Goed, vooral als je het als toneel blijft bekijken. Anders wordt het een wel wat voorspelbare confrontatie van levensfilosofieën. Als toeschouwende toeschouwer is er eerder een en ander te be/verwonderen. Lang, dat wel. Er werd gekookt door Lamers & Annet Kouwenhoven - dat wist ik eerlijk niet. Het ruiken overigens uitstekende koks!
Twee mannen aan tafel. Een gesprek. Eten dat live op het toneel wordt gekookt en genuttigd terwijl jij als bezoeker vergeten bent iets te eten die avond. Kortom: alle ingrediënten voor een vreselijk saaie avond. Maar het was toch zeker niet zo?! Het was ge-wel-dig. Ik had ze eigenlijk een blikje willen geven voor het mij zo doen verbazen, maar na het nagesprek (dat we dat nog hebben aangekund met z’n allen!) heb ik het toch vervangen door een gewei.
Ik heb er een paar dagen over nagedacht, maar eigenlijk heb ik niet zoveel te zeggen over deze voorstelling. Hij was lekker… als een uitgebreide maaltijd. Daarover ga je na afloop ook niet ontzettende diepteanalyses zitten maken.
Tijdens zowat het ganse eerste bedrijf wordt de toeschouwer ingeleid. Met Damiaan De Schrijver als dirigent (en broer) worden personages en cast voorgesteld, er wordt uitleg gegeven bij de bewerking, enkele faits divers omtrent de repetities en research worden meegedeeld en dies meer. Zo komen we te weten dat het stuk de dag ervoor in première ging, er geen pauze is voorzien, het pistool dat gastactrice Sien Eggers net afvuurde nog eenmaal zal gebruikt worden en dat Versjinin (Peter Van den Eede) straks opkomt en zich zal beklagen over het feit dat hij moe is (Van den Eede glundert: ‘Straks is ‘t aan mij!’). Dit alles gebeurt op een zodanig wervelende, hilarische en sympathieke manier dat je zou willen dat het blijft duren, en dat je haast vergeet dat jou een verhaal zal verteld worden. Dit verhaal is ondertussen reeds begonnen en langzaam maar zeker krijgt het overwicht. Vanaf het tweede bedrijf gaan we de meer conventionele theatertoer op, zij het niet zonder de bestaande codes voortdurend in vraag te stellen.
Nooit zijn de levensbeschouwelijke discussies en dramatische liefdesscènes (die zowat het ganse stuk omvatten) verstoken van relativerende humor, spitse tussentaal en absurditeiten. Leuk natuurlijk, maar de vraag naar het scenario dringt zich op. Tsjechov’s schrijfsel dreigt op een achtergrond van bombastische verkleedpartijen te verdrinken in het stuurloze gegons van de bewerking. Echter, op het moment dat je denkt dat de acteurs Tsjechov én zichzelf niet serieus nemen, wordt het gekwetter afgewisseld met een kort maar krachtig en betekenisvol moment, waar de Tsjechoviaanse melancholie zowaar even het licht ziet. Deze variatie, en de timing ervan, lijkt ook de kracht van deze voorstelling, samen met de acteerprestaties van de indrukwekkende cast, die ervoor zorgen dat elke seconde van de voorstelling een plezier is om naar te kijken. Het zijn vertolkingen waar de goesting van afspat, vooral die van Peter Van den Eede, Damiaan De Schrijver (die samen reeds schitterden in ‘My dinner with André’) en Sien Eggers (die zes minirollen voor haar rekening neemt). Of zoals een medetoeschouwer me wist te vertellen: ‘Ik had de indruk dat ze het tegen mij hadden.’
Tja, is dit nu theater? Gaan A speelt B terwijl C kijkt en zo, maar wel een ervaring die lang in het geheugen blijft hangen. Een feel-good-movie zonder film maar met eten en stapels kleine vondsten en grapjes. Avondjes waar je gelukkig van wordt.
Mislukte voorstelling. Victor Löw kan niet regisseren, dat is duidelijk. De acteurs doen wat ze kunnen, maar het is niks, helemaal niks. Een voorstelling die maar doormoddert, echt om triest van te worden.
Ja, Mark Rietman, die speelt het eerste halfuur fenomenaal, maar daarna weet ook hij het niet meer.
En het stuk, dat vond ik bij lezen mooi, grillig, maar bij zien vooral gedateerd.
Ben benieuwd of iemand zich er ooit nog aan waagt.
6 geweien, want er hingen er genoeg…
Daarnaast vond ik ik het toneelstuk zelf ook prima; het gevoel van eeuwige verveling werd goed overgebracht & heb genoten! En dat gebeurt niet vaak bij mij, middelbare scholier! Extra pluspuntje voor Eelco Smits in de geweien.
Een voorstelling van een theatermaker in hart en nieren! Met nagenoeg NIKS zegt deze man alles. De voorstelling begint met de vraag: Wat kan ik er nog aan toevoegen? Ik ben blij dat hij de moeite heeft genomen!
Een totale misluikking, deze onbeholpen, slordige humorloze en stompzinnige encenering van de foeilelijke tekst van Duyns. Jammer, want de muziek is wel aardig. Maar als regisseur en spelers consequent de neiging van schrijver overnemen om alles maar zo’n beetje te relativeren is het netto resultaat een reactionaire hoop onzin. Soms komt als brandend maagzuur buitengewoon infantiele maatschappijkritiek langs waarbij vergeleken proloog een genuanceert en diepzinnig kamerconcert zou hebben geleken.(In de trant van: “..best wel kut, veertig jaar in zo’n hete woestijn..)Laat growing up in godsnaam verder in private opgroeien. Kan me niet voorstelling dat deze hemeltergende ellende de gouden tomaat gaat missen.
Kriek en Duyns zien een detail in de geschiedenis van Mozes over het hoofd: namelijk dat hij de eerste beschreven genocide in de geschiedenis van de mensheid in gang heeft gezet, een blinde vlek die de hele judeo-christelijke cultuur ontsiert. Onder de huidige omstandigheden is dat een onvergeeflijke fout. Mozes hoort in het rijtje Milosevich en Sharon thuis, en dus voor een oorlogstribunaal. De ironie in deze voorstelling creëert geen dubbele bodem, want hij is van de jiddische soort: de schijnbare kritiek is in wezen een ondersteuning, maar Kriek’s Moses wordt niettemin niet meer dan een tragikomische noot in een strijd tegen een bedompte christelijke moraal waarin het kwaad bestaat uit spilzucht en een dame die zich tussen de benen laat kijken.