Hopeloos. Dit was kort, niet over nagedacht en totaal onzinnig. Het interactieve gedeelte is wel geslaagd en over nagedacht en dat maakte de avond wel een beetje goed. Wat zeg ik? Avond? Het uurtje, want de volle 60 minuten wordt nog geen eens gehaald. Het eerste deel is aardig om te zien en te beleven, maar de “Hoop op licht” begint erg te trekken op het eind. En kijken naar een clown die de hoop verloren is, is echt niet leuk. Laat ik eens een gouden tomaat geven, want dit soort theater wil ik liever alleen gratis zien op een of ander festival waar je met je dronken kop het fantastisch kan vinden. (Ja het is één van de drie delen, maar dan hadden ze maar alle drie moeten spelen)
Dit stuk gaat niet over ECO, maar over vergaderen! Over een wereld vol met ideeën, maar die nooit worden gerealiseerd. Letterlijke bureaucratie als vormgeving. Acteurs die het voor deze eerste keer (en het stond!) er plezier in hadden. Het hele eerste deel is fascinerend om te zien, omdat het zo herkenbaar is. Het is erg prettig om de acteurs aan het werk te zien, om ze te zien worstelen met brillen, maar alles liep al erg soepel voor de eerste keer. Als Almeerder vind ik dat ze dit ook voor B&W van Almere moeten spelen. Het einde is nogal slap en inbegrijpelijk, vandaar de tomaat.
(Opmerking buiten de minirecensie om: Hoera minirecensie 100!)
“Het stuk behandelt een actueel probleem. Hoe kom je in eem materialistische wereld tot de kern van ons bestaan op aarde? Waar gaat een mensenleven over? ….Dit stuk probeert de binnenwereld in kaart te brengen…..Dat innerlijke onderzoek zijn wij de afgelopen eeuwen vergeten…..we moesten de materie naar onze hand zetten, zodat we niet verhongerden. Dat is gelukt en nu is het tijd om een stap verder te doen. Hemel boven Berlijn is daar een handleiding voor” aldus Ola Mafaalani.
En ik ben hier volstrekt mee eens en het is haar gelukt! Ik kan niet echt zeggen waarom ik deze voorstelling zo goed vond, mede door Hadewych natuurlijk. Ook de ‘cowboy’, hoewel die me nogal vreemd voorkwam in het begin, was op het einde een prachtig personage. De engelen die ook wilden voelen en niet alleen willen weten, een geschiedenis willen hebben. Dit, samen met Tolkien’s Silmarillion, zorgen voor een eye opener voor mij. Het is lang geleden dat een voorstelling dat teweeg heeft gebracht bij mij. Deze eye opener was zo mooi voor mij dat ik de schreeuwende man en de trapeze artieste maar voor lief aannam.
Een dikke voldoende voor deze voorstelling. Ik was een beetje huiverig toen ik las over de vergelijking van de post traumatische stress van Ajax en de veteranen van nu, maar het greep me toch wel aan. Alles is bij deze enscenering erg ingetogen gehouden en daarmee erg duidelijk. Heerlijk om Athena (Romana Vrede) over het toneel te zien dwalen. Sterk spel van Jeroen de Man als Ajax. De voorstelling zegt mij alleen niet dat we de Veteranen moeten eren, maar eerder dat we geen oorlog moeten maken, zodat we er geen Veteranen meer bij krijgen.
Heel interessant was het niet, na afloop vroeg ik me nog steeds af waar het nou eigenlijk om ging. Ja, dat je niet voor je ego moet kiezen, maar voor het volk, ofzoiets. Het was ook niet echt interessant dat het nu juist de Nederlanden waren die vrijgevochten moesten worden, want we weten immers allen dat Alva zijn bril verloor op 1 april. Waarom was het dan toch wel aardig om te zien? Het decor: ik vind het juist prachtig, simpel maar het maakt razendsnelle decorwissels mogelijk. Het spel: vanaf het begin zat Fedja erin, geweldig om dat gade te slaan vanaf de eerste rij. Jacob Derwig kwam pas later op stoom. En Hadewych, heb ik al eerder in mijn hart gesloten, in Opening Night tegenvallend, maar hier weer stralend als in Fort Europa. Heerlijk de monoloog van Chris Nietveld, het bewijs dat ze niet alleen ‘grappig’ kan acteren. De rest van de rollen vond ik overbodig, ondanks dat de kardinaal erg goed gespeeld werd. Maar het was terecht dat Gunilla niet bij het applaus aanwezig was.
