de setting van de Barre Discordia Fin de Saison zelfs een extra speelsheid meekrijgt. Acteurs die hard werken op de vloer. Dat zouden we meer moeten zien. Beide dames een vol gewei en Handke krijgt een blik omdat het alijd zo lang duurt voor je aan hem gewend bent.
Je hebt dans en je hebt toneel. Allebei hebben ze duidelijke kenmerken. Gooi ze bij elkaar en je komt in het grijze gebied van moderne dans/bewegingstheater. De hele voorstelling heb ik geprobeerd om uit te maken en uit te meten waar ‘La Sylphide en James’ toe behoorde. Ik kon niet kiezen. Wat een heerlijk mysterie!
Jappe Claes kan echt wat meer dan koffie drinken in Katz. Tijn Docter had de tijd van z’n leven. Maar de show werd gestolen door het natuurlijke spel van het hondje dat tijdelijk bij Anneke Blok logeert en (dus) meedeed in de voorstelling. (Het talent onder de viervoeters is de laatste jaren duidelijk gestegen. Misschien moet iemand Wim T. Schippers eens bellen voor een reprise…)
In een tijdelijk onderkomen van het in verbouwing zijnde Theater Kikker wordt cultuur gecreëerd. ‘Eba III’ is een thriller-stuk over twee dochters met dezelfde ‘mad scientist’ als vader. De voorstelling heeft een hoop verrassende elementen die jammer genoeg niet allemaal worden uitgewerkt. Toch een gewei voor het op het toneel zetten het suspense-achtig spel en dito sfeer.
Ik hou toch van ‘t Barre Land! Wat een prachtige voorstelling, fijne vertaling, schitterend spel (ik heb Veerle te lang niet gezien) maar wel pijnlijke stoelen (zouden ze die meenemen op tournee?). Oja, en die twee GSM-eigenaren, kunnen die op de brandstapel?
Vandaag zag ik Bram van der Vlugt voor het eerst live op het toneel. Vanuit de zaal, zelfs. Heeft nog best lang geduurd overigens. Hoe dan ook, een fijne ervaring, ook al is het stuk bij tijd en wijle een beetje uitleggerig. S. en ik concludeerden: een wat ouderwetse speelstijl maar toch een vermakelijke voorstelling (en knap hoe ze een deel van het decor toch voor de lijst van het theater hebben kunnen hangen. Dat was vast een klus!). Nu ben ik weer helemaal bij over hoe dat ook alweer zat met Bohr en Heisenberg. En ik heb nog iets anders ontdekt tijdens een guitig sprongetje van Van der Vlugt: Hij doet me zooooo denken aan Rob Erenstein!
(overigens, het NT doet zelf ook aan Minirecensies: http://www.nationaletoneel.nl/feedback/kopenhagen-2.html. Geweien gaan er ook tot vijf. Zien er alleen uit als tomaten. Te verwarrend.