Niet eerder voelde ik me geneigd, na het zien van een theatervoorstelling, me zo negatief te uiten als ik hieronder zal gaan doen. Ik heb lang nagedacht om tot de treurige conclusie te moeten komen, dat het enige positieve aan deze voorstelling is, dat ik me besef dat ik in geen tijden zo´n slechte voorstelling heb gezien. Een gewei voor het theateraanbod in het noorden..!? Wat een fantasieloos geheel. Geen uitdagend beeld, slecht en té grotesk spel met her en der een wisseling in emotie die overduidelijk voortkomt uit een regieaanwijzing. De tekst vind ik te gemakkelijk, niet uitdagend en kent geen externe verwijzingen of enige connectie met de actualiteit. Shirley (gespeeld door Beppie Melissen) ziet de dood in de ogen en vraagt zich af, in een gevoelsmatig eeuwigdurende monoloog, wat het doel van haar bestaan is geweest. Haar veelal zwijgende man Eddy en poppendochter Leicia fungeren veelal als rekwisieten en leveren dus ook geen bijdrage die leidt tot het antwoord op deze vraag. Ik word niet aangezet tot denken en vraag me dus alleen af wat wilde de maker met dit toneelstukje zeggen? Tot antwoorden kom ook ik niet. Met structurele subsidie van het Fonds voor de Podiumkunsten denk ik toch dat Carver, een voor mij tot vandaag onbekend gezelschap, meer te bieden heeft. Is dit een incidentele misstap? ‘Het is maar een kleinigheidje, maar het is meteen gezellig’ herhaalde Shirley, naar gezelligheid ben ik de gehele voorstelling blijven zoeken.