Vertaler, producent en culturele ondernemer. MA Arts Administration & Cultural Policy, Goldsmiths, University of London - 2007-2008; Dutch Studies, University College London 2002-2007. Reacties, voorstellen, vragen en klachten: BeesKneesTheater AT gemail.com
Net terug in Nederland en het geluk naar de voorstelling Maeterlinck van gevierd regisseur Christoph Marthaler te gaan.
Zeg wat je wilt over Nederland - en ik zal - maar de gelegenheid om zo’n voorstelling in Engeland te zien, krijgt je niet zo vaak.
Een indrukkwekend scèneontwerp van een werkkamer in een naaifabriek: het slecht onderhouden pand, typisch van velen fabrieken nu, laat staan een eeuw geleden in Gent, tot in de puntjes realistisch.
Zeer precies spel die de klassen verschillen en belevenissen van naaisters en eigenaren weergeeft en hun verhouding(en) met elkaar. Mooi zang en muziek van het niveau van opera. Op een geven moment ook een solo van Hadewych Minis.
Oneerlijk om de individu spelers te nomen eigenlijk - ze waren allemaal zo indrukkwekend in overbrengen van personage - maar Wine Dierickx, beter bekend van toneelgroep Wunderbaum, trekt aandacht alleen al door in rode jurk haar schouders om hoog te trekken en haar buik naar voren te duwen als de ongelukkrijgende naaister (mijn metgezel beweert dat die ongelukken met naaimachine staan voor verkrachtingen - geen uitleg hier).
Te veel in de voorstelling hier en nu op te schrijven maar: er is weinig van een narratief, als ik het cru zou bekijken was het slechts een montage van indrukken van het leven van Maeterlinck. De voorstelling heeft iets van verfremdungseffekt en ook het publiek laten voelen van de loop der tijd, herhaling en het betekenis van het gewone, dagelijkse leven - de voorstelling heeft veel van de regisseur Robert Wilson (heeft iemand ‘Walking’ tijdens Oerol gezien, trouwens?).
Toch was er iets teleurstellends met de voorstelling - misschien precies omdat de regisseur mij niet met de personages wilde laten identificeren - en toch nog had ik het gevoel dat ik de mogelijkheid werd geboden om de betekenis van het alledaags en banaal in mijn eigen leven te ontdekken.
Nog iets teleurstellends was het aantal toeschouwers onder het publiek - misschien in Engeland krijgen we niet eens de gelegenheid om zo’n voorstelling te zien, maar het aantal toeschouwers in De Koninklijke Schouwburg was beschamend en bevestigt mijn vermoeden dat er weinig belangstelling Europees theater in Nederland is.
Over de voorgestelde bezuinigingen heb ik me geprobeerd te verkopen als deskundige, met de leus ‘Wij [de Engelsen] hebben het al eerder gezien’.