Vol vreugde was ik toen ik zag dat Arnon Grunberg´s boek Tirza geënsceneerd zou worden. Een bijzonder boek, verrassend! Mijn vreugde werd iets minder toen ik zag dat Sophie van Winden de titelrol ging vertolken. Dit heeft puur te maken met een persoonlijke afkeer tegen haar manier van spelen… en ik besloot dan ook wederom dit naast me neer te leggen. Veelbelovend stuk… en gelukkig maakt het Nationale Toneel de verwachtingen waar. Niet verrassend zoals het boek, zeker niet wanneer dit al gelezen is, want zoals ook wel te verwachten van het NT hangen ze erg aan de orginele tekst van Grunberg, terwijl er mogelijkheden te over waren. Een duidelijk, misschien te gemakkelijk, narratief; goed te volgen ook voor de vele onervaren kijkers die ik in de zaal signaleer. Kees Hulst zet Jorgen Hofmeester geloofwaardig neer, goed…zoals ik hem in mijn verbeelding, tijdens het lezen, heb gecreerd! Het kinderlijke, hysterische spel van Sophie van Winden past eigenlijk wel heel goed bij de rol van Tirza die ze vertolkt. Één gewei is sowieso voor het acteerwerk van alle acteurs op het toneel, daar valt weinig over op te merken. Mooi in alle simpelheid vind ik het toneelbeeld van Tom Schenk, ook niet verrassend overigens… Het gebrek aan enige verrassing bezorgt het NT een tomaat en ook het feit dat de ontknoping, zonder pardon en zonder spannend makende opbouw, de zaal in wordt gedeponeerd. Maar dan toch… is het mijn favoriete NT voorstelling tot nu toe!
Twee uur lang wachten op de climax die niet gaat komen vergt te veel van het publiek, zelfs van de ervaren kijker.. Laat Toneelgroep Amsterdam en NT Gent onder leiding van Johan Simons samenwerken, zet top acteurs als Elsie de Brauw, Chris Nietveld en Jacob Derwig samen op het toneel en je hebt een topstuk?! De verwachtingen waren hoog gespannen, de teleurstelling was dan ook groot. Geen topstuk! Het stuk gebaseerd op de film van cineast Marco Ferreri lijkt op papier interessant en zeer speelbaar, echter is de toneelpraktijk anders. Na een te lange introductie is de hoop er wanneer de vleeshompen letterlijk ten tonele storten. Je voelt de zaal denken ´nu begint het´ en ´we hebben er zin in´ en dat is ook zo; enkele minuten kijk ik geboeid en verwachtingsvol naar de vier succesvolle mannen die maaltijden voorbereiden waaraan ze uiteindelijk tevreden ten onder zullen gaan. Maar de climax wordt uitgesteld…, komt niet en het verhaal sukkelt verder. Elsie de Brauw geeft af en toe de aanzet, maar krijgt nauwelijks respons. We krijgen slechts een sumiere hoeveelheid achtergrond informatie over de personages aangeboden waardoor ik me steeds een buitenstaander voel en elke minuut in de zaal, lijkt ook een minuut in de wereld op het toneel te zijn. De diepere laag is er absoluut, de continue verwijzing naar de vrouwenborst, het vrouwelijk geslacht, de tekst van Chris Nietveld in de rol van Christiane en de, af en toe prachtige, beeldende kunstwerken die geprojecteerd worden… Hiervoor dan ook een gewei, maar het is zonde dat Johan Simons afscheid neemt met een voorstelling waarbij alleen de potentie overblijft!
