Tikkertje spelen met de Tijd
In deze voorstelling van Theater de Citadel in het kader van het project ‘Verhalen van het Schoolplein’ is de theaterzaal getransformeerd tot een felgekleurd schoolplein met daarop rondspringende acteurs die als vier kinderen vertellen over de hiërarchie en de verhalen van hun schoolplein. De plaats waar kinderen veel van hun eerste ervaringen opdoen zoals de eerste keer verliefd worden, een eerste zoen, voor het eerst pesten, voor het eerst gepest worden en verder nog, in aanraking komen met cruciale elementen van het leven. Het schoolplein is een miniatuurwereldje op zich waar het gaat over het menselijk handelen en kinderen zichzelf en elkaar voorbereiden op de maatschappij.
Naast het verhaal over de vier kinderen en hun vriend/vijand/klasgenoot Raf, een jongen die misschien terug naar school komt na een thuisperiode als slachtoffer van een ‘ongeluk’, wordt het schoolplein geschetst als een wereld alleen van kinderen waar de buitenwereld geen vat op kan krijgen. Niets kan deze wereld veranderen, geen oorlog, geen treinkapingen, niets. Ook voor volwassenen zitten er veel herkenbare elementen in, van vroeger, dingen uit de geschiedenis en zelfs aspecten waar wij als volwassenen in ons leven nog steeds mee te maken hebben.
Een voorstelling met strelende muziek, schitterende beelden, een aantal prachtige teksten en een verhaal over een tijdloze wereld. Als ik kinderen had nam ik ze zeker mee naar deze voorstelling.
Zina smelt sneeuw rond Machinefabriek
Sneeuw, kou en melancholische muziek. Het is weer bijna kerst, de tijd van de verplichte bezoekjes aan familie en onzin gesprekken omdat je de gesprekpartners al door en door kent. Daarom zeg ik: leer ‘Zina’ eens kennen. In deze donkere decemberdagen net voor kerst zoeken de meeste mensen warmte rond de open haard en bij bekenden, een grote groep mensen weet echter niet dat theater De Machinefabriek, thuishaven van het Noord-Nederlands Toneel, deze dagen gloeit van activiteit en warmte. Dit jaar speelt het NNT namelijk wederom een kerstspecial, deze keer de reprise ‘Zina neemt de Wijk’. In deze voorstelling, een samenwerking met onder andere de stichting Female Economy, staan drie wijken van Groningen centraal: de Oosterparkwijk, de Hoogte en de Korrewegwijk. Theatermakers lieten zich 10 dagen lang adopteren door inwoners van deze wijken en werden hierdoor bevriend met een diversiteit aan Groningers die hun verhalen met ze deelden. Deze verhalen willen de makers in deze voorstelling graag met de overige inwoners van de stad delen.
Door felroze geklede personen wordt het publiek verdeeld in kleine groepjes en via sluipgangetjes afzonderlijk naar de maagdelijk witte theaterzaal geleid. De eerste vijf minuten van de voorstelling wisselen van groep naar groep rennende theatermakers verhalen uit over het leven van hun adoptie-Groningers. Vervolgens worden door de gehele zaal zitplaatsen gecreëerd met behulp van stapels donszachte matrassen. In deze voorstelling wordt gesproken over echte mensen, echte Groningers, echte verhalen, gebaseerd op echte ervaringen, vaak niet prettig of leuk, maar ontroerend echt. Twee uur lang kippenvel van top tot teen en trillingen van emotie zijn het gevolg.
‘Zina’ creëert een sfeer waarin zowel de subjecten van de voorstelling, de adoptie-Groningers, als de toeschouwers zich op hun gemak voelen en de warmte en zachtheid van de voorstelling als een deken over zich heen laten leggen, wat de makers later in de voorstelling ook werkelijk doen. Een aantal Groningers voelt zich genoeg op het gemak om hun verhaal ook in real-life te vertellen aan de toeschouwers, die zich op hun beurt niet ongemakkelijk lijken te voelen wanneer acteurs hen direct vragenstellen, wat in andere voorstellingen vaak wel anders is. Aan het einde van de voorstelling komt een groep mensen van buiten de theaterzaal binnen; ze lijken niet te spelen. Jassen worden opgehangen en de binnendringers beginnen zich voor te stellen aan de toeschouwers, één voor één. Het zijn de mensen waar de hele avond over verteld is, de echte Groningers. Een grote tafel met eten en drinken lijkt vanuit het niets naar beneden te komen en mensen die elkaar nog nooit hebben gezien beginnen te praten over de voorstelling, de verhalen, het leven. ‘Zina’ maakt iets los en dat is wat theater altijd zou moeten doen. Ik zou nog veel meer kunnen zeggen, maar eigenlijk moet je dit gewoon ervaren.
