Op aanraden van… betreed ik met toch wel hoge verwachtingen en een zekere prettige spanning de schouwburg. Josse de Pauw, toch wel een grote naam, en Jan Kuijken maakten samen bij LOD ‘De gehangenen’. De spanning neemt toe als we na het dimmen van het zaallicht geconfronteerd worden met vijf letterlijk opgehangen mensen die zich bevinden boven een, dan nog niet zichtbaar, muzikanten ensemble van Orchestre Royal de Chambre de Wallonie. We horen een kinderstem de Latijnse tekst “Num verberanda sum quod cogito?” zingen: word ik geslagen als ik denk? Een prachtig beeld, confronterend haast, maar een beklemmend gevoel steekt de kop op en laat mij gedurende de voorstelling niet los. De drie hangende zangers brengen tevens Latijnse teksten ten gehore, die ik vertaald zie op het dunne doek dat zich tussen mij en ‘de gehangenen’ bevindt. Indringende teksten, begeleid door mooie, sprekende muziek, worden mijns inziens verstoord door Jan Kuijkens muzikale bijdrage afkosmtig uit een snerpend instrument. Wordt hen hiermee soms de mond gesnoerd? Tot grote frustratie zie ik op ditzelfde dunne doek ook de tekst die de twee acteurs hangend boven mij uitspreken. Soms nog eerder dan dat de woorden gezegd zijn verschijnen ze voor me, waardoor de magie van toneel verdwijnt en ik me terdege realiseer dat de ‘liveness’ van theater dit keer een geregisseerde tekststudie is. “Wisten we te veel. We wisten te weinig. Dat wisten we. Dat was te veel.” Opgehangen omdat gedacht werd en gezegd werd wat werd gedacht. De tragiek van de twee gehangenen transformeert zich tot een moralistische boodschap, die past bij de beslommeringen van de huidige maatschappij waarbinnen wij ons niet langer de mond moeten laten snoeren! De teksten vliegen over het doek met een onleesbare snelheid en ik leun even achterover omdat ik het snap.. en de boodschap inmiddels herhaald wordt. Meer dan een betoog voor de vrijheid van meningsuiting is deze voorstelling eigenlijk niet. Het concept is uniek en interessant, maar inhoudelijk vind ik het niet uitdagend en maar zo, zo.
Ontroerend Goed is een ontroerend goede theaterperformancegroep, waar ik jammer genoeg tot gister niet eerder iets van gezien had. De performance ‘A game of you’ leent zich uitstekend als onderdeel van het Jonge Harten festival in Groningen, want is geen statige langdurende, traditionele voorstelling in een muf theater. Ontroerend goed biedt een half uur durende performance, een individuele tocht door een spannend ‘doolhof’ waar je naast de stijl van het theatergezelschap, vooral jezelf beter leert kennen. Wat een goed doordacht, gedurfd en uitstekend uitgevoerd concept. Met deze psychologische trip krijgen de Gentse theatermakers meteen mijn waardering, want dergelijke experimenten zou ik graag veel vaker zien en beleven. De makers weten heel goed hoe ze de toeschouwers nieuwsgierig en zelfs een tikkeltje zenuwachtig kunnen maken. De spanning is bij aanvang hoog, zeker wanneer je vrijwel direct gescheiden wordt van je gezelschap en per individu uitgenodigd wordt de donkere theaterruimte te betreden. Gelukkig wordt er niet té veel verlangd van het publiek en voel ik me al snel weer veilig(er). De publieksbijdrage bestaat puur uit eerlijkheid of een beetje fantasie als dat je meer aanspreekt, want ‘A game of you’ gaat over jou… Meer tekst over deze bijzondere performance, zou té veel van de ervaring afnemen, want het gevaar van ‘spoilers’ ligt op de loer. Gaan ervaren is mijn advies, want het is meer, echt meer, dan de moeite waard… “I met someone else with a beautiful name today, her name was Renee.”
