Toch wel lieve voorstelling over olifanten. Het begint verwarrend, met een chaotisch verteld kinderverhaal, maar aan het eind breit Platel alle lijntjes mooi aan elkaar. Verder heeft het niet zoveel om het lijf, maar wat wil je van een voorstelling voor kleuters. Maar dan toch geselecteerd… Lastig.
Ik ben benieuwd hoe het dit soort voorstellingen gaat vergaan als jeugd- en volwassenenjury gefuseerd worden…
Prettig losse voorstelling, Discordiaans bijna met die tekstboekjes in de hand (wie had dat ooit gedacht van Ger Thijs). De tekst is meer een politieke zedenkomedie dan echt scherpe satire; het beeld van Den Haag is nu al gedateerd. Overigens goed om Barbara Pouwels weer eens op het toneel te zien.
Völlig losgelöst/von der Erde/schwebt das Raumschiff/völlig schwerelos.
Dit is een voorlopige score: ik dacht dat ik hier te maken had met autobiografisch trauma-verwerkingstheater; en daar hou ik dan weer niet van (en doe dat toch niet helemaal aan het begin van je carrière), hoewel ik het technisch wel goed gedaan vond.
Maar ik hoorde later geruchten dat het juist allemaal bij elkaar verzonnen is: mocht dat zo zijn, dan voel ik me echt behoorlijk belazerd en dat verdient toch nog wel drie geweien extra…
Theatrale lezing, yeah! Graag meer, bijvoorbeeld over het Aralmeer, de relativiteitstheorie, Muhammad Ali, het modernisme in de toneelschrijfkunst of de opkomst en ondergang van het Koreaanse voetbal. Dan ook graag met een pietsje minder cabaret en een snufje meer research en dan kunnen dat even legendarische als leerzame avonden worden! Zet ‘m op!
Giselle Vegter schreef, regisseerde en speelde deze voorstelling zelf, en bedient ook nog het licht; ze verkoopt nog net geen kaartjes. Dat maakt dit zo’n beetje de meest soloïge solovoorstelling die ik ooit heb gezien. Dat werkt mooi door in de voorstelling waarin ze als een god dwaalt door een stad, die Amsterdam blijkt te zijn. Klein, verstild en heel mooi.
Naast alle overbodige 20e-eeuwse schrijvers op De Regiedagen was er gelukkig ook nog Heiner Müller. Dat vindt ik dan weer mooi. Geregisseerd met visie en geacteerd met kloten.
Verzorgd miniatuurtje. De Lidl-tas deed het hem voor mij; een buurman wist mij echter te vertellen dat er net na de val van de muur nog helemaal geen Lidl was in Oost Berlijn; een tasje van de Aldi of Plus (Prima Leben Und Sparen) was dus wellicht meer op z’n plaats geweest. Kortom: een voorstelling om lekker Ostalgisch bij te mijmeren, maar wel jammer dat de tekst daar zoveel ruimte voor liet. Iets meer to the point, bitte.
Als een kuiken in een ei speelt Schweigman met haar grote rooie dooier. Buiten de baarmoeder rent gerauschmacher Matthias Mooij zich rot tussen prepared piano’s en vallende bowlingballen (of zo, maar dat kon ik dus niet zien). Sterk, teder en associatief.
Nou vraag ik me wel af of ‘Dubbeldooier’ van Oostpool ook twee keer zo goed is…
High-concept voorstelling. Batelaan boekt achteruitgang. Let op: hiermee zet hij een trend. De tweede helft van de voorstelling is veel minder, maar dat is dramaturgisch prima te verdedigen. Hulde!
Productie van studenten van verschillende toneelscholen, op zich al bijzonder. Verzameling absurde autobiografische verhalen met open plekken ertussen. Sommige acteurs zijn beter dan andere, de setting maakt het een beetje opsommerig, maar er zit een aangenaam soort openheid in het spel, waardoor ik zelf mag associëren. Dat was prettig. Oh ja, de Discoria-cirkel is definitief rond (1987: iedereen houdt van Discordia; 1998: niemand houdt van Discordia; 2009: iedereen houdt van Discordia).