Het was pas de eerste try-out, maar het stuk stond als een huis. Het is moeilijk om ‘erin te komen’, maar aan het einde had ik zoiets van ‘ik wil meer!’. De enigszins wereldvreemde (lees: van de wereld vervreemde) jongeman wordt zeer goed vertolkt door Marijn Klaver en ook de jongevrouw wordt overtuigend neergezet door Annelien van Binsbergen. Het steeds net niet afmaken van de verhalen die ze elkaar vertellen, maakt het enorm spannend en je hoopt als toeschouwer dat ze samen gelukkig zullen worden. Ook het mooie, simpele decor schept een zeer sobere sfeer, met name door het goede gebruik van het licht. Het zorgde ervoor dat ik zelf het plaatje in kon vullen, wat ik altijd kan waarderen. Een voorstelling die de moeite waard is.
Ik ben van mening dat je zo af en toe een Claus moet zien. Ik bedoel, als je er één kent ken je ze allemaal, maar toch blijft het interessant als het goed gedaan wordt. En dat is bij deze voorstelling zeker het geval! Het decor is bij het binnenkomen van de zaal indrukwekkend, ik wist niet dat er nog decorbouwers bestaan die dit soort decors kunnen maken. Het is spel is misschien niet het beste wat je in Nederland kan vinden, maar het is allemaal overtuigend en goed gedaan. Er zitten vondsten qua regie in die ik niet zo snel had verwacht bij het NT, maar de radio, de scherven en het naakt waren erg goed en verrassend. Ook verrassend was de muziek tussen de bedrijven door, een enorm pluspunt dat ik Radiohead hoorde. De pauze kwam misschien wat plotseling en vind ik in zo’n stuk echt zonde, maar ik pakte het meteen weer op na de pauze. Al met al een mooi, goed en degelijke uitvoering van dit jubilerende stuk, ik vraag me alleen af wat de mensen van 50 jaar geleden van deze voorstelling zouden hebben gevonden!
Bewaar het beste voor het laatst! Het was duidelijk, interessant en grappig tegelijk. Zonder al te veel gegooi van Romeinse namen wordt het verhaal van Coriolanus duidelijk op de planken gezet. Ik kende het verhaal niet, maar ik denk dat het nu mijn favoriete Shakespeare-stuk is. Ik kon me helemaal inleven in de wereld van Coriolanus, de weerzin om je anders voor te doen dan je bent straalt ervan af. De regen zag je van mijlen ver aankomen en dan wordt er niks mee gedaan, gewoon staan en wij kijken, geweldig! Het wapengekletter, het smeken van de moeder, het door de emmer zakken van Van Woensel, te veel om op te noemen.
Van mij mag er in elke voorstelling wel een cello op deze wijze verkracht worden. Verder vond ik deze voorstelling niet echt interessant. Je kunt beter liegen (de wereld minder hard maken door te denken en te fantaseren)of doodgaan als je de wereld niet meer aankunt. Het verhaal van Winnie de Poeh was leuk, altijd wel, maar werd te niet gedaan door de rare handelingen van de acteur en muzikant. De ‘pauze’ zorgt dan voor een aparte wending, waarna de voorstelling in een vaart schoot die ik niet kon volgen. Dit was gewoon niet mijn ding.
De derde in Shakespeare in een week en gaat het al vervelen? Nee! Om kwart over tien keek ik pas op mijn horloge en verbaasde me dat het al zo laat was. Dat betekent dat ik me niet verveeld heb met wat ik heb gezien, maar wat ik heb gezien is me niet helemaal duidelijk. Het ligt aan het stuk Julius Ceasar, het boeit me niet. Toch weet Dood Paard er een interessante avond van te maken. Het gestileerd gedag zeggen en het overdreven knielen passen, samen met de dood van Ceasar, prachtig gevonden. De windturbine werd wel irritant, maar ach anders hingen de vlaggen er ook maar te hangen. Trouwens, ook goed gebruikt die vlaggen. De laatste scènes op de bank (hoe verzin je het?) zorgden ervoor dat je op meerdere dingen tegelijk kon letten en dat vind ik altijd wel prettig.