Na even te hebben getwijfeld besluit ik toch te gaan staan, als de acteurs na Salomé hun applaus komen halen. Blij verrast ben ik eigenlijk. Met Julie van den Berghe haalt het NNT een regisseuse van buitenaf en ondanks dat het signatuur van het gezelschap zichtbaar blijft, zie ik een veel meer gestructureerd, minder chaotisch en minder overdadig geheel. Een verademing na al het Prometheus geweld. Van den Berghe haalt het beste uit de NNT acteurs, want niet eerder kwam Maartje van de Wetering zo dichtbij ontroering, lukte het Malou Gorter me hardop te laten lachen en speelde Wil van der Meer zijn meer bescheiden rol ook op een zeer prettige bescheiden manier. Ik zie veel meer nuance in emoties bij allen waardoor de ellende van het groteske achterwege blijft en ik meer oprecht en integer spel denk te zien. De samenwerking met project Wildeman is als een schot in de roos. Wat een geweldige, originele, muzikale bijdrage leveren deze heren. Het wederzijds respect tussen de acteurs en deze podiumkunstenaars zorgt voor een harmonieus geheel, maar biedt ook verrassing na verrassing voor het publiek. Startend vanuit de foyer, zien we een sitcom-achtige introductie en voert het gezelschap je verder door de theatrale ruimte, op weg naar een verstikkende slotmonoloog. Helaas raakt die me net niet. Maartjes iets te illustratieve handbewegingen en haar prachtige, maar net té geforceerde dictie zetten mij terug in mijn theater stoel, terwijl ik er klaar voor was verder meegenomen te worden in het door Oscar Wilde’s gecreëerde koninkrijk. Het toneelbeeld van André Joosten krijgt absoluut één gewei, want niet eerder werd de ruimte van huistheater de Machinefabriek zo fantastisch gebruikt. Het publiek wordt getrakteerd op een aantal werkelijk prachtige beelden. Dat overdaad niet altijd schaadt blijkt, want wederom is er sprake van een veelheid aan ‘gadgets’, maar dit keer kennen ze een meer duidelijke functie en worden ze niet alleen maar ten tonele gebracht, omdat dat zo leuk is… Het verhaal van Salomé die danst voor haar stiefvader in ruil voor het hoofd van Johannes de Doper, een rol expressief en indrukwekkend gedanst door Sam Louwyck, is helder verbeeld. Toch blijven er té veel elementen losstaand en vraag ik me achteraf af: Wat werd er gecommuniceerd? Welke boodschap zit in deze beeldend prachtige voorstelling? Salomé smacht naar de beantwoording van haar liefde voor de profeet die haar steeds opnieuw ‘afwijst’ en ze zal zijn mond kussen, koste wat het kost. Dat wraak niet altijd zoet is blijkt….maar is dit het dan? Waar normaal de inhoud van een voorstelling waardering genereert en ik het moeten inkleuren van een stuk met dienende zaken als muziek, licht en scenografie veelal als een falen zie, wijzig ik na het zien van Salomé mijn maatstaven en is mijn eindoordeel zeker positief!
Toen ik een plastic vis tegen mijn schouder gegooid kreeg, had ik misschien tomaten terug moeten gooien… Niet vergezeld door een schreeuw om vernieuwing, maar om een halt toe te roepen. Niet alles is onder de noemer ´vernieuwend theater´ te verantwoorden en als zelfs de zogenaamde ´culturele elite´ met de handen in het haar zit, vrees ik ineens de schifting van de overheid te kunnen begrijpen. Vermorsing van talent! Jeroen de Man, die ooit ontroerde als de held Ajax, zien we letterlijk lamgeslagen worden door een wild geschminkte medespeler die hem met een, met rode verf besmeerde, vis op zijn meermaals onnodig getoonde naakte billen slaat. Maria Kraakman, die voor haar rol in Orlando dé Theo d’Or in ontvangst mocht nemen, krijgt één enkele keer de kans te schitteren en haar talent(!) met ons te delen, als ze met haar monoloog gericht aan mevrouw M. letterlijk en figuurlijk even heel dicht bij het publiek komt. Maar de toren van verwachtingen die ze schept, wordt onnodig hard omver getrapt in deze ongestructureerde kinderspeeltuin. Vincent Rietveld krijgt de gelegenheid tot korte interactie met het publiek. Hij vertelt integer hoe hij zich de voorstelling vooraf voorgesteld had, ik vraag me af of hij zijn ‘dromen’ uit heeft zien komen. “Als liefde de motor van mijn bestaan is, is kunst de contactsleutel…” en dan is mijn hart vandaag gebroken.