Acht Erudiete Komedianten op zoek naar een Bittere Lach om Drama
Afgelopen zaterdag waagde ik me weer eens in de wereld van de geoefende theaterbezoeker in het Grand Theatre. Persoonlijk moet ik vaak bij de eerste tientallen minuten nog even wennen aan de voorstellingen die te zien zijn in het Grand en zo ook deze keer. Maatschappij Discordia maakte een bewerking van Tsjechov’s Kerstentuin waarin het kenmerkende signatuur van dit gezelschap duidelijk terug te vinden is. De voorstelling begint met het moment voor de acteurs daadwerkelijk in hun rol stappen en gaan spelen. Een aantal acteurs wast, volledig ontdaan van kleding, alles schoon. Naakt en schoon stappen zij als acteurs in de rollen geschreven door Tsjechov. Een simpel, maar historisch aandoend decor is genoeg om de sfeer van het verhaal te scheppen en focust de aandacht op de acteurs. De groteske en drukke manier van acteren is interessant in haar schakelen, maar verkracht te zacht, naar mijn idee, de betekenis van de mooi gevonden metafoor waardoor de manier van spelen mij meer afleidt dan dat het verhelderend werkt. De verkoop van de tuin en het omhakken van de, in mijn fantasie, prachtige met bloesem bekleedde kersenbomen worden door Discordia gebruikt als beeldspraak voor de moorden die de Nederlandse politiek in de wereld van kunst en cultuur dreigt te plegen. De personages die vaak bij Tsjechov zeggen elders heen te willen gaan, maar toch maar niet gaan (of met moeite), zijn ook aanwezig in deze voorstelling en kunnen opgevat worden als de kunstenaars die door de politiek bijna gedwongen worden om de kunst op te geven, maar niet los willen laten. Als dan ook nog eens iedereen een drankje krijgt en er een toost uitgebracht moet worden is niet duidelijk waar op getoost moet worden omdat niet duidelijk is hoe het met de kunsten zal aflopen. De voorstelling eindigt dan ook letterlijk en figuurlijk met een cliffhanger waarbij de bediende van de familie zich vastklampt aan een kast alsof hij aan een cliff hangt en vertelt over de leegheid die over is gebleven in het huis (en in Nederland?).
Drie vrouwen, twaalf witte tuinstoelen en duizenden blikjes: veel lawaai en weinig nieuws.
De nieuwe voorstelling van Dood Paard, ‘Freetown’ genaamd, zorgt er voor dat ik me weer eens waag in het Groninger hol der theaterexperiment: het Grand Theatre. Dood Paard biedt een teksttoneelvoorstelling in de puurste vorm: enkel tekst, een basaal en onveranderlijk decor, geen muziek en weinig beeldende aspecten. Deze voorstelling gaat over drie vrouwen die tijdens hun vakantie verblijven in een luxe resort in Afrika, hier is met geld alles te regelen wat een vrouw nodig heeft. De vrouwen zitten op hun met luipaard beklede goed gecultiveerde billetjes, uiten zonder blad voor de mond te nemen hun meningen met betrekking tot allerhande wereldse problematieken, maar voeren uiteindelijk bar weinig uit om iets in de wereld te veranderen. Een beeld van het Westen dat derdewereldlanden gebruikt om af te koelen, op te warmen, eer aan te behalen, schuldgevoelens af te kopen en gebruikt als vuilstort voor overblijfselen van zijn commercie. ‘Freetown’ kent een aantal grappige momenten, maar naar mijn idee brengt deze voorstelling weinig nieuws: niet qua nieuwe theater vormen , noch qua nieuwe denkbeelden of onderwerpen. De thema’s van deze voorstelling zijn al op vele manieren getoond in deze voorstelling van Dood Paard en er zit dan ook nog maar weinig smaak aan de uitgekauwde onderwerpen . Ook is het toneelbeeld te basaal om te blijven boeien en vraagt ook het spel van de drie niet memorabele actrices niet mijn volle aandacht.