Het, voor mij nog steeds nieuwe, NNT laat eindelijk weer eens zien wat ze waard zijn. Met Elf minuten brengen ze een indrukwekkende, indringende voorstelling over Maria uit het boek van Paulo Coelho die hoopt haar droom te verwezelijken, maar terecht komt in de prostitutie. Het is geen statische voorstelling te noemen met een eenduidig narratief. Maria’s ‘avontuur’ wordt afgewisseld met vertellingen van andere prostituees, (klaag)liederen en een relativerende comedian die door de onverschilligheid in zijn teksten juist benadrukt hoe ernstig de zaak is. Een prachtig lichtdecor is ontworpen door Andre Joosten, dat ook nog eens een hele duidelijk symbolische functie vervult. Spijtig vind ik het feit dat Malou Gorter me niet volledig weet te raken in het stuk, met uitzondering van de laatste elf minuten wanneer ze samen met Peter Vandemeulebroecke op een vertederende manier letterlijk een fragment uit het boek voordraagt. Haar manier van stemgebruik stoort me enigzins doordat het klinkt alsof ze continue geagiteerd is, iets wat me ook al opviel bij Medea en dus erg persoonlijk is. Duidelijk herkenbaar zijn de vervreemdende gimmicks die het NNT zo vaak, zo veel gebruikt, zodat de toeschouwer regelmatig weer uit het leven van Maria gehaald wordt en weer gewoon in de rode schouwburg stoel zit. Toch weten ze verschillende emoties op te roepen en ervaar ik een gevoel van rechtvaardigheid wanneer de heren in de voorstelling zich ontkleden en net zo kwetsbaar op het toneel staan als de vrouwen. Knap hoe ze ons als toeschouwers weg laten gaan met een ongemakkelijk gevoel, passend bij het thema van de voorstelling. Gedurende de voorstelling vragen velen zich af of Maritska misschien echt een aan coke verslaafde prostituee is en wanneer ze na het applaus als enige achterblijft ‘on stage’ klinkt er opnieuw een voorzichtig applaus en durft eigenlijk niemand de zaal te verlaten. Ola Mafaalani bewijst dit keer dat het combineren van een bestaande tekst met de actuele realiteit niet gekunsteld hoeft te zijn en brengt een verrassende, goede voorstelling ten tonele!
Op hoop van troost bestaat uit een serie van zes korte voorstellingen, waarvan in de maand maart het eerste deel, onder de noemer ´geloof´, te zien is. De hele serie bevat een aantal onwaarschijnlijke ontmoetingen. Zo was ik getuige van een ontmoeting tussen God en Lucifer en vervolgens Freud en God. Hoewel geloof het centrale thema is binnen dit eerste deel is het zeer toegankelijk, ook voor de ongelovigen. Beide korte stukken stellen juist de discussie betreffende het geloof aan de kaak. Met een knipoog wordt er gereflecteerd op de functie van God in onze samenleving en de twijfel die er bij individuen bestaat wat betreft het al dan niet bestaan van deze ´onbekende´. Goed acteerwerk, mooi samenspel tussen de drie acteurs en totaal ongekunsteld door de simpliciteit van decor en kostuums. Knap hoe de hoogdravende teksten toch blijven boeien, hoewel dit ook te maken heeft met de relatief korte duur van de voorstelling. Goede marketingtruc om een korting te bieden wanneer men kaarten voor alle delen koopt, echter ben ik sowieso nieuwsgierig naar deel 2.
Een NNT voorstelling met een overweldigend filosofische inhoud. Allereerst moet gezegd worden dat juist dit aspect van het (voor mij nog steeds duidelijk nieuwe) NNT, ook meteen een eerste valkuil blijkt te zijn. De hoogdravende teksten waarmee de voorstelling opent, maken het stuk niet heel toegankelijk; een wat minder ervaren kijker haakt al snel af. Maar goed we hebben dan ook te maken met niemand minder dan Dante Alighieri dus misschien is dit geheel volgens de verwachting! Een wat taai begin dus, maar wanneer de kijker zich eraan over durft te geven en accepteert dat hij/zij niet alles begrijpt kan het genieten beginnen… Drie hoeraatjes voor Merijn de Jong (Dante), die erg teleurstellend was in Medea vond ik. In La Divina Commedia draagt hij de gehele voorstelling en laat hij een haast psychotisch staaltje acteerwerk zien. Hij schakelt zonder moeite tussen vele verschillende emoties, zonder dat het overdreven is en brengt lappen tekst die hij heeft ingestudeerd alsof hij ze ter plekke verzint! Bravo… Treffende brug geslagen naar de actualiteit, als Dante in de huidige maatschappij in Nederland terecht komt waar politici en andere BN-ers voornamelijk bier drinken in een bar. Verder voegt trapezeartieste Dreya Weber in de rol van Beatrice, niet veel toe, maar zorgt haar act voor de esthetiek van het stuk; de mooie beelden. Zeker wanneer zij en Merijn samen in de doeken hangen heerst er spanning in de zaal (misschien vanwege gebrek aan zekeringen) en kijkt men met grote ogen naar de kunsten die zij vertonen! Leuk decor met verrassende elementen van André Joosten, de chaos die nodig is om de teksten van Dante te ondersteunen kan gecreerd worden. Groot minpunt vond ik het feit dat het ondersteunend personeel als een soort gadget op het toneel werd gebruikt, zonder dat het ook maar enige toevoeging deed aan het stuk. Dit zie ik vaker op toneel en meestal werkt het niet, ook bij La Divina Commedia zorgt het voor afleiding en dus ergernis! Ondanks dat.. een mooie regie van Ola Mafaalani, het is absoluut de moeite waard om het hoogdravende begin uit te zitten, want het echte hoogstandje begint ergens halverwege.
