Naast alle overbodige 20e-eeuwse schrijvers op De Regiedagen was er gelukkig ook nog Heiner Müller. Dat vindt ik dan weer mooi. Geregisseerd met visie en geacteerd met kloten.
Zo ongeveer al het theater ontstaat wel uit een zekere drang. Dit stuk heb ik zelfs als noodzakelijk ervaren, en zonder dat de drang opdringerig werd. Toch kan ik het niet uitstaan, dat ik het idee heb iets te hebben gezien wat ik niet had mogen missen en wat per se gemaakt moest worden, maar niet precies weet WAAR-OM. Een smakelijk tomaatje daarom erbij.
Een gewei voor alle medewerkers, en een voor de som der delen. Een heel zorgvuldige regie, strak, helder, grappig. De spelers maken gebruik van archaische gebaren, waarmee ze bijna elk woord illustreren of versterken. Myranda Jongeling en Leon Voorberg op het podium zijn erg aan elkaar gewaagd, de beheerste erotiek hangt stroperig tussen hen in.
Kwartet van Heiner Müller is niet mijn lievelingstekst, maar in de regie van Martine van As (derdejaars Regie opleiding) en gespeeld door Leon Voorberg en Myranda Jongeling heb ik met verwondering gekeken naar een scherp spel van woorden en gebaren. In een totaal witte ruimte met getraliede ramen en licht van buiten ontstaat een enorme concentratie op hetgeen er aan de hand is. De spelers bedienen zich van 18 eeuwse toneelgebaren en staan in prachtige historische kostuums. Door de rust en het subtiele spel, wat consequent werd vastgehouden en nergens uit de bocht vloog werd ik meegenomen in het spel van Madame Tourvel en Valmont. Voelbaar was de enorme strijd van jalouzie die hier onder zit.
Deze voorstelling is totaal het tegenovergestelde van de ‘Kwartet’ die door eerstejaars studente Susanne Kennedy is geregisseerd (gespeeld door Cas Enklaar en Truus te Selle), waarin juist een theatrale, volle speelstijl werd gebruikt. De spelers stonden in een arena en in witte kostuums en met wit gepoederde lichamen bestreden ze elkaar. Beide voorstellingen getuigen van een liefde voor de tekst, dus misschien moet ik het toch nog eens goed gaan lezen.