Verlies van Sterrencast in het Decor van Duizend Doorgangen.
Toneelgroep Amsterdam is weer in Groningen! ‘Kinderen van de Zon’ van Gorki inclusief sterrencast. Wat wil je nog meer zou je zeggen? Nou dat er beter en meer doordacht gebruik gemaakt wordt van deze gegevens, want bij deze voorstelling heeft de vaak zo gouden formule van Toneelgroep Amsterdam me niet weten te pakken tot de laatste 10 à 15 minuten. De bewerking van deze tekst van Maxim Gorki was te lang waardoor de spanningsboog plaats leek te hebben gemaakt voor een homp saaiheid in het eerste deel en een brok afwikkeling in het laatste deel. Ook bevatte de bewerking te veel nietszeggende personages. Het decor van duizend doorgangen doet me de talloze keren herinneren dat ik naar amateur kluchten ging en ook wordt door deze sterrencast te veel overdreven gespeeld, wat me irriteert omdat deze acteurs zoveel meer kunnen. Dan, op het einde weet de oprechtheid in de persoon van Halina Reijn diep in me te dringen, maar ik weet niet wat ik ermee moet omdat ik gedurende de gehele voorstelling diep in mijn rode pluche heb zitten krabben op zoek naar betekenis, maar geen tekens kon vinden. Later, in het laatste deel van de voorstelling wordt ik dan overspoeld met tekens die ik zelfs nu, een dag later, nog niet heb weten te plaatsen. Een voorstelling met af en toe een lach, geweldige acteurs die de voorstelling tot een draagbare voorstelling weten te maken, een luie dramaturgie en een explosief schoon einde.
Jammer…deze, voor mij, teleurstellende voorstelling van Toneelgroep Amsterdam. Kinderen van de zon in 1905 geschreven door Maxim Gorki en naar het heden gehaald met deze regie van Ivo van Hove. Het publiek krijgt een kluchtachtig stuk te zien met gelijksoortig decor en een topcast (!) in gekke kledij met soms nog gekkere haardracht. In de eerste helft van het stuk is er geen moment dat me raakt, de komische noot is te geforceerd aanwezig en de moraal ver te zoeken, waardoor ik bezorgd ben tijdens het nuttigen van mijn pauze drankje. Gelukkig zie ik iets meer diepgang in de tweede helft en blijkt het stuk wel degelijk naar de actualiteit te trekken. Het stuk is voorspelbaar, het spel wat overdreven en het op en af lopen van de acteurs werkt afleidend. Er gebeurt gedurende het gehele stuk of te veel of te weinig, het motorische moment laat te lang op zich wachten en de climax kent geen enkele vorm van dramatische spanning. De slotscene toont eindelijk wat meer integer acteerwerk, maar geeft geen reden voor meer dan twee geweitjes.
Vier mensen komen in een hotel bijeen omdat hun (schoon)moeder jarig is maar mogelijk ook sterft. Dat samenzijn gaat gepaard met drank, veel drank. Het verhaal wordt verteld door een twintigtal scenes (sommige duren maar enkele seconden), onderbroken door blackouts. Maar een echt verhaal is het niet: het gaat nergens heen. Het enige verloop in het stuk is de toenemende dronkenschap. Dat levert zowel enkele hilarische als treurige momenten op, maar veel meer is het niet. Het kabbelt wat voort tot een einde dat geen echt einde is. En dan vraag je je af of je nog moeite wil doen om hiervoor naar het theater te gaan…
Veel explosies, geschreeuw en deuren in en uitlopen. Dat kluchtige doet het goed op de lachspieren van de huisvaders in de zaal.
Dromen de personages in het stuk nog van een betere wereld dat overbrengen op het publiek lukt niet als het geheel zo complacent is. Een paar keer doorbreekt het stuk de gezapigheid —over de headbang/video-scene zal nog lang nagepraat worden!— maar echt opschieten doet het niet.
Leuk avondje uit voor de Linkse Elite en de acteurs vooral Reijn en Scholten van Aschat blijven goed overeind.
Een niet zo best stuk. Een niet zo geweldige regie. En dan moet je er als acteur maar iets van zien te maken. Da’s moeilijk, zie je bij Els Ingeborg Smits. Ze staat af en toe dingen te doen waar ze zelf niet in gelooft. De teksten die ze laat horen komen vaak regelrecht van de schrijftafel. Kees Hulst moet de voorstelling dragen en doet dat met verve. Met veel oog voor details zet hij een sullige echtgenoot neer die al jaren met een zeurende Kenau getrouwd is. Maar Kenau is zo ongeloofwaardig (waarom is hij ooit met die vrouw getrouwd, vraag je je af) dat de interesse alleen maar bij Kees Hulst blijft hangen.
