Voorstelling is niet helemaal op zijn plaats op het ITs, veels te goed en professioneel. Maar fijn om hem daar te zien, zodat het duidelijk is dat deze makers heel goed zijn maar ook nog heel jong. Dat beloofd wat voor de toekomst. Verhaal en acteren is duidelijk en goed, maar het wordt me niet helemaal duidelijk wat hun persoonlijke betrokkenheid is met dit onderwerp, daardoor bleef het wat anecdotisch. Vormgeving mooi, geweien voor de kleurige stofwolken. Twee geweien voor het moment waarop de tekst van het vrolijke afrikaanse liedje aan het publiek wordt getoond. Als vanzelf ging mijn achterbuurvrouw de tekst vrolijk mee zingen; tenenkrommend. Zo sterk was Freek de Jonge 20 jaar geleden.
Kim van Zeben speelt voornamelijk de tekst en dat doet ze heel goed, in aanmerking genomen dat het natuurlijk onmogelijk is om iemand te spelen die drie keer zo oud is als jij en uit Oost-Berlijn komt. Die tekst wil dan weer heel veel tegelijkertijd, een beetje historisch perspektief, wat gedachtes over de comsumptiemaatschappij, maar ook iets met een baby en een huwelijk en angsten. Dat laatste vind ik veel minder interessant. Baby’s en huwelijken zijn zo’n beetje overal hetzelfde, maar de val van de muur kan alleen nog maar in Noord-Korea.
Rond, rond, rond. Mooi en rood. ‘k Zou er dus eigenlijk prima een tomaat aan kunnen geven, maar dat doe ik niet. Geweitjes.
‘k Was een beetje uitgeput van ‘De Jonge Makers Marathon, maar gelukkig als laatst een stukje kleinkunst. Mooi af stukje theater. Zaalbespeling in het begin had iets beter gekunt en de tics iets virtuoser (kleinen tomaatjes), maar voor de rest gewoon af. Speciaal gewei voor schoolbord scene en waterballet. Dat zat echt goed in elkaar. Niets meer aan doen.
Hier kan ik dus helemaal niet tegen. Brrr, eng en naar en hou er mee op. Geen therapie in mijn theater. Bah, bah, bah. Abke Haring bespeelt de hele vloer en huppelt hopeloos rond in de ellende. Je kunt er van houden, maar ik dus niet. En mensen: ophouden met die zinloze projecties!
Als een kuiken in een ei speelt Schweigman met haar grote rooie dooier. Buiten de baarmoeder rent gerauschmacher Matthias Mooij zich rot tussen prepared piano’s en vallende bowlingballen (of zo, maar dat kon ik dus niet zien). Sterk, teder en associatief.
Nou vraag ik me wel af of ‘Dubbeldooier’ van Oostpool ook twee keer zo goed is…
Verzorgd miniatuurtje. De Lidl-tas deed het hem voor mij; een buurman wist mij echter te vertellen dat er net na de val van de muur nog helemaal geen Lidl was in Oost Berlijn; een tasje van de Aldi of Plus (Prima Leben Und Sparen) was dus wellicht meer op z’n plaats geweest. Kortom: een voorstelling om lekker Ostalgisch bij te mijmeren, maar wel jammer dat de tekst daar zoveel ruimte voor liet. Iets meer to the point, bitte.
Dit is een voorlopige score: ik dacht dat ik hier te maken had met autobiografisch trauma-verwerkingstheater; en daar hou ik dan weer niet van (en doe dat toch niet helemaal aan het begin van je carrière), hoewel ik het technisch wel goed gedaan vond.
Maar ik hoorde later geruchten dat het juist allemaal bij elkaar verzonnen is: mocht dat zo zijn, dan voel ik me echt behoorlijk belazerd en dat verdient toch nog wel drie geweien extra…
Om te beginnen een gewei voor de titel; voor de voorstelling kon ik hem onmogelijk onthouden. Na de voorstelling rol ik hem er in een keer uit. Het was ook erg leuk om de ingehouden lach in de zaal mee te maken als de zin eindelijk valt. Nog meer gewei voor de tekst; een akelig actuele komedie over hoe leven is als links dood is en intellectualisme een vies woord. En dan natuurlijk de klas zelf, wat hebben ze het zich zelf moeilijk gemaakt; een tekst van Rob de Graaff, en ronde spelen, moeilijk technisch gedoe en het ook nog komisch willen houden. Heel goed gelukt . Tenslotte een gewei voor het publiek, hoewel het bloedje warm was en je geen vin kan veroeren zonder je buurman te schoppen of de hele tribune te laten kraken, de hele tijd geconcentreerd zat te kijken en al die moeilijk theorieen over zich heen liet komen en er de humor van in kon zien. Een fijne avond.
Vier mooie meiden demonstreren dat het Almeerse spreekwoord “Het leven is een feest, maar je moet zelf de slingers ophangen” ook zijn keer zijde heeft. Mooi, grappig en energiek. Bij tijd en wijlen ook erg ontroerend. Maar op het eind wordt er genoeg teveel uitgelegd en komt er iets te veel plot en moraal in. Dat is jammer, want alle sympathie die je eerder voor de karakters hebt gevoeld, verdwijnt dan en daarmee de tragiek. Maar geen gezeur, deze dames worden sterren, dat is wel duidelijk. Speciale aandacht voor de geweldige muziek en de goede geluidsinstallatie!
Wat is het mysterie van Eva Mathijssen? Waarom speelt men aan de lopende band haar teksten? Ik zie/hoor het niet. Wat een enorme berg informatie krijg ik toch over me heen. Dat ze dit speciaal voor haar klasgenoten is geschreven, zegt ook veel over die klas denk ik dan zo. Qua spel, vooral veel valtechnieken gezien. Theaterzaal lijkt nog groter door decor, zodat ik nog minder met de acteurs te maken heb. Al met al geen vrolijke bedoening.
In het begin valt dit duidelijk in de categorie moeilijke mime, maar dan ineens steelt het je hart en wordt het heel mooi. Geweldige muziek, geweldige versterking. Voorstelling om voor altijd te onthouden, maar zeker voor altijd te herinneren als je ‘Time after Time’ hoort.
Het verdwijnt vanzelf is helaas niet meer te zien. helaas omdat de voorstelling de vier geweien absoluut waard is. Klemens Patijn speelde op innemende, ontroerende en recht in je gezicht rakende wijze zijn FREAKSHOW IN FRAGMENTEN.
Wisselend tussen ontroering en pure wanhoop met als toppunt van wanhoop het wrangste liedje ooit (‘Suicide is painless’, tune van de serie M.A.S.H) terwijl hij zichzelf uitprobeert te wissen door liters pa over zich leeg te gooien.
Hij zit nu in het 3e jaar van de toneelschool Amsterdam ik ben heel benieuwd hoe de eindexamen voorstelling er volgend jaar uit gaat zien