Helemaal in de stijl van het eerdere drieluik ‘Zeeuws Meisje’ - muziektheater, toegankelijk, flink aangezet, grote stappen snel thuis. Meer van hetzelfde, zij het dat nu de drie monotheïstische godsdiensten aan de beurt zijn.
In deze voorstelling wordt de gang van de jonge ‘nieuwe Nederlander’Samir langs de gevaren van het Amsterdamse leven, langs engelen en burka’s ,naar het nakend martelaarschap, gevolgd.
Ondanks de ogenschijnlijke heftigheid van het onderwerp, toch een niks aan de hand vertelling, vrolijk en soms met een paar vette cliché’s.
Hij een oude, verongelijkte, bazige, egoistische en vergeten architect. Een prachtige Aat Ceelen.
Zij (Leny Breederveld, goed als vrijwel altijd)een fysicus met speciale aandacht voor causaliteit, die, vanaf de dag van de bruiloft, van toewijding aan de grillen van haar man, een carriere heeft gemaakt.
Het wordt haar geleidelijk aan duidelijk dat zijzelf de causaliteit van de verkeerde keuzes heeft geleefd.
Via keukenkastjes als doorgeeftluik van het geheugen, een jonge hartchirurge die haar eigen hart uitsnijdt en die aan haar ter bewaring geeft en vooral haar man die, niet alleen door het voortdurend kwijt zijn van bril en gehoorapparaat, er blijk van geeft zich van de wereld te willen afzonderen, komt zij alsnog tot het besluit het huis, het huwelijk, de gevangenis te verlaten.
Het is verrassend, tintelend, bijna vrolijk toneel met prima tekst (Marijke Schermer) over de treurigheid van menselijke relaties.
Wel klinkt doordat een ‘gemengd dubbel’( oud echtpaar staattegenover jong echtpaar) heel in de verte ‘who is afraid of Virginia Woolf’ mee.
Niettemin: een prima avond toneel.
Instinct ( naar Double Indemnity)is simpel gezegd het verhaal van Ness - werkend voor een verzekeringsmaatschappij- en Phyllis, die samen haar echtgenoot vermoorden om de verzekeringsgelden op te strijken. Eigenlijk een studie in cynisme.
We zagen een sterrenteam (met o.a. Elsie de Brauw, Wim Opbrouck en Pierre Bokma) geleid door een topcoach (Johan Simons), met niet geringe ambities(“discussie over vermeende amoraliteit” en “dilemma .. tussen vriendschap en carriere”). Die zijn ook wel terug te zien: er wordt, laat ik zeggen, héél expressief geacteerd en de affiche “crimineel muziekthater” betekent ook echt dat de acteurs regelmatig in gezang - liedjes van de Inkspots, las ik- uitbarsten.
Dat kwaliteit geboden werd, is zeker. Maar toch genoot ik meer van het verhoudingsgewijs rustige spel van Katja Herbers dan van de uitbarstingen van de kanonnen naast haar. En dat The Singing Detective als referentiepunt voor het muzikale element werd genomen, is echt veel te hoog gegrepen.
Kortom: goed, maar niet zo goed als ik vooraf verwachtte dat het zou zijn.
Haar zeven hersenschimmen zitten, bewegen, roezemoezen aanvankelijk in een plastic cocon waar de vrouw omheen cirkelt.
Sacha Bulthuis is die vrouw die, zwevend op de rand van leven en dood, een lange monoloog houdt tegen haar herinneringen. Zij, die herinneringen, haar kinderen, bewegen bewegen heftig en stoppen abrupt, zoemen, zwijgen. zingen flarden, murmelen onversaanbare woorden. Maar reageren niet op de geuite schuldgevoelens, bekentenissen en berusting in de reflectie van de vrouw.
Het ziet er allemaal toegankelijk en toch heel mooi uit, daar in De Appel. Gerardjan Rijnders heeft een mooie tekst geschreven. En Sacha Bulthuis doet precies wat nodig is - erg goed zijn.
Eigenlijk zou ik de minirecensie van Jeanine (08/12/08) goeddeels kunnen kopiëren. Want Paul Gallis heeft er inderdaad iets prachtigs van gemaakt. En Jacqueline Blom acteert prachtig in veelvoud. Maar bovendien vond ik ook nog de Woyzeck van Rogier Philipoom echt ontroerend en hebben in mijn ogen Gerardjan Rijnders ( Janine Brogt) het gepresteerd om van een ouderwets schematisch toneelstuk een aansprekend verhaal voor nu te maken.