Vooral het woordje ‘tapdans’ trok mijn aandacht en deed me besluiten om de voorstelling te gaan bekijken. Het was even wennen om iemand zo gestoord te zien doen in een metro, decor was trouwens best goed. Eerst kon ik me zelf nog wel erin herkennen (de rare gewoontes), maar het werd een beetje eng toen het wat overdreven werd, de dwangneuroses. Tegelijkertijd kreeg ik wel medelijden. Die overdrevenheid was wel nodig om het een beetje pakkend te maken. De tapdans kan geschrapt worden, zelfs de shuffle mislukte. Ik heb ook de dwangneurose om te tappen, maar ik blijf in de maat en ik kan het. Had die tapdans achterwege gelaten.
Mijn eerste echte dansvoorstelling. Al weer bijna 2 maanden geleden gezien, maar ik vind toch dat ik erover moet schrijven. Waar de voorstelling over gaat kan ik alleen uit de titel halen, hell. Voor mij kan een danser geen verhaal vertellen.
Juist daarom is mij dan ook voornamelijk het licht bij gebleven, dat me na 2 maanden dus nog steeds bezig houdt. De spiegeling van de lichten via de vloer naar het plafond en het achterdoek, prachtig. De communicatie tussen de twee zwabberlampen, schattig. Ook het dansen op vrij harde rock, werkte erg goed. Nu alleen nog een verhaaltje vertellen.
Nee, dit was niet goed. Als je weet wat die jonge acteurs kunnen is dit een erg mager eindresultaat. De tekst die ter inspriratie diende, Moeder Courage, is compleet verdwenen, wat erg jammer is.
Ja het gaat nu over ons, onze maatschappij en over Uruzgan. Met mooie langzame en beeldende passages wordt er een heel trage sfeer gecreëerd, die door de herhaling van deze beeldende passages heel snel gingen vervelen.
Het komt pas los als er echt gespeeld mag worden, maar dit is te fragmentarisch om er touw aan vast te knopen.
Erg jammer om te zien dat deze talenten niet verder zijn gekomen dan een tweede open dag, want er lopen talenten ond die ik heel graag terug zie, in een goed stuk.
Met grote verwachtingen, omdat het gerucht gaat dat dit sinds lange tijd een goede voorstelling van TA is, ging ik naar deze voorstelling. Maar ik vind het helemaal niet zo veel beter dan wat er hiervoor gemaakt is.
De vorm was weer typisch Versweyveld: leeg, wit en een heleboel vierkantjes, die man mag wel eens iets anders gaan verzinnen.
Het spel was goed en pakte me pas op het eind eindelijk beet. Voor het einde was het eigenlijk alleen de dolende Hadewych die met simpele blikken in de camera wel een teken van ‘echt’ leven gaf, terwijl zij nu juist dood zou moeten zijn.
Weinig van deze voorstelling zal mij bij blijven, alleen dat ik nog een kleine bijrol had bij de projectie van het binnenkomend publiek.
Kunst met een hoofdletter K? Absurd met een hoofdletter A?
Ik weet niet wat dit was. Het was soms grappig, soms moest je schrikken, soms goor, soms iets anders. Mooi onderwerp, over hoe de wetenschap naar het object van studie kijkt en hoe de wetenschappers langzaam zelf gestoord worden. In een nauwelijks voor een kwart gevulde zaal, lieten de acteurs toch zich van hun beste kant zien. Een voorstelling waarbij het vreselijk normaal is dat mensen langzaam door een raam verdwijnen.