Sommige stukken kun je beter ongespeeld laten.
Vrolijke Japanse mashup die met gemak aantoont wat een ontzettende zeikfilm Lost in Translation eigenlijk is. De acteurs doen meer dan hun best en weten door helfdhaftige karaoke het origineel te overstijgen.
Extra gewei voor de Humanoid III vechtscene die de boeken in zal gaan als één van de meest epische ooit op het toneel.
Tikkertje spelen met de Tijd
In deze voorstelling van Theater de Citadel in het kader van het project ‘Verhalen van het Schoolplein’ is de theaterzaal getransformeerd tot een felgekleurd schoolplein met daarop rondspringende acteurs die als vier kinderen vertellen over de hiërarchie en de verhalen van hun schoolplein. De plaats waar kinderen veel van hun eerste ervaringen opdoen zoals de eerste keer verliefd worden, een eerste zoen, voor het eerst pesten, voor het eerst gepest worden en verder nog, in aanraking komen met cruciale elementen van het leven. Het schoolplein is een miniatuurwereldje op zich waar het gaat over het menselijk handelen en kinderen zichzelf en elkaar voorbereiden op de maatschappij.
Naast het verhaal over de vier kinderen en hun vriend/vijand/klasgenoot Raf, een jongen die misschien terug naar school komt na een thuisperiode als slachtoffer van een ‘ongeluk’, wordt het schoolplein geschetst als een wereld alleen van kinderen waar de buitenwereld geen vat op kan krijgen. Niets kan deze wereld veranderen, geen oorlog, geen treinkapingen, niets. Ook voor volwassenen zitten er veel herkenbare elementen in, van vroeger, dingen uit de geschiedenis en zelfs aspecten waar wij als volwassenen in ons leven nog steeds mee te maken hebben.
Een voorstelling met strelende muziek, schitterende beelden, een aantal prachtige teksten en een verhaal over een tijdloze wereld. Als ik kinderen had nam ik ze zeker mee naar deze voorstelling.
Zina smelt sneeuw rond Machinefabriek
Sneeuw, kou en melancholische muziek. Het is weer bijna kerst, de tijd van de verplichte bezoekjes aan familie en onzin gesprekken omdat je de gesprekpartners al door en door kent. Daarom zeg ik: leer ‘Zina’ eens kennen. In deze donkere decemberdagen net voor kerst zoeken de meeste mensen warmte rond de open haard en bij bekenden, een grote groep mensen weet echter niet dat theater De Machinefabriek, thuishaven van het Noord-Nederlands Toneel, deze dagen gloeit van activiteit en warmte. Dit jaar speelt het NNT namelijk wederom een kerstspecial, deze keer de reprise ‘Zina neemt de Wijk’. In deze voorstelling, een samenwerking met onder andere de stichting Female Economy, staan drie wijken van Groningen centraal: de Oosterparkwijk, de Hoogte en de Korrewegwijk. Theatermakers lieten zich 10 dagen lang adopteren door inwoners van deze wijken en werden hierdoor bevriend met een diversiteit aan Groningers die hun verhalen met ze deelden. Deze verhalen willen de makers in deze voorstelling graag met de overige inwoners van de stad delen.
Door felroze geklede personen wordt het publiek verdeeld in kleine groepjes en via sluipgangetjes afzonderlijk naar de maagdelijk witte theaterzaal geleid. De eerste vijf minuten van de voorstelling wisselen van groep naar groep rennende theatermakers verhalen uit over het leven van hun adoptie-Groningers. Vervolgens worden door de gehele zaal zitplaatsen gecreëerd met behulp van stapels donszachte matrassen. In deze voorstelling wordt gesproken over echte mensen, echte Groningers, echte verhalen, gebaseerd op echte ervaringen, vaak niet prettig of leuk, maar ontroerend echt. Twee uur lang kippenvel van top tot teen en trillingen van emotie zijn het gevolg.