Buikspieroefeningen op een Pheiferiaans ritme
Na een door Het Toneelhuis veroorzaakte verveelde en teleurgestelde donderdagavond kent de vrijdagavond met de voorstelling ‘Verre Vrienden’ een licht, humoristisch en ongecompliceerde theateravond, geheel verzorgd door Het Nationale Toneel. Ook al vind ik de meeste regies van Het NT gemakkelijk, en zo ook de regie van deze voorstelling, ben ik blij weer eens een goed geamuseerd en groot publiek te zien genieten van theater. Persoonlijk ligt mijn voorkeur over het algemeen niet bij de komedie, maar bij deze voorstelling heb ik toch een respectievelijk aantal keren luidop mijn plezier moeten mededelen aan mijn medetoeschouwer. De humor in de door Alan Ayckbourn geschreven tekst wordt in deze enscenering grotendeels op een hoger (humoristisch) plan getild door het acteerwerk van de sterrencast van vaste NT acteurs. In het bijzonder mag hierbij het ik-heb-seks-gehad-met-een-klamme-zak-cement-spel van actrice Anniek Pheifer speciaal met een spotje worden belicht , want wat heeft deze vrouw in deze voorstelling een geweldige timing en fysiek om de lachers op haar hand te krijgen en houden. Dus ook al kent deze voorstelling van het NT eigenlijk geen vernieuwende aspecten, het zorgt voor een leuke avond vol met materiaal om de buikspieren te trainen.
“voorstelling zonder eigenschappen”
In het eerste deel van de toekomstige drieluik ‘De man zonder eigenschappen’ heeft het Toneelhuis gepoogd het gelijknamige boek van Robert Musil te verwerken tot een voorstelling. Het moment dat voor mij duidelijk werd dat Guy Cassiers de regisseur was van dit grootschalige en uitdagende project was ik meteen benieuwd. Deze nieuwsgierigheid naar het werk van Cassiers broeide al langer door het veelvuldige lezen van literatuur over deze theatermaker en door het galmen van zijn goede reputatie tegen de wanden van de theaterwereld. Echter heb ik in jaren geen grotere theatrale teleurstelling moeten verkroppen dan bij deze voorstelling. Gedurende de drie lange uren van deze ‘voorstelling zonder eigenschappen’ is mijn hoop elke afzonderlijke minuut blijven vechten voor een glinstering van iets dat mijn interesse kon vasthouden, met ernstig weinig resultaat. De humor in deze voorstelling lijkt voor een andere (oudere) doelgroep dan de mijne en ik heb me, vooral gedurende de eerste helft, ronduit verveeld! In de tweede helft kwamen er wel kortstondig een paar visuele pareltjes aan het langdradige oppervlak, maar welke waarde dit visuele aspect in relatie tot de narratief had is me onduidelijk gebleven. Misschien moet ik dit alles echter met een positieve noot eindigen en zeggen dat de voorstelling me, naast het geven van een gevoel van tijdverspilling, me toch iets geleerd heeft: verwacht nooit iets, ook niet als je de verhalen van kenners aandachtig hebt aangehoord.