900 mensen zijn naar de Schouwburg van Almere gekomen. Of misschien zijn ze gelokt. Ze ging kijken naar ‘Vertellingen van 1001 nacht’ van Het Zuidelijk Toneel. Maar of ze dat laatste wisten, weet ik niet. Ik denk eerder dat de meesten kwamen voor Marc Marie Huijbregts. En dan ook een hele groep voor The Ashton Brothers. Als je die namen op de poster ziet of in het boekje of op een flyer of ergens in een tweet, dan denk je dat het misschien best wel leuk kan worden.
Het licht dimt ruim 10 minuten later dan de geplande aanvangstijd. Een spot gaat aan, regisseur Matthijs Rümke komt op het voortoneel en vertelt voor alle zekerheid nog maar even dat het de aller aller aller eerste keer is dat ze de voorstelling spelen voor publiek. De eerste try-out. Dat hij hoopt dat alle techniek zo vloeiend mogelijk loopt, maar dat er best dingen fout kunnen gaan.
Dat het dan gelijk mis gaat met de zender van Marc Marie, zodra het doek open gaat, dat is misschien de Wet van Murphy. Je roept het op je af als je van te voren gaat waarschuwen. Dat de technicus Marc Marie vervolgens zowat volledig uitkleedde was even een hilarisch moment en gelukkig kan Marc Marie daar heel goed mee omgaan. De acteurs van HZT helaas wat minder, maar daar ben je dan ook acteur voor.
Na een valse start begon het dan te draaien. Of eigenlijk te schuiven. Het decor ging op en neer. Van links naar rechts en open en dicht. Een zwart sprookjeskasteel, met overal beweging. Soms was de beweging onderdeel van de voorstelling, vaak ook was het een technicus die zo goed als (on)mogelijk ‘onzichtbaar’ zijn best deed om alles zo soepel mogelijk te schuiven. Het leidde mij af, mag ik zien wat ik zie of moet ik proberen het te negeren? Of is dit waar voor gewaarschuwd werd? En als je iets uit het midden zat, waren de zichtlijnen niet gunstig.
Marc Marie deed waar hij goed in is, namelijk verhalen vertellen en weer eens een pruik opzetten. Stond hem goed en hij deed het goed. John Buijsman (de sultan), de tegenspeler van Marc Marie heb ik niet gezien. Nouja hij stond er wel. Maar hij werd weggespeeld door Marc Marie. Het is appels met peren vergelijken, maar zo mooi dat verschil tussen een acteur en een cabaretier.
The Ashton Brothers deden de voorstelling opleven. Met een virtuoze apenact. Snel slingerend. Heen en weer en omhoog en omlaag. Met een apenorgie als gevolg. Ik vond het prachtig, maar misschien is het tegelijk de verklaring waarom er veel lege plekken waren na de pauze. Te grof of vulgair? Of was er meer aan de hand?
Na de pauze kabbelde de voorstelling rustig voort. De oudjes op twee hoog waren weer een knap staaltje van acrobatiek. Maar er was te veel te zien. Boven lag een stel een half uur te vrijen, achterop ging er iemand heel erg langzaam dood en dan stond Marc Marie op de voorgrond alles te vertellen wat we zagen. Ergens speelde er ook nog een orkestje. En dan liepen er helemaal bovenin technici de zekeringen te controleren.
Er zat heel veel in, voor elk wat wils, maar voor de ‘fans’ te weinig van waarvoor ze naar het theater waren gelokt. Stel je kwam voor MMH, dan was het ZTH gedeelte te saai en TAB te druk. En vice versa. Een duidelijk voorbeeld van verkeerde verwachtingen wekken met grote namen. Lege zalen zullen ze niet trekken, mede door die namen, maar deze voorstelling is niet (nog) goed genoeg voor volle zalen. Het is voorlopig best wel leuk. En dan ben ik nog vriendelijk.