Een leuke voorstelling Villa Europa, gebaseerd op het boek ´De wereld van gisteren – herinneringen van een Europeaan´ geschreven door Stefan Zweig, die vervolgens samen met zijn vrouw zelfmoord pleegt in Brazilië. “Dat is misschien wel leuk om te vertellen.” Het concept van de voorstelling spreekt me aan, want nadat de beginscène mij een hele lange avond doet vermoeden, breken de twee acteurs door de vierde wand en vertellen ze ons wat ze ons echt willen vertellen deze avond. De ontzettend energieke Vincent Rietveld en Mara van Vlijmen schakelen gemakkelijk van hun rol als respectievelijk Stefan Zweig en zijn tweede vrouw Lotte Altmann terug naar zichzelf en bieden ons als publiek een prettige variatie in spel met een dosis humor. “Dat kunnen wij ons nauwelijks voorstellen.” Wanneer Mara aankondigt: “Nu alleen de zelfmoordscène nog.”, haal ik even rustig adem en wacht af.. wetend dat het slot nabij is. Ik ben daarnaast benieuwd hoe ze dit gaan verbeelden. Helaas duurt deze slotscène veel te lang, verlies ik mijn concentratie en verlang ik weer naar de vluchtigheid die de voorstelling eerder kenmerkte. “Waarom? Dat weten we niet.” Wilde Jos Thie toch nog de diepte in gaan en de acteurs een integere emotie neer te laten zetten? Dat denk ik niet…daar was in deze voorstelling geen ruimte voor, maar dat hoefde ook niet, want de luchtigheid en de variatie krijgen mijn meeste waardering.
Een dubbel gevoel heb ik na het zien van Harold Pinters´ ‘Bedrog’ uitgevoerd door tg Stan, maar ik kan niet goed verwoorden waarom ik met dit eigenlijke niets voelen de zaal uitloop. Naast dat ik de voorstelling wat traag en misschien dus saai vond, besef ik me tijdens het kijken plots dat ik me ervan bewust moet zijn dat de scènes niet in chronologische volgorde na elkaar verschijnen. Ik ga direct nadenken of het dan nog wel klopt wat ik heb gezien. Dat ik me op die manier laat afleiden van het getoonde, zegt iets over mijn beleving. Het spel van de acteurs blijft vlak, ze spelen hun rol, maar niet meer dan dat, want de diepte gaan ze niet in. Juist daar liggen de kansen bij dit stuk, want ik ben me ervan bewust dat Pinter, toen hij ervoor koos bij het einde te beginnen, ‘Bedrog’ beroofde van de spanning. De overige elementen in deze voorstelling compenseren dit gebrek niet. Gevoelsmatig starten we bij het hoogtepunt, dat een niet noemenswaardige hoogte bereikt en het kan dus alleen maar ‘slechter’ worden. Helaas wordt het in de uitvoering van Stan ook niet beter en merk ik bovendien achteraf dat ik het gevoel heb niet ‘aangesproken’ te zijn. Toch noem ik de voorstelling vermakelijk, maar dat is vooral te danken aan het feit dat het lichtontwerp esthetisch te noemen is en er her en der met de droogheid van het spel een glimlach op mijn gezicht verschijnt. Ik heb de hele voorstelling gezocht naar en gewacht op de ongemakkelijkheid, maar ik voelde me veel te comfortabel in mijn, toch wat ongemakkelijke, Grand Theatre stoel.
