Instinct is gebaseerd op een boek van James Cain en de eerste credits gaan dan ook uit naar de schrijver van deze ingenieuze romantische detective. Johan Simons heeft er echter een interessante bewerking van gemaakt en boeit, mede dankzij het goede acteerwerk en de muzikale onderbrekingen, de kijker de volledige 3 uur. Er moet dan ook gezegd worden dat dit stuk staat en valt met goede acteurs, want zonder Pierre Bokma, Elsie de Brauw, Katja Herbers en ook de anderen zou het stuk absoluut té lang zijn. Het stuk lijkt gemakkelijk gespeeld, het is grappig en goed te volgen doordat het hele verhaal voorgekauwd wordt door Walter Ness (Pierre Bokma) die de gebeurtenis gedetailleerd beschrijft. Soms zou er wat mij betreft minder tekst mogen zijn, zodat de kijker iets minder achterover geleund kan kijken en gedwongen zou worden een iets actievere positie in te nemen. Het stuk bevat leuke theatrale trucjes, een interessant decor en lekker veel beweging. De tweede helft is absoluut sterker, want minder traag en de bijdrage van Lola Robinson (Katja Herbers) is erg verfrissend. Het is geen top stuk, weinig vernieuwend, maar absoluut vermakelijk en het is leuk om zulke goede acteurs aan het werk te zien.
Een indrukwekkende voorstelling waarmee theatermaker Eric de Vroedt duidelijk zijn doel bereikt, namelijk het publiek laten nadenken over oorlog. Deze voorstelling spreekt misschien wel meer dan alle geschreven stukken over de oorlog in Afghanistan. Heel knap hoe de Vroedt zijn acteurs Stanislavski achtige acteerprestaties laat neerzetten, terwijl hij werkt met Brechtiaanse vervreemding. Naast het meegevoerd worden met het serieuze verhaal van commandant Kurt Prins (Bram ‘hou hem in de gaten’ Coopmans) en de redenen waarom zijn ‘eigen jongens’ nog afgeslacht in de boom hangen, de familiehereniging van special commando Marco óf Marwash en zijn Afghani zus die tevens het liefje van de commandant is en de zoektocht van Kabir naar zijn broer wordt er voortdurend gelachen door het publiek. Coopmans zet een puik staaltje acteerwerk neer en zijn vertolking van Kurt Prins zorgt ervoor dat de spanning in het stuk voortdurend stijgt, tot de bom barst en Kurt Prins uiteindelijk zelf breekt i.p.v. zijn tegenstanders zoals hij gewenst had. Pas na afloop besef je hoeveel indruk dit stuk op je maakt en is een paar keer diep zuchten wel even nodig om weer over te kunnen gaan op de gewone dagelijkse bezigheden. Enige kanttekening is dat de voorstelling 2 uur lang duurt, iets té lang… omdat er al eerder in het verhaal een briljant einde mogelijk is en de uitbreiding qua personages doe volgt ietwat ongeloofwaardig is. Toch verheug ik me reuze op Mightysociety 7!
Een enscenering van het stuk van Heijermans deed mij deugd, echter begrijp ik na het zien van deze voorstelling waarom dit maar zelden gebeurd. Het toneel speelt, speelt oorspronkelijk Nederlands repertoire. In dit geval oorspronkelijk als in de zin van traditioneel en oubollig. Wat het publiek te zien krijgt is een opvoering van de tekst van Heijermans over een vissersdorp en de ondergang van de ‘op hoop van zegen’, niks meer en niks minder. Het acteerwerk van de toch wel ‘grote’ namen laat te wensen over, want waar de acteurs proberen duidelijke emoties over te brengen, lacht het publiek ze weg. Misschien omdat de actrices zich een aantal keren letterlijk aan de voeten van hun tegenspelers gooien en uitbarsten in een hysterisch ‘huilen’ wat de geloofwaardigheid niet ten goede komt! Eén gewei voor het simplistische decor van Guus van Geffen, waardoor het klucht gevoel iets terug gebracht wordt, het mooie beeld met de regenval en de acteerprestaties van Jo (Saskia Temmink). De hoop op een goede voorstelling was er, maar Heijermans stukken zijn naar mijn mening niet meer interessant binnen de huidige samenleving en niet echt meer een zegen voor de toneelwereld.
Het meest interessante aan Pleinvrees is het gevoel dat je krijgt ergens deel van uit te maken, ergens bij te horen. Mensen druppelen een plein op, na enkele minuten en de uitwisseling van wat onzekere blikken wordt duidelijk wie de incrowd is. De buitenstaanders worden nog duidelijker zichtbaar. Een stem spreekt over eenzaamheid, niet gezien worden of niet gezien willen worden. We horen een schreeuw om aandacht, om verandering en verbroederlijking. Dan zien we een man over het plein scharrelen; een zwerver, maar zichtbaar onderdeel van, door het microfoontje dat hij draagt. Geboeid luisteren we naar de woorden uit zijn mond die veelal indirect tot ons komen. Soms adresseert hij ons direct en pas dan ook voel ik mij persoonlijk aangesproken. De verbazing, verwondering en soms afkeer van de buitenstaanders fascineert mij echter steeds het meest en is ook de kracht van dit theaterexperiment. Wisten zij maar wat ik weet…
Groen en geel erger ik me eraan. De slapende zestig plussers in de schouwburg. Keer op keer tref je ze aan, knikkebollend op hun met rood fluweel beklede stoel. Het ergste vind ik nog dat deze welvarende oudere mensen vaak de mooiste plekken in de zaal innemen en zonder schaamte in het gezichtsveld van acteurs in slaap vallen.