Een nieuwe tekst van Esther Gerritsen, daar moest ik heen. Een vader en zoon verliezen in de nacht hun vrouw/moeder aan de dood, de relatie tussen deze twee is het interesants om te volgen, zeker omdat het spel van de twee acteurs erg goed en overtuigend is (geweien, zeker voor Marcel Osterop). Maar daartegenover staat de oom, die superheld is en de hele wereld redt van haar ondergang, maar niet kan voorkomen dat zijn zus sterft. De superheld is misschien een symbolisch personage dat duidelijk maakt niets de dood kan stoppen, maar in deze voorstelling wordt de superheld een held op sokken (letterlijk en figuurlijk). Ik vond de superheld alleen maar een storende factor, waarschijnlijk een bewuste keuze, want anders laat je Iwan Walhain niet die rol spelen (tomaat).
Het begin was zeer sterk, ik verheugde me op een avond vol met mythische verhalen vertelt aan de hand van poppen. Voor dit begin en de prachtige verklaring hoe ooit god in leven is geroepen (letterlijk en figuurlijk) verdienen daarom ook de geweien. Maar na dit eerste deel bleek het een geschiedenisles worden die bij elkaar geraapt leek. Misschien toch te veel Fries voor een Hollandse jongen, als ik? De Friese taal was trouwens wel prettig en ook het spel was goed (soms wel erg simpel) en de muziek met zang was ook goed, maar meer dan een slecht voorbereide geschiedenisles is het voor mij niet geworden.
De tijd is voorbij gevlogen, ik had het gevoel dat de voorstelling veel korter was en dat is een goed teken. Een teken dat ik me vermaakt heb, maar waarmee dat weet ik nog niet. Tuurlijk veel van de one-liners waren goed het lied over het haasje zal me altijd bijblijven en de moeder was echt verschrikkelijk. De muziek was goed, het spel ook, de zang geweldig en er viel genoeg te puzzelen (je wilt toch orde scheppen in de absurditeit). Maar ik heb toch het gevoel dat het voor mij niet absurd genoeg was, dat het een soort ‘Het beste van’ compilatie was van een komedie, een klucht en een sprookje. De tomaat dan ook voor dit gevoel dat er een betere compilatie had gemaakt kunnen worden.
Dit is gewoon niet het soort voorstelling waar ik van hou. De gitarist verdiend de meeste lof voor het ‘verkrachten’ van de gitaren waardoor er erg mooie muziek uitkomt. Ook de hond is goed afgericht en het einde was achteraf wel voorspelbaar, maar overompelde me toch (Decor enzo).
Maar als je besluit niet veel te zeggen dan kan je (in dit geval) beter helemaal niks zeggen. Het fysiek van de acteurs stond me gewoon tegen, verkeerde koppen/lijven in de verkeerde rol, dus dat hielp ook niet echt. En dan heb je nog het verhaal, tsja, karig is het juiste woord, denk ik.
Ik ging hier met totaal geen verwachtingen heen. En zeker na een dag Uitmarkten was ik aardig rozig en werd ik meteen in het verhaal gesleurd. Prachtig spel van even zo prachtige meiden. De quasi nonchalante speelstijl of wat het ook was werkte erg goed en boeide me. Misschien ook dat de dampen van de verf en spuitbus me ook drogeerde, maar ik vond het grappig, spannend en voor het eerst is het een groep gelukt om me in de maling te nemen.
Het was kort, veel langer had het ook niet gehoeven en in dat uurtje werd je als toeschouwer alle kanten van het toneel en toneelspelen getoond. Van heel intiem tot heel overdreven spel, mede geholpen door de camera en de muziek.
De dreiging die van de camara kwam was echt goed gevonden!
Toen ze begonnen dacht ik dat ik bij een amateurgezelschap terecht was gekomen. Maar toen ze eenmaal op gang waren gekomen en daadwerkelijk de filmwereld binnen gingen werd het spannend, grappig en interessant.