Wat een prachtige voorstelling! Een schitterend geheel deze voorstelling, een regie van Alize Zandwijk. Na het zien van Branden zwijg ik, net als Nawal Marwan jarenlang deed, enkele minuten, omdat woorden letterlijk te kort schieten en de door de voorstelling opgeroepen emoties nog door mijn lijf sluimeren. Ik durf het toch aan hier te proberen mijn vele geweien te verantwoorden, maar ik waarschuw: (haast) niets dan lof! Het spel van toneelacademie studente Nastaran Razawi Khorsani overtuigde mij helaas niet, maar dit vergeet ik doordat er zo veel goeds in deze mooie voorstelling zit. Allereerst vertelt Branden een indrukwekkend verhaal, verrassend, actueel en met een universele boodschap die misschien moralistisch is, maar de waarheid vertelt en de toeschouwer niet opgedrongen wordt. Ik verheug me zodoende al op nieuwe teksten van Wajdi Mouawad. Mijn verwachtingen vooraf aan deze voorstelling zijn hoog en terwijl ik na het zien van de eerste scènes vrees dat ze niet waar gemaakt zullen worden, leert het vervolg van de voorstelling mij dat ik nog meer had mogen verwachten… Aangrijpende, indringende tekst die ondersteund wordt door erg mooie schaduw beelden. Betrokken en steeds alerte acteurs die (bijna) allen goed acteerwerk laten zien en bovenal echt samen spelen. Soms moet ik even wennen aan de acteerstijl, maar dankzij een goed gedoseerde opbouw ontstaan er heel veel kippenvel-momentjes en groeien de personages voor je ogen uit tot ´echte´ mensen. Fania Sorel steelt, op haar bescheiden manier, absoluut de show. Wat een geweldige actrice! In haar rol als Nawal laat ze een Stanislavskiaanse kwaliteit zien, gaat ze heel diep en toont ingeleefd spel met oprechte emoties. Zittend ver van het podium wist ze me te raken en verloor ik even alles om me heen om helemaal op te gaan in Branden. Mijn nieuwe ´mooiste voorstelling´. Het vuurtje van binnen na Branden is voor nu gedoofd, maar zal zeker af en toe even aanwakkeren.
Niet eerder voelde ik me geneigd, na het zien van een theatervoorstelling, me zo negatief te uiten als ik hieronder zal gaan doen. Ik heb lang nagedacht om tot de treurige conclusie te moeten komen, dat het enige positieve aan deze voorstelling is, dat ik me besef dat ik in geen tijden zo´n slechte voorstelling heb gezien. Een gewei voor het theateraanbod in het noorden..!? Wat een fantasieloos geheel. Geen uitdagend beeld, slecht en té grotesk spel met her en der een wisseling in emotie die overduidelijk voortkomt uit een regieaanwijzing. De tekst vind ik te gemakkelijk, niet uitdagend en kent geen externe verwijzingen of enige connectie met de actualiteit. Shirley (gespeeld door Beppie Melissen) ziet de dood in de ogen en vraagt zich af, in een gevoelsmatig eeuwigdurende monoloog, wat het doel van haar bestaan is geweest. Haar veelal zwijgende man Eddy en poppendochter Leicia fungeren veelal als rekwisieten en leveren dus ook geen bijdrage die leidt tot het antwoord op deze vraag. Ik word niet aangezet tot denken en vraag me dus alleen af wat wilde de maker met dit toneelstukje zeggen? Tot antwoorden kom ook ik niet. Met structurele subsidie van het Fonds voor de Podiumkunsten denk ik toch dat Carver, een voor mij tot vandaag onbekend gezelschap, meer te bieden heeft. Is dit een incidentele misstap? ‘Het is maar een kleinigheidje, maar het is meteen gezellig’ herhaalde Shirley, naar gezelligheid ben ik de gehele voorstelling blijven zoeken.
