Ik had deze mooi gemaakte voorstelling vorig jaar al gezien en was benieuwd of er veel veranderd zou zijn, ik vond het destijds een beetje vlak. Dat is opgemerkt; er is wat meer humor in gestopt en er wordt over het algemeen vlotter gespeeld, al is het met sommige acteurs nog steeds behelpen. Pierre Bokma heeft meer nuance in zijn rol gestopt en lijkt nu precies te weten hoe je Macbeth moet spelen. Hij steekt met kop en schouders boven de rest van de acteurs uit, behalve dan van Fred Goesens en, vooral, Marieke Heebink, die ook erg mooi speelt. Hun scenes samen zijn juweeltjes, symfonieen bijna. Bijzonder was dan ook dat Bokma na de voorstelling van Willem Nijholt een prestigieuze acteurs-zegel kreeg. Zal die blij mee zijn geweest.
Erg grappig, deze fake musical, ik heb erg gelachen. Was niet helemaal mijn ding, maar de spelers waren echt heel leuk en de muzikanten en de videobeelden en ook heel erg mooi licht. eigenlijk was het gewoon heel leuk. gewoon leuk, niet erg diep, maar goed dat hoort bij musical. ik hoop dat ze een musicalaward winnen
De moeilijkheid bij een monoloog is dat de (natuurlijke) spanning tussen meerdere personages op het toneel ontbreekt. Toch slaagt Peter de Graef in zijn eentje erin van begin tot het eind de zaal te boeien en geboeid te houden. Zijn teksten zijn prachtig en zijn spel fantastisch. Ga dat zien!
Wat een eenvoud, maar zo mooi. Prachtig spel van alle rollen maar met name van Herman Bolten en de “gebroeders” Tholke van Brunsel. Het eerste kwartier was wennen maar daarna voelde ik een zalige overgave aan dit waanzinnige sprookje. Af en toe voelde ik mij weer een klein kind , gelovend in dit domme verhaal. Adembenemend mooi, betoverd door dat prachtige licht en muziek. Ik ga nog een keer
Lohengrin is een prachtige opera. Het RPhO en de zangers (Elsa - Charlotte Margiono) leverden een geweldige prestatie. Toch 6 tomaten wegens het decor van Kounellis en de costuums van Figus.
Lohengrin komt in de opera op in een bootje, getrokken door een zwaan. Natuurlijk kun je dat ‘stileren’. Maar de vertaling in dit geval in een kar met een stapel roeispanen sloeg nergens op, was afschuwelijk van vormgeving en miskende elke aanwijzing van Wagner. Het decor bestond vooral uit vlakke staalplaten, niets van de voorgeschreven aanduiding van kastelen, domkerk en pleinen. Een waar Hoogovens decor. Je ziet de decorontwerper aan de keukentafel met zijn nieuwe vriendin of vriend, een vet contract van de opera op zak, met stukken van een toevallig beschikbare kartonnen doos in de weer. Onder het mom van ‘minimalisme’ en ‘symboliek’ wordt een saai en nietszeggend en niets met de opera verband houdend 13 in een dozijn decor gemaakt. Zelfs geen verrassingen. Decor als zelfstandige ‘kunst’ en zeker niet om bij te dragen aan het drama van dit theaterstuk. De kleding van Figus was zo mogelijk nog rampzaliger: steeds kostuums die als lakens om de spelers waren gedrapeerd. Lohengrin moet in het bootje in ‘shining armor’ opkomen. Nu kwam hij met enige vertraging achter het karretje met peddels in een hobbezak aansukkelen. Figus is begonnen met zichzelf het kleermakersvak te leren(?). In 1999 sloot hij zijn studie af met een herenkollectie. Presenteert nu 2 keer per jaar een damescollectie. Deze achtergrond was zichtbaar; de kostuums passen in ‘Kijk eens wat ik voor gekke kleren kan bedenken’ mode presentaties. Kleding die meestal niet geschikt om ook echt aan te trekken maar in dit geval had het ook niets met Wagners’ Lohengrin te maken.
Volgende keer nemen we een zak echte rotte tomaten mee. Het wordt tijd om net als in de jaren 60 de arrogante macht van de zwaar gesubsidieerde cultureel zichzelf bevredigende theatermakers weer aan de orde te stellen. De volle zalen met een bepaalde klasse van abonnementhouders en het ontbreken van goede opera alternatieven leveren een culturele dictatuur op die op ruwe manier aan de orde moet worden gesteld.
Spelplezier, lichtplan, ezel-plateauzolen, Helena’s armen, Puck(s), tutu’s: wat een feest!
Amsterdam moet zich schamen, met moeite 50 mensen in de zaal.
Nu Peter de Graef zich terug tot de monoloog heeft gewend, zie je dat hij completer is geworden dan ooit tevoren. Teksten die je tot in je hart raken, personages die je tweelingbroer kunnen zijn; hij kan het allemaal en hij doet het allemaal.
Ga alsjeblieft allemaal zien, want de wereld heeft nood aan voorstellingen als Niks.
Wat een onwaarschijnlijk mooi sprookje, ik heb 2 dagen nodig gehad om mijn entousiasme te laten bezinken. Na vele versies van dit stuk gezien te hebben (en bijna altijd teleurgesteld naar huis te gaan) ben ik zeer verrast door de enorm rijke fantasie, dit prachtige spel en de energie.
De oplossingen en vondsten zijn geniaal! De lichtontwerper verdient een theater- of vormgeversprijs
Wat menselijk in ons is, dat is het vuil onder de nagels van de noodzakelijkheid.
Pastor richt zich met hart en ziel op dat vuil, vecht met de muziek van Andriessen.
Du Châtel en van Manen doen dat niet. Daar zien we hoe ook in de noodzakelijkheid de mens een aandeel heeft, een schakel is, maar beangstigend is dat wel. Zelfs als Van Manen dat swingend doet, zien we de architectuur van het totalitarisme. Voor hem is de enkeling die er uit breekt alleen maar de voorbode van een nieuwe totalitaire mode, en zo denkt Andriessen er waarschijnlijk ook over. Zo is de danser die bij van Manen of bij Du Châtel de beweging niet exact heeft ook meteen FOUT. Geeft mij dan maar Pastor, daar is die ‘fout’ de essentie van het menselijke, en zo bestaan wij in de rafeltjes. Alleen: wat zijn die dansers jong/kinderlijk! Was dat altijd al?
Leuke voorstelling over manlijke kwetsbaarheid rondom manlijke zaken. Met vier heerlijke acteurs die ook als ze niet briljant spelen indrukwekkend hun personages neerzetten (het spel was veel minder hilarisch dan verwacht en dan op andere avonden, zo heb ik mij laten vertellen). Nu werd het een broos theateravondje met echte tv-sterren. Een tomaat toch, voor de afloop van de tekst. Na een duidelijk opgebouwde thriller is het einde een anti-climax en teveel ‘hoe brei ik er een einde aan’.