De tweede Shakespeare in de reeks en weer geslaagd. Het NNT maakt er altijd wel een luchtige voorstelling van en soms kan dat uitlopen in een zeer slechte voorstelling, maar dit keer werkte het erg goed. Ik denk niet dat Macbeth ooit zo grappig is uitgevoerd (naast de versie van H.Finkers). Het poppenkast spel is wel moeilijk om in te komen, maar eenmaal erin, dan blijf je erin. Waardering voor de acteurs die zo kunnen spelen, ook waardering voor sommige beelden in de voorstelling die er echt fantastisch uitzien. Ook het kijkje in de keuken die je op het laatst krijgt is erg prettig, want ik zat de hele avond al te bedenken hoe ze dat nou deden.
Er zitten ook mindere momenten in de voorstelling, zoals de kip en de sleutelgaten (?). Ook het einde kan wel korter, maar dat is te verklaren door de muziek die ze helemaal af willen maken. En het ergste was misschien nog dat Martijn de Rijk ging bedelen om door te vertellen van deze goede voorstelling. Het was ook nog eens een stemavond voor de NRC-toneelprijs en ik gaf een 8.
De eerste in een reeks van 4 Shakespeare’s die ik in een week ga zien (helaas Zomernachtliefde net gemist). Maar het begin van deze reeks is erg goed bevallen.
Ik hou wel van die quasi-nonchalante speelstijl van Dood Paard, een beetje naïef spel waarbij zowel grotesk en intiem spel mogelijk zijn. Het groteske spel komt tot uitdrukking in de uitpuilogen van Saturninus, wanneer die Tamora ziet en het intieme spel is mooi van Lavinia. Ook de manier waarop iedereen alle rollen speelt is mooi en de aankondigingen (hoe snel en kort ook) waren ongeveer de enige houvast, maar ook weer niet strikt noodzakelijk. Het was fijn om soms tijdens een decorwissel de rust te krijgen en al het getoonde op je in te laten werken. Andere elementen als ‘de verkrachting’, de gevechten en het veelvoorkomende ‘van overhemd verwisselen’ (geweldig onnodig!) wil ik nog even belichten, omdat het zo goed werkt.
Ik had me voorbereid op een zwaar stuk, maar ik kwam bedrogen uit, het was enorm licht vermaak. Misschien wel te licht, want ik vond het nogal simpel. Een erg simpele manier om open doekjes te halen. Maar sommige dingen waren wel goed gevonden of gedaan. De ladderact, de live muziek, het begin (zeer sterk en snel de geschiedenis doorlopen). Maar als je de flyer leest, dan moet het over de wereld van nu gaan, maar dat haal ik er niet uit. Ik zie raargeklede oude mensen met trombones lopen die (eigen bedachte) kunstjes uitvoeren. Tussen haakjes, omdat het een slap aftreksel was van wat de Ashton brothers doen. Het was allemaal leuk en aardig, maar het leek net alsof ze toch íets moesten doen met de nieuwe subsidies (en die acteurs).
Quantummechanica = één grote goocheltruc
Dat is wat ik nu zeg, maar over een uur zal ik wel weer wat anders kunnen zeggen. De inhoud is misschien wat aan de magere kant, maar de rest is subliem.
De muziek/geluidsdecor dat live wordt gecreëerd werkt soms verstikkend, maar is tegelijkertijd adembenemend mooi en goed gedaan. Het decorbeeld wordt een soort maanlandschap, met fonkelende atomen en een robot die ons de les leert. Ik was in het begin bang dat we de hele voorstelling lang naar de robot gingen luisteren, maar gelukkig kwamen er ook mensen.
De goocheltrucs blijven je verbazen ook al zijn ze samen met de vorm van de hele voorstelling gedeconstrueerd.. De geprojecteerde teksten waren soms toepasselijk en verklaarden soms de volgende scène, maar vaak ook niet of kon je zelfs niet echt begrijpen. Ik vond het een mooie voorstelling, maar ik denk niet dat veel mensen de muziek kunnen waarderen, dus wees gewaarschuwd.
Is het theater? Het was in een theater, dat wel. Een geluidsvoorstelling, audiotheater of hoe je het ook wil noemen, bijzonder om mee te maken. Het begin is het mooist, dat je zonder iets te zeggen aan tafel plaats moet nemen en je iedereen hoort eten en je zelf ook gaat eten. Toen kreeg ik een koptelefoon op en zo beland je als het ware in een andere geluidswereld. Terwijl de geluiden langzaam veranderen en er zo verschillende locaties de revue passeren wordt je door een begeleider aangespoord om bijvoorbeeld te gaan lopen. Dit voelt wat gedwongen aan, maar je doet het toch maar, we zijn immers kuddedieren. Terwijl ik me een ruime drie kwartier af loop te vragen wat ik hiervan moet vinden, is de conclusie nogal matig en ook pas na afloop tegen me vertelt (wat in principe niet de bedoeling was). Uiteindelijk had ik tot de conclusie, kunnen (of moeten) komen, dat de geluidslocaties plekken waren waar groepen mensen samen stil zijn. En als je dat weet dan kan je er wel wat meer mee. Dus een beetje mager qua betekenis en ik zou wat meer visueel aangeboden willen krijgen, maar daarentegen goed gebruik van de ruimte en de Japanse metro ‘voelde’ net echt.