Een met mooie woorden afgetimmerd bouwwerk
In het laatste project van de ‘Peter on Speed’ serie van Peter Vandemeulebroecke, de enige vaste acteur van het Noord-Nederlands Toneel die niet meespeelt in ‘Alice in Wonderland’ en daarom zijn eigen performances maakt, bouwen drie mannen letterlijk een voorstelling. In deze performance, die beter onder de naam ‘Ko on Speed’ gebracht zou kunnen worden, speelt Ko van den Bosch, artistiek coördinator van Theater de Machinefabriek, thuishaven van het Noord Nederlands Toneel, een belangrijke rol en gebruikt zijn talent voor taal om het geraamte van de performance als bouwwerk af te timmeren met mooie woorden. Tijdens de voorstelling construeren Waldo (Ko van den Bosch), Tamme Harrie (Peter Vandemeulebroecke) en de dode (André Joosten, vormgever) een bouwplaats van een werkelijkheid waarin het theater wordt gedeconstrueerd. In deze voorstelling staan de bouwstenen van het theater centraal: situaties worden vormgegeven, het decor wordt gebouwd en onderzocht wordt wat nodig is om theater te kunnen maken. Het belangrijkste in de voorstelling is het zoeken naar echtheid in het spel, het theater. De voorstelling is dan ook een performance in de zin van een zo echt mogelijke weergave van denkbeelden. Over de dramaturgie en de tekst is zeker van te voren nagedacht en hierin gaat de voorstelling verder dan improvisatie, met de vooraf afgesproken gegevens en materialen wordt echter vrijelijk en creatief gebouwd om de realiteit in deze voorstelling zoveel mogelijk te laten doorvloeien. De performance kent een grote diversiteit aan scènes, veel grappig met inventieve en komische trucs zoals de ‘croon-act’ of het ‘koffie roer incident’, maar ook scènes met een boodschap zoals de scène waarin de mannen spreken over het verlies van het gevoel voor ruimte. Volgens de mannen hebben we zo lang gedaan om de wereld rond te krijgen waarna we haar nu weer plat maken, door plafonds lager te bouwen, vloeren hoger te maken en met hoge hakken op deze hogere vloeren te lopen waardoor enkel nog ruimte is om vooruit te kijken en niet omhoog. Een goede voorstelling, experimenteel, veel verschillende losstaande scènes, niet af, maar het werpt vragen op over de samenleving, het theater en de echtheid van deze twee geconstrueerde werelden, iets wat al het theater zou moeten doen. Dus drie geweien voor de voorstelling van mijn derde recensie.
Geschreeuw in politiek chaos
De keuze voor één van de meest oninspirerende accommodaties van Groningen, het Noorderpoortcollege, was naar mijn idee een enorm grote fout. Ik heb persoonlijk een naar gevoel bij MBO theateropleidingen en in de theaterzaal van een Groningse opleiding van deze soort had de achtste versie van deze performance reeks van Eric de Vroedt plaats. Witte muren, drankapparaten waar zonder schoolkaart nog geen kopje warm water uit te persen viel, een trappetje omhoog en daar begon de politieke hel. Alle vrouwelijke toeschouwers kregen bij aanvang van de voorstelling een hoofddoek om hun hoofd geslagen en de mannen een PVV-pet op hun hoofd gedrukt. De publieksopstelling bleek, zoals bij de Vroedt te verwachten was, bijzonder en wierp al snel de vraag ‘waar zit ik veilig?’ op. De voorstelling zelf deelde met haar publiek verschillende visies over thema’s die de afgelopen tijd veelvuldig in de media aanwezig waren: Wilders, bezuinigingen in het theater en wat moet worden gesubsidieerd en wat niet. Naar mijn mening werden de politieke thema’s echter iets te dik omlijnd en uitgekauwd aangeboden. Persoonlijk houd ik ook niet van te opzichtige politieke voorstellingen en dat was deze voorstelling zeker. De voorstelling kende twee krachtige momenten, het begin van de monoloog van de look-a-like de Vroedt waarin echtheid en de realiteit in momenten aanwezig waren en het einde wat een geweldige manier was van het op de hak nemen van de musical. De monoloog werd echter op den duur enkel geschreeuw en er was een gebrek aan het maken van een punt in deze scène en de grappige scène van de daadwerkelijke Wilders-musical was pas aan het einde en duurde te kort om de gehele voorstelling te kunnen optillen. Een niet geweldige voorstelling, leuke momenten, veel mindere momenten, chaos, te nadrukkelijk politiek maar voor veel mensen blijkbaar erg vermakelijk.
Een politiek geëngageerde, theatrale jungle van werelden.