Een traditionele uitvoering van Romeo en Julia, ofwel een beetje het duizend in een dozijn verhaal, ondanks let wel (!) de hedendaagse vertaling van Frank Albers. Leuk ‘acteurs ensemble’, alleen jammer dat de sterspelers in dit stuk niet de hoofdrollen vertolken en dat de hoofdrollen (lees; Romeo en Julia), naar mijn mening, geen sterspelers zijn. Het stuk duurt lang en door de bekendheid van de afloop was ik geneigd op de klok te kijken en werd er veel ‘geknikkebold’. Het decor is mooi en dynamisch, echter wordt er weinig spannends mee gedaan. De tweede helft vond ik qua acteerprestaties pakkender, maar dat kan ook een inhoudelijke reden hebben. Leuke rol van Mirjam Stolwijk en ook Jeroen Spitzenberger zorgt ervoor dat het stuk vermakelijk blijft. Stagefight lessen adviseer is de acteurs en misschien wat ‘tranencrème’ voor de geloofwaardigheid, ook vraag ik me nog steeds af waarom we continue Sophie van Winden’s derrière moesten aanschouwen, terwijl ze de 14 jarige Julia speelt.
Tsja wat moet er gezegd worden over deze zeer vermakelijke voorstelling. ‘Het was leuk’ zijn mijn eerste woorden, helaas volgen daarop de woorden: niet vernieuwend, verrassend, choquerend, stimulerend of motiverend… zodoende zet de voorstelling me wel aan het denken, maar niet over de inhoud. Acteur en theatermaker Sabri Saad El Hamus wil met Hadj de discussie openen rondom de vijfde zuil van de Islam, de bedevaart naar Mekka. De voorstelling is luchtig en humoristisch, maar naar mijn idee niet echt een tentoonstelling van de Islamitische cultuur. Bovendien zijn de personages zulke karikaturen dat serieus nadenken over de kwestie niet aan de orde is. De hier en daar goed geplaatste opmerkingen en handelingen vol zelfspot van de moslims in het stuk, doen je beseffen dat het hier een andere cultuur betreft. De intriges binnen de voorstelling zouden echter binnen elke familie gevonden kunnen worden, maar misschien is dit wel deels de boodschap die de maker wil overbrengen…. Al met al is het minder negatief dan het lijkt in eerste instantie en heeft deze gemakkelijke voorstelling me gewoon een vermakelijke avond bezorgd.
Zomergasten, een stuk van Maxim Gorki, toont ons een groep ‘vrienden’ verblijvend in het zomerhuis van George en Barbara. Er is sprake van echte vriendschap, venijn, niet gepaste liefde, ruzie en dat allemaal onder het genot van talloze drankjes. Het stuk zelf sprak me al niet erg aan en ook in de uitvoering van Oostpool gebeurt er te weinig, het sukkelt een beetje door tot aan het eind. Een echte boodschap is er niet uit te halen, misschien zou het een beklag kunnen zijn op de schijnrealiteit waarin wij veelal leven. Het decor is interessant en levert af en toe verrassende elementen. De acteerprestaties zijn niet slecht, (vooral Maria Kraakman springt eruit) maar af en toe lijken de acteurs meer een karikatuur van het personage neer te zetten, wat uiteraard wel voor de nodige humoristische scènes zorgt. Doordat er steeds veel acteurs op het toneel aanwezig zijn blijf je toch geboeid kijken. De gimmicks die regisseur Erik Whien heeft toegevoegd hebben mijns inzien geen toegevoegde waarde of betekenis en zouden dus weg gelaten mogen worden. Geen hoogstandje, maar wel leuk genoeg voor een vermakelijke avond.
