Niks mis met de tekst en spelregie of het toneelbeeld, maar de keuze en inzet van muziek/geluid/zang in de voorstelling (en het starten met semi-chaos tv/filmbeeldmateriaal) deed het tempo en ritme van deze, toch al veel te lange ervaring (ja ook ik ben conservatief wat betreft de theaterwetten), absoluut geen goed. Spaarzaam gebruik van (in dit geval dus niet) ‘ondersteunende’ muziek (dit hoeft echt niet onder elke scene en dan ook nog met ruis over de boxen) had de spelmomenten mijn inziens meer recht gedaan. Jammer dat deze tekensystemen niet met evenveel zorgvuldigheid zijn gebracht als de cafépersonages en -scenes.
Spannend met je ogen dicht luisteren naar muziek, balancerend op het randje van vals, eng en niet mooi, daarbij soms heel iel of zelfs helemaal afwezig. Alle ruimte voor de dramatische maar beheerste stemmen van vooral Peter Grimes (Kim Begley). En dat het niet goed afloopt hoor je rillend aankomen. Minimalistisch geënsceneerd, met donkere golven en gammele bootjes. Het voltallige koor van DNO zorgde in sobere kleding, als vissers en dorpelingen, af en toe voor de opvulling van het toneelbeeld. Hinderlijk om te merken dat mijn lichaam en geest niet zijn ingesteld op een langer durend deel na de pauze, wat is dat toch, beroepsdeformatie?