‘Zina’ creëert een sfeer waarin zowel de subjecten van de voorstelling, de adoptie-Groningers, als de toeschouwers zich op hun gemak voelen en de warmte en zachtheid van de voorstelling als een deken over zich heen laten leggen, wat de makers later in de voorstelling ook werkelijk doen. Een aantal Groningers voelt zich genoeg op het gemak om hun verhaal ook in real-life te vertellen aan de toeschouwers, die zich op hun beurt niet ongemakkelijk lijken te voelen wanneer acteurs hen direct vragenstellen, wat in andere voorstellingen vaak wel anders is. Aan het einde van de voorstelling komt een groep mensen van buiten de theaterzaal binnen; ze lijken niet te spelen. Jassen worden opgehangen en de binnendringers beginnen zich voor te stellen aan de toeschouwers, één voor één. Het zijn de mensen waar de hele avond over verteld is, de echte Groningers. Een grote tafel met eten en drinken lijkt vanuit het niets naar beneden te komen en mensen die elkaar nog nooit hebben gezien beginnen te praten over de voorstelling, de verhalen, het leven. ‘Zina’ maakt iets los en dat is wat theater altijd zou moeten doen. Ik zou nog veel meer kunnen zeggen, maar eigenlijk moet je dit gewoon ervaren.
Acht Erudiete Komedianten op zoek naar een Bittere Lach om Drama
Afgelopen zaterdag waagde ik me weer eens in de wereld van de geoefende theaterbezoeker in het Grand Theatre. Persoonlijk moet ik vaak bij de eerste tientallen minuten nog even wennen aan de voorstellingen die te zien zijn in het Grand en zo ook deze keer. Maatschappij Discordia maakte een bewerking van Tsjechov’s Kerstentuin waarin het kenmerkende signatuur van dit gezelschap duidelijk terug te vinden is. De voorstelling begint met het moment voor de acteurs daadwerkelijk in hun rol stappen en gaan spelen. Een aantal acteurs wast, volledig ontdaan van kleding, alles schoon. Naakt en schoon stappen zij als acteurs in de rollen geschreven door Tsjechov. Een simpel, maar historisch aandoend decor is genoeg om de sfeer van het verhaal te scheppen en focust de aandacht op de acteurs. De groteske en drukke manier van acteren is interessant in haar schakelen, maar verkracht te zacht, naar mijn idee, de betekenis van de mooi gevonden metafoor waardoor de manier van spelen mij meer afleidt dan dat het verhelderend werkt. De verkoop van de tuin en het omhakken van de, in mijn fantasie, prachtige met bloesem bekleedde kersenbomen worden door Discordia gebruikt als beeldspraak voor de moorden die de Nederlandse politiek in de wereld van kunst en cultuur dreigt te plegen. De personages die vaak bij Tsjechov zeggen elders heen te willen gaan, maar toch maar niet gaan (of met moeite), zijn ook aanwezig in deze voorstelling en kunnen opgevat worden als de kunstenaars die door de politiek bijna gedwongen worden om de kunst op te geven, maar niet los willen laten. Als dan ook nog eens iedereen een drankje krijgt en er een toost uitgebracht moet worden is niet duidelijk waar op getoost moet worden omdat niet duidelijk is hoe het met de kunsten zal aflopen. De voorstelling eindigt dan ook letterlijk en figuurlijk met een cliffhanger waarbij de bediende van de familie zich vastklampt aan een kast alsof hij aan een cliff hangt en vertelt over de leegheid die over is gebleven in het huis (en in Nederland?).
‘Het doet er voor jou geloof ik niet toe waar het over gaat’, moppert C die totaal niet onder de indruk is van de belevenissen van Emilia Galotti en van de wellust van de prins. Hij heeft wel een beetje gelijk, in wezen maakt het me niet zoveel uit. Net als bij eerdere voorstellingen van Susanne Kennedy beleef ik niet zozeer vanwege de inhoud van het stuk ervaringen van pure schoonheid maar om andere redenen.
Ik ervaar die schoonheid vooral vanwege de manier waarop Kennedy die inhoud laat zien in de bewegingen van de acteurs en misschien nog wel belangrijker in hun houdingen juist als ze niet bewegen. In hoe die onbeweeglijke lichamen zich tot elkaar verhouden in de ruimte, en wat dat vertelt. In ervaar die schoonheid in hoe ze de acteurs hun stemmen laat gebruiken, nooit alleen om te spreken, altijd ook als instrument, altijd ook in harmonie met andere geluiden. Dat alles steeds in uitgekiende composities in een soort kijkdoostheater van beelden en geluiden waarin ook de muziek en de met zorg gekozen kleuren een rol spelen.
Ook bij deze voorstelling van Susanne Kennedy sta ik mezelf toe om ook weer een beetje kind te zijn, om weer door de opening van zo’n schoenendoos te turen en me gewoon te laten betoveren door wat ik zie. En weer ben ik betoverd. Weer vind ik het een meesterwerk.