In Mightysociety9 dringt Eric de Vroedt zijn altijd zo aanwezige boodschap dit keer, op een minder prettige manier bij het publiek op. Geinspireerd door de Probo Koala-affaire: de giframp die vijf jaar geleden in Abidjan plaats vond, komt de Vroedt met een drieluik waarvan de losse delen overzichtelijk met elkaar verbonden zijn. Mooie multifunctionele scenografie en leuk, niet al te origineel, gebruik van multimedia. Binnen de voorstelling wordt gezocht naar de vraag wie de schuldige is? Terwijl men bij aanvang nog uitgedaagd wordt te lachen om de gevoelige kwesties, poogt de Vroedt in het verloop van de voorstelling het publiek de lach te ontnemen en bekritiseert hij de huidige maatschappij waarbinnen niet alles is wat het lijkt. De link die hij in het tweede deel van de voorstelling legt met de klassieke tragedie Medea is verrassend, maar ook vergezocht en onnodig in een voorstelling die over de ´actualiteit´ gaat en al zo´n overduidelijke maatschappelijke boodschap kent. De voorstelling duurt erg lang en hetgeen dat de Vroedt wil overbrengen komt té vaak en té nadrukkelijk naar voren. Dit geeft de stuk voor stuk goede acteurs wel de gelegenheid een veelheid aan emoties uit de kast te halen en een veelkleurig stukje vakwerk te laten zien, maar toch weten ze me niet te raken. De herhaling versterkt namelijk niet de boodschap, maar verzwakt de aandacht bij de onverschillig geworden toeschouwer.
Laura van Dolron gaat de confrontatie aan met zichzelf, haar publiek en filosoof Sartre die haar, en ons overigens ook, ‘de grote verhalen’ afnam. Laura haalt Sartre uit zijn graf om hem eindelijk eens de waarheid te zeggen, want het wordt, vindt ze, tijd dat hij eens de verantwoordelijkheid neemt voor de losgeslagen maatschappij waar het publiek, maar ook Laura zelf, toe behoort. Het blijft me verbazen dat Laura me, met haar soort ‘anti theater’ en de daarbij horende voor haar zo kenmerkende trucjes, elke keer toch weer verrast en laat nadenken over zaken die me veelal onbewust al uit mijn slaap hielden. Prachtig hoe ze optimaal gebruik maakt van technieken, waardoor ze het publiek volledig laat meegaan met haar betoog, terwijl ze ons tevens steeds duidelijk maakt dat het maar toneel is en dus niet echt. Niet eerder slaagde iemand er, mijns inziens, in vernieuwend theater te maken, dat teruggrijpt naar eerdere vormen, tegelijkertijd heel nieuw is en werkt voor Jan met de pet vanwege de intieme, persoonlijke verhalen, maar ook voor de meer kritische en ervaren theaterbezoeker. Een zeer welkome, grappige en eerlijke bijdrage levert Steve Aernouts, die al eerder mocht schitteren in een werk van de hand van Laura. Een extra gewei voor zijn oprechte, bescheiden spel als Sartre, vlaams fluisterende stem en olijke kop waardoor hij steeds de lach aan zijn kont heeft hangen. Zijn woorden vertederen me en zorgen ervoor dat Sartre’s “Sorry”, door Laura zo fantastisch ingeleid, me nog meer weet te raken.
Het meest interessante aan Pleinvrees is het gevoel dat je krijgt ergens deel van uit te maken, ergens bij te horen. Mensen druppelen een plein op, na enkele minuten en de uitwisseling van wat onzekere blikken wordt duidelijk wie de incrowd is. De buitenstaanders worden nog duidelijker zichtbaar. Een stem spreekt over eenzaamheid, niet gezien worden of niet gezien willen worden. We horen een schreeuw om aandacht, om verandering en verbroederlijking. Dan zien we een man over het plein scharrelen; een zwerver, maar zichtbaar onderdeel van, door het microfoontje dat hij draagt. Geboeid luisteren we naar de woorden uit zijn mond die veelal indirect tot ons komen. Soms adresseert hij ons direct en pas dan ook voel ik mij persoonlijk aangesproken. De verbazing, verwondering en soms afkeer van de buitenstaanders fascineert mij echter steeds het meest en is ook de kracht van dit theaterexperiment. Wisten zij maar wat ik weet…
Groen en geel erger ik me eraan. De slapende zestig plussers in de schouwburg. Keer op keer tref je ze aan, knikkebollend op hun met rood fluweel beklede stoel. Het ergste vind ik nog dat deze welvarende oudere mensen vaak de mooiste plekken in de zaal innemen en zonder schaamte in het gezichtsveld van acteurs in slaap vallen.