Deze voorstelling van het RO Theater was gebaseerd op de tekst ‘Penthiselea’ van Heinrich von Kleist uit 1807 en op het leven en de discussie rondom Leni Riefenstahl, de kunstenares die beschuldigd werd van het maken van propaganda voor Hitler tijdens de Tweede Wereldoorlog. Bij aanvang van de voorstelling lijkt de wirwar van decorstukken een voorteken te zijn van een ingewikkelde voorstelling. Gelukkig heeft Reijnders in deze voorstelling, in tegenstelling tot zijn eerdere voorstelling ‘Victory Boogie Woogie’, een manier gevonden om het publiek op een begrijpbare manier door de jungle van tijden, werelden en decorstukken te dirigeren. De ruimte is in deze voorstelling een ingewikkeld maar intrigerend fenomeen en opgedeeld in vier delen: ten eerste de bewegings-/leefruimte van Leni en haar man. Deze bestond uit een zithoekje, dat vorm gegeven werd door twee stoelen en een tafel met montagemateriaal voor een film. Ten tweede de backstage opnameplaats van Penthesilea de film achter een projectiescherm waar met behulp van verrijdbare plateaus en diverse achterdoeken verschillende settings gecreëerd werden voor de verschillende scènes van de film. Ten derde de ruimte voor het projectiescherm waar het leven van Leni en de acteurs van de film samen kwamen, ook hier werden settings gecreëerd voor de scènes van de film. Het verschil tussen de ruimte voor en achter het projectiescherm was echter dat Leni zich voor het projectiescherm lichamelijk mengde in het opnameproces van de film en de actrices van de filmpersonages voor het projectiescherm traden als zij uit hun mythische personages stapten om dingen aan te merken op het werk van Leni Riefenstahl. Tot slot de ruimte die afgebeeld werd in de film op het projectiescherm waar zich het mythische verhaal van Penthiselea afspeelde als parabel voor de relatie van Leni en Adolf. De voorstelling bespreekt zowel historische vraagstukken zoals deze relatie tussen Riefenstahl en Hitler als hedendaagse vraagstukken zoals de mate waarin kunst beïnvloed wordt door de ideologie van geldschieters en de relatie tussen kunst en politiek en het vraagstuk of kunst apolitiek kan zijn. Een politiek zeer geëngageerde voorstelling, met mooie beelden en een altijd sublieme Fania Sorel als Penthiselea, dank aan meneer Reijnders dat hij heeft geleerd van ‘Victory Boogie Woogie’ en mij zijn faam in theaterland heeft kunnen bewijzen met deze voorstelling.
Als een verveelde voyeur glurend door het luchtrooster
‘Jaloezie’ is het verhaal van drie vrouwen die verliefd zijn op dezelfde man. De wettelijke echtgenote van de man en twee minnaressen strijden voor de man en onderhouden ondertussen een emailcontact met elkaar.
Op een grote rode sofa, die reikt van het ene uiteinde van het podium tot het andere, voltrekt zich het gevecht tussen de drie vrouwen. Het beeld is tot de kern terug gebracht, maar hoewel dit de nadruk op de tekst legt zorgt dit er vaak voor dat ik in een concentratie-dip raak. Het beeld is statisch doordat de enige beeldwisseling gevormd wordt door de actrices die wisselen in hun plaatsing op de bank. Dit zorgt af en toe voor wat verveling. De lichteffecten en projecties op de achterwand zorgen er in het begin voor dat ik denk dat ik scheel ben omdat ik geen logica of herkenbare vorm kan ontdekken. Na verloop van tijd lijkt de projectie echter op de ramen van de flat waar de dames woonachtig zijn. Ik krijg het gevoel dat ik ook in de flat aanwezig ben en heb het idee dat ik als een voyeur de minnaressen in hun slaapkamer bekijk, glurend door luchtroosters.
Op het acteerwerk van Anne-Wil Blankers, Anneke Blok en Hannah Hoekstra is niets aan te merken, het verhaal is bij tijd en wijle absurd en de taal is vaak scherp waardoor ‘Jaloezie’ zorgt voor een vermakelijke avond. Verder dan een avond entertainment reikt de voorstelling echter niet. Maar veel mensen vinden een avondje vermaak genoeg. Ik was echter blijer geweest met een aantal nieuwe en spannende perspectieven op de idee van de jaloerse vrouw.