Het werd een soort detective die knap in elkaar gezet is en de timing me steeds weer deed verbazen. Van mij had het allemaal wat langer mogen duren, want de oplossing was er wel erg plotseling. Maar ik heb een ruim uur zitten genieten van grappen, goede montage van beelden en zeer functioneel gebruik van projecties.
Het weer zat mee, de locatie (NDSM werf) zag er even fascinerend als verlaten, maar toch levendig uit en met de veerdienst naar ‘Op hoop van zegen’ is natuurlijk dubbelzinnig.
Al met al was ik in een lekkere stemming gekomen om naar deze klassieker te gaan kijken. En gelukkig viel het niet tegen! Beginnend met de muziek, ik wist niet eens dat er zoveel coupletten waren van ‘Daar was eens een meisje loos’, maar de muziek paste er goed bij, met een eigen gewei voor de bassist (met name voor de meeuwen die hij eruit weet te krijgen).
Het spel van dames steekt met kop en schouders (logischerwijs?) boven dat van de heren uit. Het gaat immers over de vissersvrouwen en Joke Tjalsma is een geweldige Knier. Er wordt afgewisseld met zeer overdreven spel en zeer klein spel waar je zelf de emoties mag invullen. De conclusie is dat ik heb zitten genieten van een goede voorstelling. Om toch nog een klein puntje van kritiek te geven en om de tomaat te verklaren; De lichtvrouw, waar in naast zat, zou ook haar gsm uit mogen zetten en zeker niet gaan zitten sms’en!
Johan Simons is een interesante weg ingegaan en ik moet zeggen dat de manier van spelen, decorbeeld en publieksopstellingen mij erg bevallen. Alleen hadden de Duitse acteurs nog wel een beetje moeite om de nonchalante speelstijl goed uit te voeren, die door Chris Nietvelt moeiteloos wel erg goed werd tentoongesteld.
De vloer waar de spelers op staan is een geribbeld wateroppervlak of een uitgerekt DNA-string. Het zorgt ervoor dat de twee mannen, die zekerheid en vaste grond zoeken, niet alleen door hun belevenissen en ongeluk in hun leven, die zekerheid nooit zullen vinden, maar het wordt ze door de vloer ook fysiek onmogelijk gemaakt.
Het nummer waarop de moeder helemaal uit haar dak gaat tussen haar zoons is een krachtig beeld, maar qua lengte is het nog net vol te houden.
PS. Wat een mooi gebouw dat Muziekgebouw aan ‘t IJ! En zeker de manier waarop het decor van de voorstelling bij de zaal paste vond ik opmerkelijk goed.
“Er bestaan 3 waarheden, jouw waarheid, mijn waarheid en de waarheid.”, zegt Tierno tegen zijn leerling. En daar draait de voorstelling om. De één denkt anders over de manier van bidden dan de ander en dan krijg je ruzie.
De voorstelling wordt vertellend gespeeld, maar ondanks het spreken richting het publiek wordt de voorstelling niet belerend. Het simpele decorbeeld stimuleerde mij om zelf de hutjes en het dorpsplein te fantaseren.
Brook schreef ooit over het ‘Heilige theater’ en dat hij daar op zoek naar was, omdat het westerse tehater geen magie meer bezat. Niet dat deze voorstelling hét voorbeeld is van een heilig theater, het komt er ondanks de zeer ‘westerse’ speelstijl en enscenering toch dicht in de buurt! Ik zeg het niet vaak, maar ga dit zien!
De voorstelling wordt gespeeld in de entreehal van het inmiddels leegstaande gebouw voor de Sociale Dienst. Met de kuipstoeltjes opgesteld als op een vliegveld, wordt er gespeeld op, om en door het publiek.
De tedere, nauwelijks merkbare aanrakingen door ‘de meisjes’ die zich geruisloos door het publiek verplaatsen maken de voorstelling heel intiem, maar geeft wel een soort van vrijheid.
De teksten zijn goed, de zang is verrassend goed en zeker Hadewych Mimis verdiend voor haar zang, spel en uitstraling een dik gewei. Het tweede deel, met de (oude) hoeren die ouwehoeren is minder en lijkt alleen maar in dienst te staan om de 3 topactrices van ZTH nog eenmaal in de spotlights te zetten. Dit was een beetje jammer, maar het stoorde niet.