Klasse.
Vier bevriende kunstenaars hebben besloten hun slechtste werk te verbranden. De aanloop tot die ultieme daad maken we mee.
Een licht gegeven, licht gespeeld. Niet diepgravend, een beetje loszand, aardige teksten, leuk spel.
Op één punt heb ik mijn bedenkingen. Achtjarigen zijn ook welkom zegt Artemis, want “Vakman” is een (korte) familievoorstelling. Nou ja, als ze dat zeggen zal het wel waar zijn. Maar mijn kleindochter zal ik er niet zo snel mee naar toe nemen.
Bijzonder: een locatievoorstelling achter slagbomen, in een hangar op het voormalig vliegkamp Valkenburg.
Wel een beetje à la Hollandia. Maar dan muziektheater op basis van een lichtvoetige versies van de filosofie van Charles Fourier.
Visueel valt er veel te genieten: licht en prachtige beelden, fraaie bewegende soelers en speelsters.
Maar ondanks de levens- en wereldbeschouwingen die ten beste worden gegeven, is de tekst het zwakste deel: fragmentarisch en vaak slecht verstaanbaar.
Niettemin: de moeite alleen al waard vanwege al die betoverende schoonheid.
Een vrouw komt troost halen bij haar hartsvriendin. Die er vervolgens overstelpend, bemoiezuchtig en bazig tegenaan gaat.
Zo’n vrouwenvriendschap blijkt niet minder problematisch dan sommige relaties tussen vrouwen en mannen, lijkt de auteur te zeggen.
Toch zit het ‘m niet in de plot. Die is er eigenlijk nauwelijks. Noch in het thema. Want die blijft goed beschouwd even vaag als het relationele probleempje waarmee het begint.
Maar die Marcel Osterop schrijft wel fraaie teksten. Die zeggen misschien toch iets (mogelijk zelfs iets wezenelijks) over het gezoek naar identiteiten door twintigers en dertigers.
Trouwens het is komedie. Gelukkig wel eentje die, zoals ook de flyer zegt, zwartgerand is. Nou ja, er is in ieder geval enig creatief vuur aan te pas gekomen. Met als resultaat, wat ons betreft, een uurtje prettig vertier.
Komedie en toch leuk.
Quills zijn de ganzeveren waarmee de Markies de Sade schrijft. En dat doet-ie. Samengevat: je kunt het beter beschrijven dan bedrijven.
De Roovers maken er iets moois van. Met een geweldige Peter Gorissen in de rol van een voorlezende, sardonische, verleidende en monkelende De Sade.
Hij levert aanvankelijk schriftelijk, later mondeling verslag van de donkerste kanten van de menselijke ziel. Zijn verslagen vinden veel aftrek, omdat hetzelfde kwaad blijkbaar in zijn lezers huist.
Ontneem de schijver zijn pen, of ganzenveer in dit geval, en het ontaardt in grand guignol. Althans dat maakt de schijver van Quills, Doug Wright ervan.
Het gezelschap illustreert dat en kleedt dat aan ( en uit) met een uitbarsting van taal en morele polemiek. Pakkend, heel pakkend.
Misschien is het ook een aanmoediging om toch nog maar eens de beduimelde pagina’s van De Sades werken op te slaan.
“Lex is een beetje gestoord en poëtisch herverkaveld”, staat op de flyer. En zo is: prettig gestoord en prachtig poëtisch. Zij het met de poëzie van een bruusk persoon met zachte kanten. Frank Lammers deed het daverend en geweldig.
Het einde van d’Electrique is in zicht. Heel jammer. Maar gelukkig blijft Ko van den Bosch schrijven (hopen we) en Frank Lammers (net als Anna Schoen) spelen.
Voor een zaal vol fans in de Toneelschuur verkenden de drie mannen van Het Volk opnieuw de sores van “drie verdrietige eenzame mannen” aan de rand van de samenleving.Stengel, Koek en de Vries zijn uitgerangeerd en troosteloos.
Dat verandert niet als ze elkaars gezelschap zoeken door een gemeenschappelijke oudejaarsavond.
Echt fascinerend wordt het ook niet voor de toeschouwer. Het stramien van Het Volk is al jarenlang hetzelfde, het onderwerp langzamerhand wel een beetje uitgekouwd en de uitvoering iets te statisch.