‘This might be a new beginning’ is een van vele treffende teksten geprojecteerd tijdens deze performance voorstelling en het zou zo maar eens waar kunnen zijn. Met Orgy of Tolerance zou Jan Fabre wel eens een prominent stukje theatergeschiedenis geschreven kunnen hebben. Er gebeurt veel, in het begin voel je het publiek denken ‘moet dit nou’ zoals vaker bij werken van Fabre, maar een oorverdovend, langdurig applaus laat zien dat de huidige theaterbezoeker absoluut klaar is voor voorstellingen als deze. Op een zeer abstracte, fragmentarische en veelal metaforische wijze, toont Jan Fabre zijn aversie tegen de huidige consumptie maatschappij, waarbinnen wij mensen letterlijk geilen op luxe goederen en dat ook ons enige geluk lijkt te zijn. Masturberen tot de tranen over je wangen vloeien, een geweer als genotsmiddel, het baren van levensmiddelen, dildoneuzen, jezus als supermodel en het vergroeien met boodschappenkarretjes. Een extreem energieke voorstelling vol theatrale elementen, verwijzingen, maar ook humor, waarvoor woorden echt te kort schieten! ‘We (just) have to come together’. Chapeau!
Tekst, tekst, tekst, tekst! Kopenhagen van het Nationaal Toneel bestaat voornamelijk uit gesproken tekst, te horen uit de monden van drie gelukkig goed spelende acteurs. Benieuwd naar de afloop van het verhaal en doordat je met enige bewondering kijkt naar Bram van der Vlugt, die wederom laat zien meer dan Sinterklaas te zijn, Stefan de Walle en Liz Snoijink, verveelt het stuk niet gedurende ‘de eerste helft’. Toch wacht ik continue op het moment waarop het mooie decor gaat bewegen en hoop ik dat er meer gaat zijn dan alleen deze tekst, want veel verrassend is het stuk qua vorm ook na de pauze niet. Leuk element vind ik het ronde decor te midden van het publiek en met dit decor de verwijzingen naar de elementaire deeltjes die om elkaar heen draaien, ook terug te zien in de manier waarop de acteurs zich steeds ten opzichte van elkaar positioneren zowel op het toneel als in het verhaal. Geen topstuk in mijn ogen, omdat ik vind dat deze haast pure vorm van teksttoneel in (of na?) het post dramatische tijdperk niet uitdagend genoeg is voor de ervaren toneelkijker. De enige uitdaging die er nog in schuilt is om de volledige, vrij lang durende voorstelling van begin tot eind te blijven volgen. Dat dit voor vele bezoekers dan ook erg lastig was, bleek uit de grote hoeveelheid knikkebollende mensen in de schouwburg.
Het meest interessante aan Pleinvrees is het gevoel dat je krijgt ergens deel van uit te maken, ergens bij te horen. Mensen druppelen een plein op, na enkele minuten en de uitwisseling van wat onzekere blikken wordt duidelijk wie de incrowd is. De buitenstaanders worden nog duidelijker zichtbaar. Een stem spreekt over eenzaamheid, niet gezien worden of niet gezien willen worden. We horen een schreeuw om aandacht, om verandering en verbroederlijking. Dan zien we een man over het plein scharrelen; een zwerver, maar zichtbaar onderdeel van, door het microfoontje dat hij draagt. Geboeid luisteren we naar de woorden uit zijn mond die veelal indirect tot ons komen. Soms adresseert hij ons direct en pas dan ook voel ik mij persoonlijk aangesproken. De verbazing, verwondering en soms afkeer van de buitenstaanders fascineert mij echter steeds het meest en is ook de kracht van dit theaterexperiment. Wisten zij maar wat ik weet…
Groen en geel erger ik me eraan. De slapende zestig plussers in de schouwburg. Keer op keer tref je ze aan, knikkebollend op hun met rood fluweel beklede stoel. Het ergste vind ik nog dat deze welvarende oudere mensen vaak de mooiste plekken in de zaal innemen en zonder schaamte in het gezichtsveld van acteurs in slaap vallen.