In een heel warm hokje een kleine voorstelling zien. Het was een beetje niksig. Wel vermakelijk spel, vooral van Esther de Koning. maar in deze tijd verwacht ik wat meer van een voorstelling die gaat over de oorlog. Aan het eind wordt er een rare draai gemaakt zodat het ineens over Iets lijkt te gaan. Ik zag het niet.
Vanaf het eerste beeld kon het voor mij al bijna niet stuk gaan. Industrieel erfgoed, gierende gitaren en paars licht. Een soort Duitse roadmovie, maar dan anders. Bernadette Jilesen is spannend en geil. Genoeg pretentie en voldoende humor en behoorlijk spannend. OK, tomaat voor de zak net voor het einde.
Mooie ideeën, af en toe scherpe observaties over de vergankelijkheid van theaterwerk en de angsten van jonge vaders. (Klopt het als ik denk dat de acteurs zelf net voor nageslacht hebben gezorgd? Ze kunnen er in ieder geval mooi over tobben…) Jammer is dat er te veel onuitgewerkte ideeën in zitten en de voorstelling als geheel niet scherp genoeg is. Extra blik tomatenpuree voor de abominabele muziekkeus.
Mooie krullebollerige jongens maken een klein stukje over een man wiens leven door een voorval ernstig in de war raakt. Het is een lief verhaaltje, misschien komt het van een kinderboek of zo. Decor is schattig en verzorgd, de locatie een prachtige houten zolder en we zitten op rooie kussentjes. Een beetje te lief allemaal, dat gaat een beetje jeuken. Gewei voor de geweldige appel-eet-scène en speciaal goeie gitaarspel.
Het voorval was absoluut de aardigste voorstelling die ik op Festival Cement heb gezien. Ik vond het verhaaltje over de man wiens ordelijk en regelmatig leven geheel wordt verstoord best wel herkenbaar. Het ging dan ook een beetje over de moed om het leven aan te gaan, om soms ook eens te kiezen voor iets onverwachts. Een gewei gaat naar de makers van het verhaaltje en het decor. Eentje naar Niels Bjerg voor zijn mooie gitaarspel en de laatste gaat naar de toch wel bijzonder aandoenlijke Maarten Smit die het verhaal heel mooi wist te vertellen.
Mooi qua beeld, interessant spel. Joep van der Geest en Vincent Rietveld maken hier een voorstelling geinspireerd op de junks. Zit hier drama in? Genoeg om te vertellen? Zij zeggen zelf van niet (einde v/d voorstelling) en dekken zich dus in (tomaat). Zij maken harde overgangen naar typematige figuren. Nederland als angstige junks en Amerikaanse junks als “proud to be an ‘American’ junk. Of moet ik die link niet maken, of al helemaal niet met George W Bush? 1 van de junks heet George. Moet ik de link wel maken dan zie ik het niet goed genoeg. Wel een interessante waar meer uitgehaald mag worden. Deze twee jonge theatermakers/acteurs zetten in spel en enscenering een leuk stuk neer maar mogen wel wat meer over de inhoud nadenken. Tevens denken aan het publiek die krampachtig 60 min. op een klein gammel bankje moest zitten. (Cement natuurlijk ook).
De eerste voorstelling die ik tijdens het festival zag, was deze. Het was meteen ook de beste die ik tijdens het festival heb gezien. De power die uitging van het spel is eigenlijk niet te beschrijven. In het begin had ik zo mijn twijfels, maar het werd eigenlijk steeds beter. Vooral geweien voor het geweldige acteerwerk, de grote tegenstellingen waar ze telkens zomaar weer middenin sprongen. Daar moet je echt enorm goed voor zijn, dus niets dan lovende woorden voor het gedreven spel. De bankjes zaten inderdaad slecht, maar daar werd het niet minder mooi door. Een goede voorstelling, al zou het concept misschien wat verder uit kunnen worden gewerkt. Ga dus zo door!!
Misschien dat ik de voorstelling gewoon niet zo goed begreep, voor hoever er iets aan te begrijpen was…. Want de sfeer vond ik geweldig, de muziek vond ik geweldig en het spel was ook geweldig en toch vond ik het niet helemaal geweldig….Een leuke voorstelling, maar niet alles.
Dit is werkelijk de engste voorstelling die ik ooit heb gezien en zo verwonderd en verbaasd, maar ook enigszins verveeld als de jongen naast mij keek, voelde ik mij ook precies toen ik de zaal met de doodmoeie spelers achter mij liet. Sja, als je van experimentele voorstellingen houdt….
Wat vind ik hier nou van? Er zijn avonden dat ik hier ongelooflijk hard om moet lachen. Wat een belachelijk postmodern gedoe! Een indruk: witte schminck, Freudiaanse teksten die gescandeerd worden, gemimede sex, een rap en een onbegrijpelijke geluidarchitectuur. Gouden Tomaat-materiaal wat mij betreft, maar ja, het had wel wat. Na verloop van tijd vond ik het verhaal een soort van spannend en kwa toneelbeeld was het een beetje too much voor de kleine zaal, maar in een muziektheater had het goed gekund. De balans slaat toch behoorlijk negatief uit. Voornamelijk door de vreselijke versterking. Met zo’n geluidsdecor moet je zulke boxen weigeren. Verdomd interessant, gaat u vooral verder…
Hoera voor Ger Thijs. Hij is enorm goed als vervelende zieke vader. Een hele kunst om terwijl je in bed ligt, toch interessant te zijn om naar te kijken. Jos van Hulst is grijzer en stiller en dat klopt als je zo’n vader hebt en dood bent. Het gekloot met de sneeuw op het einde, maakte het gezellig, wat de wat sombere conclusie wel kan gebruiken.