900 mensen zijn naar de Schouwburg van Almere gekomen. Of misschien zijn ze gelokt. Ze ging kijken naar ‘Vertellingen van 1001 nacht’ van Het Zuidelijk Toneel. Maar of ze dat laatste wisten, weet ik niet. Ik denk eerder dat de meesten kwamen voor Marc Marie Huijbregts. En dan ook een hele groep voor The Ashton Brothers. Als je die namen op de poster ziet of in het boekje of op een flyer of ergens in een tweet, dan denk je dat het misschien best wel leuk kan worden.
Het licht dimt ruim 10 minuten later dan de geplande aanvangstijd. Een spot gaat aan, regisseur Matthijs Rümke komt op het voortoneel en vertelt voor alle zekerheid nog maar even dat het de aller aller aller eerste keer is dat ze de voorstelling spelen voor publiek. De eerste try-out. Dat hij hoopt dat alle techniek zo vloeiend mogelijk loopt, maar dat er best dingen fout kunnen gaan.
Dat het dan gelijk mis gaat met de zender van Marc Marie, zodra het doek open gaat, dat is misschien de Wet van Murphy. Je roept het op je af als je van te voren gaat waarschuwen. Dat de technicus Marc Marie vervolgens zowat volledig uitkleedde was even een hilarisch moment en gelukkig kan Marc Marie daar heel goed mee omgaan. De acteurs van HZT helaas wat minder, maar daar ben je dan ook acteur voor.
Na een valse start begon het dan te draaien. Of eigenlijk te schuiven. Het decor ging op en neer. Van links naar rechts en open en dicht. Een zwart sprookjeskasteel, met overal beweging. Soms was de beweging onderdeel van de voorstelling, vaak ook was het een technicus die zo goed als (on)mogelijk ‘onzichtbaar’ zijn best deed om alles zo soepel mogelijk te schuiven. Het leidde mij af, mag ik zien wat ik zie of moet ik proberen het te negeren? Of is dit waar voor gewaarschuwd werd? En als je iets uit het midden zat, waren de zichtlijnen niet gunstig.
Marc Marie deed waar hij goed in is, namelijk verhalen vertellen en weer eens een pruik opzetten. Stond hem goed en hij deed het goed. John Buijsman (de sultan), de tegenspeler van Marc Marie heb ik niet gezien. Nouja hij stond er wel. Maar hij werd weggespeeld door Marc Marie. Het is appels met peren vergelijken, maar zo mooi dat verschil tussen een acteur en een cabaretier.
The Ashton Brothers deden de voorstelling opleven. Met een virtuoze apenact. Snel slingerend. Heen en weer en omhoog en omlaag. Met een apenorgie als gevolg. Ik vond het prachtig, maar misschien is het tegelijk de verklaring waarom er veel lege plekken waren na de pauze. Te grof of vulgair? Of was er meer aan de hand?
Na de pauze kabbelde de voorstelling rustig voort. De oudjes op twee hoog waren weer een knap staaltje van acrobatiek. Maar er was te veel te zien. Boven lag een stel een half uur te vrijen, achterop ging er iemand heel erg langzaam dood en dan stond Marc Marie op de voorgrond alles te vertellen wat we zagen. Ergens speelde er ook nog een orkestje. En dan liepen er helemaal bovenin technici de zekeringen te controleren.
Er zat heel veel in, voor elk wat wils, maar voor de ‘fans’ te weinig van waarvoor ze naar het theater waren gelokt. Stel je kwam voor MMH, dan was het ZTH gedeelte te saai en TAB te druk. En vice versa. Een duidelijk voorbeeld van verkeerde verwachtingen wekken met grote namen. Lege zalen zullen ze niet trekken, mede door die namen, maar deze voorstelling is niet (nog) goed genoeg voor volle zalen. Het is voorlopig best wel leuk. En dan ben ik nog vriendelijk.