Spannend met je ogen dicht luisteren naar muziek, balancerend op het randje van vals, eng en niet mooi, daarbij soms heel iel of zelfs helemaal afwezig. Alle ruimte voor de dramatische maar beheerste stemmen van vooral Peter Grimes (Kim Begley). En dat het niet goed afloopt hoor je rillend aankomen. Minimalistisch geënsceneerd, met donkere golven en gammele bootjes. Het voltallige koor van DNO zorgde in sobere kleding, als vissers en dorpelingen, af en toe voor de opvulling van het toneelbeeld. Hinderlijk om te merken dat mijn lichaam en geest niet zijn ingesteld op een langer durend deel na de pauze, wat is dat toch, beroepsdeformatie?
Zo klaar als een klontje. Helder en dus niet spannend. In het begin zwelt het geluid (dat in India song overigens niet had misstaan) aan en belooft het geheel nog enig risico te bevatten. Sijpelt in de roman de informatie langs je, op toneel wordt alles keurig voorgeschoteld. (we zouden toch maar vergeten wie wie is) De bewerking is een wel zeer kleurloze samenvatting. Waar zijn de stiltes, de verassingen, het risico? De verwachting van de voorstelling is fantasierijker dan de werkelijke uitvoering.
Terecht hernomen solo-afstudeervoorstelling. Benauwend door de tekst en publieksopstelling. Een ontroerende monoloog die je meesleept in sympathie voor een man die je uiteindelijk iets vertelt wat je helemaal niet van hem wilt weten. Even ademhalen.
Een gewei voor het eerste uur, lekker spel, mooi dekor (hoera voor het lessenaarlampje als voetlicht), fijne muziek en wat tekst. Twee tomatenblikken voor de rest. Wat een overschatting om nòg twee bedrijven te spelen. Te fanatiek, te doordacht en te lang.
Leuke feitjes, mooie verhalen en onduidelijke klanken. Afzonderlijk interessant maar in combinatie is de aandacht helaas te verdeeld om iets te kunnen volgen. Dit wordt nog eens overstemt door klanken en rood op rood teksten van de live DJ in het gehalveerde theater. Acteurs keken omstebeurt op hun horloge en waren toen nog te vroeg klaar. Liepen overigens alledrie in trendy merktrainingsbroeken.
Voor een half lege zaal spelen is misschien niet zo inspirerend maar om dan ook nog eens achterop het toneel in een groot kaal Trust theater te gaan staan maakt het geheel wel erg deprimerend. Het publiek is welwillend en grinnikt hier en daar ter aanmoediging van de acteurs. De enscenering is wat VER gezocht. Dit had een prettige intieme kleine zaal produktie kunnen zijn (zat die misschien ook vol). Laat dat vegen na afloop maar achterwege, dat was wel echt een domper. Heb je de voorstelling bijgewoond wordt je na afloop naar buiten ‘gebonjourd’. Peter de Graef zal er wel iets anders mee bedoelt hebben, maar wat? Geen gewei voor het eten vooraf want daar ben ik niet bijgeweest.
Het eerste deel voor de pauze was puur exposé. Danseressen voegden weinig anders toe dan kleur in het witte papierbalen dekor. Dit uitzitten was het toch absoluut waard om het laatste half uur naar een prachtige monoloog te luisteren van Elsie de Brauw. De geluiden van Paul Koek waren nu ook ondersteunend in plaats van irritant. Bert Luppes bleef niet om aan te horen. Nooit geweten dat Fedja zo’n beer van een vent is. Twee blikken voor het exposé, drie geweien voor de handeling.
Fijne vertaling, heerlijk geluisterd. Geef mij hiervan daarom maar een goed hoorspel i.p.v. te kijken naar dit nietszeggende dekor en verwarrende lichtplan. Kostuums waren daarentegen het bestuderen waard. Het spel en de enscenering was wat uit balans, maar dat kwam niet door de met houtmotief versierde ongelijke practikabels zoals volgens de uitleg in het programmaboekje de dramaturgische bedoeling was, maar blijkbaar door het ontbreken van één acteur. Volgende keer ‘t Barre Land thuis voor de kachel met het tekstboek opschoot en de radio (of de audio-internetverbinding) aan?
Eindelijk weer eens gelachen in het theater. Peter Blok geeft het fenomeen spel een geheel nieuwe invulling. Mooie sfeer neergezet door de totale familie, ze slagen erin je plaatsvervangend te laten schamen voor de gebeurtenissen op toneel. Geweldig ouderwets kluchtdekor (let op de vliegenvangergordijnen), tafel, sofa en veel deuren die leiden tot hilarische opkomsten en afgangen. Van Warmerdam zet klassiek interessante personages tegenover elkaar, natuurlijk niet zonder zijn duidelijke stempel achter te laten. Typetjes/karakters die de acteurs zeer geloofwaardig volhouden gedurende het stuk, ook als de onderlinge hiërarchie verandert.
Laika heeft het(zomer)festival gevoel helemaal begrepen. Knalrode(!)tshirts, blouses en ‘aziatisch’ geinspireerde jurk. Keukenschorten en sloofjes waar de metroman van tegenwoordig best in gezien wil worden (bijpassend bij de net op de markt gebrachte krijtstreep zwembroek). Muziek, improvisatie, groene drankjes en eten. Laat het strand en de terassen met rose maar voor wat het is, dit is dé hotspot van deze zomer. Kijk, luister en geniet. Wat zijn kokende mannen toch sexy.
Spannend met je ogen dicht luisteren naar muziek, balancerend op het randje van vals, eng en niet mooi, daarbij soms heel iel of zelfs helemaal afwezig. Alle ruimte voor de dramatische maar beheerste stemmen van vooral Peter Grimes (Kim Begley). En dat het niet goed afloopt hoor je rillend aankomen. Minimalistisch geënsceneerd, met donkere golven en gammele bootjes. Het voltallige koor van DNO zorgde in sobere kleding, als vissers en dorpelingen, af en toe voor de opvulling van het toneelbeeld. Hinderlijk om te merken dat mijn lichaam en geest niet zijn ingesteld op een langer durend deel na de pauze, wat is dat toch, beroepsdeformatie?