900 mensen zijn naar de Schouwburg van Almere gekomen. Of misschien zijn ze gelokt. Ze ging kijken naar ‘Vertellingen van 1001 nacht’ van Het Zuidelijk Toneel. Maar of ze dat laatste wisten, weet ik niet. Ik denk eerder dat de meesten kwamen voor Marc Marie Huijbregts. En dan ook een hele groep voor The Ashton Brothers. Als je die namen op de poster ziet of in het boekje of op een flyer of ergens in een tweet, dan denk je dat het misschien best wel leuk kan worden.
Het licht dimt ruim 10 minuten later dan de geplande aanvangstijd. Een spot gaat aan, regisseur Matthijs Rümke komt op het voortoneel en vertelt voor alle zekerheid nog maar even dat het de aller aller aller eerste keer is dat ze de voorstelling spelen voor publiek. De eerste try-out. Dat hij hoopt dat alle techniek zo vloeiend mogelijk loopt, maar dat er best dingen fout kunnen gaan.
Dat het dan gelijk mis gaat met de zender van Marc Marie, zodra het doek open gaat, dat is misschien de Wet van Murphy. Je roept het op je af als je van te voren gaat waarschuwen. Dat de technicus Marc Marie vervolgens zowat volledig uitkleedde was even een hilarisch moment en gelukkig kan Marc Marie daar heel goed mee omgaan. De acteurs van HZT helaas wat minder, maar daar ben je dan ook acteur voor.
Na een valse start begon het dan te draaien. Of eigenlijk te schuiven. Het decor ging op en neer. Van links naar rechts en open en dicht. Een zwart sprookjeskasteel, met overal beweging. Soms was de beweging onderdeel van de voorstelling, vaak ook was het een technicus die zo goed als (on)mogelijk ‘onzichtbaar’ zijn best deed om alles zo soepel mogelijk te schuiven. Het leidde mij af, mag ik zien wat ik zie of moet ik proberen het te negeren? Of is dit waar voor gewaarschuwd werd? En als je iets uit het midden zat, waren de zichtlijnen niet gunstig.
Marc Marie deed waar hij goed in is, namelijk verhalen vertellen en weer eens een pruik opzetten. Stond hem goed en hij deed het goed. John Buijsman (de sultan), de tegenspeler van Marc Marie heb ik niet gezien. Nouja hij stond er wel. Maar hij werd weggespeeld door Marc Marie. Het is appels met peren vergelijken, maar zo mooi dat verschil tussen een acteur en een cabaretier.
The Ashton Brothers deden de voorstelling opleven. Met een virtuoze apenact. Snel slingerend. Heen en weer en omhoog en omlaag. Met een apenorgie als gevolg. Ik vond het prachtig, maar misschien is het tegelijk de verklaring waarom er veel lege plekken waren na de pauze. Te grof of vulgair? Of was er meer aan de hand?
Na de pauze kabbelde de voorstelling rustig voort. De oudjes op twee hoog waren weer een knap staaltje van acrobatiek. Maar er was te veel te zien. Boven lag een stel een half uur te vrijen, achterop ging er iemand heel erg langzaam dood en dan stond Marc Marie op de voorgrond alles te vertellen wat we zagen. Ergens speelde er ook nog een orkestje. En dan liepen er helemaal bovenin technici de zekeringen te controleren.
Er zat heel veel in, voor elk wat wils, maar voor de ‘fans’ te weinig van waarvoor ze naar het theater waren gelokt. Stel je kwam voor MMH, dan was het ZTH gedeelte te saai en TAB te druk. En vice versa. Een duidelijk voorbeeld van verkeerde verwachtingen wekken met grote namen. Lege zalen zullen ze niet trekken, mede door die namen, maar deze voorstelling is niet (nog) goed genoeg voor volle zalen. Het is voorlopig best wel leuk. En dan ben ik nog vriendelijk.