De voorstelling begint heel klein. We kijken in een poppenkast op een toneeltje naar een bonzaiboompje. Ik overpeins hoe bonzaiboompjes een ideale metafoor zijn voor de maakbaarheid van dit leven. Ik raak ontroerd. Dat duurt niet lang, daarna volgt een cabaretachtige scène die alle diepgang weglacht. Dat blijft zo de hele voorstelling doorgaan, zodra het gewicht krijgt of ontroerd, komt er een grap of een dansje. Daardoor wordt het een leuke voorstelling in de traditie van speelgoedgod Rieks Swarte, maar niet echt memorabel. Extra gewei voor de ENCI en voor de acteurs die in zo’n gort droge omgeving moeten spelen; ik had al last van m’n keel en ik mocht de hele voorsteling mijn mond houden.
Ik kende dit stuk niet, ben benieuwd wat ze er allemaal zelf aan geknipt en geplakt hebben. Veel spelplezier, maatschappijkritiek, hapjes en drankjes in een ranzige discotheek. Helemaal goed!
Voorstelling met de langste titel die ik ooit gezien heb, langer zelfs dan ‘Ik vond die pan-erotische theorie van Cynthia toch redelijk indrukwekkend’. Lange titels zijn, tenminste bij films, meestal grappig. Dit was helemaal niet grappig. Dit was serieus en behoorlijk goed. Mooi geluidsdecor, mooie wanhoop van verschillende spelers. Wel te lang, en een paar scènes hadden geschrapt mogen worden, maar regisseuse Ragna Aurich ga ik in de gaten houden
Ik word nog al eens moe van voorstellingen waarin de verschillende disciplines worden gecombineerd om zo het onvermogen te communiceren uit te drukken. Hier werkte dat toch erg goed, vooral omdat alles ondergeschikt was aan het geluid. Heel veel verschillende soorten geluid uit heel veel verschillende soorten dingen en mensen. Soms herkenbaar, soms vervreemdend. Een beetje te lang. Fijn dat de voorstelling autisme op een meer filosofische manier beschouwd en niet in medelijden verzandt.
‘t Was nog behoorlijk try-out, maar dit kan heel leuk worden. Moderne variant op ‘De Theatermaker’. Rob van Gestel zet zeer overtuigend een vaste klant neer. Als je dialect praat moet het helemaal om je te bescheuren zijn, mijn buren bleven er ten minste bijna in. Hopelijk gaan ze het ook veel in dorpshuizen, herbergen en slemplokalen spelen.
Zeer veelbelovend project! De jonge makers Vincent Rietveld en Joep van der Geest zijn er absoluut in geslaagd een boeiende voorstelling te maken over daklozen/junks: mensen die er niet meer bij horen of er niet meer bij willen horen. Het spel was zeer gedreven en daarmee sterk (vooral het ‘acting model’-type was erg goed getroffen). Het toch licht beklemmende gevoel dat de voorstelling opriep bleef nog een hele tijd hangen. En toch zou ik over een weekje best weer willen gaan: om te zien of de twee makers er ook nog in geslaagd zijn de laatste puntjes op de i te zetten!
Hart is een venijnige voorstelling. Zelden heb ik een hoofdpersoon (vertolkt door zowel Wendel Jaspers als Fokka Deelen) zich zo doelbewustnaar de verdoemenis zien helpen en zelden heb ik daar zo geanimeerd naar zitten kijken. De voorstelling zindert met een morbide erotiek en dat is zowel credit voor de sterke tekst (een bewerking van “Hart van Prikkeldraad” van schrijfster Lisette Lewin, door regisseur Madeleine Jutten-Matzer) als het sterke spel dat elk dreigend cliché die het onderwerp met zich meedraagt (jawel, het oerhollandse oorlogstrauma) uit de weg gaat. De hoofdpersoon worgt zichzelf, door willens-en-wetens met de vijand te heulen en haar nihilistisch bestaan met een grove passie te bevestigen. Het onschuldige meisje dat we leren kennen verwordt tot een sterke, doortrapte, zij het ook zwaar gehavende vrouw. De uitbeelding van deze tweespalt toont ons de kwaliteiten van de actrices die als magie versmelten tot een verknipt mens, waarvoor je sympathie moet hebben in weerwil met de “foute” (en eerder nog noodlottige) keuze die zij in haar leven maakt.
Umwerfende voorstelling op misschien wel de mooiste (en moeilijkst te vinden) lokatie van het Cement festival!
Naar het boek van Lisette Lewin, Hart van Prikkeldraad, heeft Madeleine Jutten-Matzer samen met Fokka Deelen en Wendell Jaspers een sprankelende en poëtische voorstelling gemaakt. Het Katwijkse meisje Greetje wordt in de Tweede Wereldoorlog een “moffenhoer” met alle voor- en nadelen vandien. Een zwaar onderwerp, maar lichtvoetig over het voetlicht gebracht. De vorm is verrassend: beide actrices zijn Greetje, wisselen soms van rol, nóg virtuozer dan in Festen gebeurt. Een aanrader. Nog te zien in Den Bosch van 16 tot met 19 april.