Eerst maar die tomaat; beetje zeikerig maar ik stoorde me aan de vele versprekingen, ongeconcentreerd of een drankje teveel voor de voorstelling? Erg mooie performance-achtige voorstelling. Oudere lijn van tekst-taal-gedachtegoed-moderne maatschappij-wiebenik-watmoetikermee-poezie-beeld-geluid-muziek wordt doorgezet en mondt uit in samenspel met politieke lading. Inspirerend, spannend en gezellig. Ook bij deze Dood Paard moest ik mijn best doen niet hardop terug te praten (dialoog!).
Met de verwondering van jonge jongens die uit alle hoeken en gaten materiaal en informatie verzamelen om hun eigen raket te bouwen, zo speuren Jan van den Berg en Rien Stegman de wereld af naar wetenswaardigheden over hun onderwerp. Dit keer: de robotica. Ze leggen verbanden in de tijd en scheppen een context zodat het taaie wetenschappelijke onderwerp gaat leven. De manier waarop ze dat doen is bijzonder sympathiek. Ik miste het onverwachte filosofische inzicht of de onverwachte onmogelijke vraag, en daardoor een gevoel van diepte. Of zijn die met opzet nog in de onderzoeksopstapeling achtergehouden? Je krijgt welheel fijn een cd mee naar huis (ook voor Mac!).
Ik blijf me afvragen waarom Boermans per se in die Stadsschouwburg moet staan. Als het is om een lege toren te laten zien, dan is nu zijn droom uitgekomen. De poeha die rond deze productie hangt is wat mij betreft onterecht. Het gaat niet echt ergens over, het is niet gemoderniseerd, of toch wel, of nee, toch maar niet. Boermans pur sang: Eilert sterft niet aan een schot in de buik zoals bij Ibsen, nee bij Boermans moet ie in het kruis geschoten worden.
Bah, bah, bah, als je het daarvan moet hebben.
Toen ik na afloop de prachtige aankondigingsposter zag, was ik verbaasd te zien dat dit stuk door Dennis Potter geschreven was. Potter (o.a. de Bitterzoet!), die ik ken als dubbelzinnig speler met feit en fictie, heeft met BRH een eenduidig coming of age stuk geschreven over een stel opgroeiende Engelse kinderen tijdens WO2. Of nou ja, achteraf, in de kroeg, pratend met mensen die ‘het’ wel hebben gezien, zag ik inderdaad de parallel met de wrede spelletjes die kinderen spelen en het afschuwelijke slagveld waar hun vaders in de geallieerde linies terecht waren gekomen. Maar tijdens de voorstelling kon ik vooral genieten van het goede spel van een de Vlamingen en het prachtige decor. Vermaakt, ja; genoten, tja; nagedacht, neuh. En dat terwijl ik de Roovers ken als een immer maatschappijkritisch gezelschap waar je na afloop niet anders kan dan er wat van vinden. Maar van Blue Remembered Hills vond ik niet zoveel. Rondrennende kids (ze waren Engels, nietwaar) en hun dilemma’s over de dooie eekhoorn, de ontsnapte macaroni (italiaanse krijgsgevangene) en ontluikende etcetera waren voor mij te subtiel. Of ik ben te bot, dat kan ook. Inderdaad ja, achteraf, in de kroeg, zie ik ‘het’ ook. Rationeel. Maar ik wil tijdens een voorstelling in mijn kop EN in mijn kloten geraakt worden, en mijn kloten zijn schromelijk verwaarloosd. Dat vind ik dan jammer. Persoonlijk. Dus daarom een tomaatje. Gewei voor het spel, het decor en het respect voor Potter en de Roovers. Maar hopelijk snijdt de volgende voorstelling weer wat meer (hout).
Subsidie-angstig Nederland heeft dan toch nog af en toe positieve uitschieters, onder andere door het toekennen van een onderzoekssubsidie aan Theater AdHoc. Zonder de dwang van een voorstelling werd geld beschikbaar gemaakt (waar halen ze het vandaan, als we de sentimenten die ons voor aanstaande woensdag klaarstomen mogen geloven) om een intrigrerende theatergroep aan archiefmateriaal Voor Den Toekomscht te helpen. Nog meer lef (zonder connotatie LPF) dus van AdHoc dat ze hun onderzoeksresultaten nog even in de kast houden (overigens wel fantastisch geuit en vormgegeven op hun website - tip voor twijfelend bezoek van Hyper: de CD-rom van die website wordt cadeau gegeven aan het publiek)en uitgekomen zijn op de dialoog ‘Special Branche’ over de hyper-intelligente machine en Den Groote Vraag met welke normen en waarden (!) zo’n machine dan uitgerust moet worden. Actueel tegen wil en dank. Anders -en eenvoudiger- gezegd: Hyper is een voorstelling die dwingt tot reflectie en die je meesleept in de vraag of er universele waarden bestaan. Althans, als het dit sympathieke duo lukt de voorstelling te laten communiceren. Want dat is AdHoc ook, een wetenschappelijk college in een theatervorm, dat de toeschouwer op de tenen laat lopen om betekenis vast te kunnen grijpen. Maar goed, ik heb de try-out gezien en try-outs zijn ervoor om dingen uit te proberen. Geen reden tot tomaat dus. En aangezien ik de enige betalende bezoeker was - en er dus weinig publieksparticipatie te verwachten was - heb ik groot respect voor de energie die AdHoc stak in het opschonen van hun voorstelling, zo vlak voor de premiere. Mijn hoop is dat het de acteurs (makers) lukt om de kafka-achtige spanning die de personages onderling eigenlijk niet uit de weg kunnen gaan aangaan. Mijn hoop is dat er voor het publiek in dit ingewikkelde doolhof van vragen en tekstuele uitdagingen uiteindelijk genoeg momenten tot hersenspinselen is. Mijn hoop is dat er bij de volgende voorstelling meer betalend publiek is, zowel publiek dat geinteresseerd is in andere vormen van ‘Theater’ als publiek dat geinteresseerd is in - tja, hoe noem je dat - als wetenschap vermomd engagement (of andersom, als engagement vermomde wetenschap). Maar degenen die deze mini-recensie tot het einde uit hebben kunnen lezen, raad ik zeker aan naar Hyper, of volgende voorstellingen van AdHoc te gaan.
De Noorderlingen komen uit Groningen en zijn allemaal rond de 19 jaar oud. Ze moeten straks allemaal auditie doen voor een van de toneelscholen, maar zetten nu al een stuk neer dat beter is dan wat veel jonge aanstormende net-afgestudeerden presteren. OK, ze hebben het niet zelf geschreven en geregisseerd. Dat deden Martin Crimp en Marijke Schermer, allebei heel erg goed. Het stuk is intrigerend, de regie is prachtig. Maar het spel dus ook. Ik heb genoten.
Hoe makkelijk is het om als beginnend gezelschap, dat een uitspraak wil doen over de wereld waarin we leven, dat te doen met een klein huiskamerdrama. Zo niet de mannen en vrouwen van Annette Speelt. De Perzen gaat over machten groter dan zelfs de Witte Huiskamer kan bevatten. Het gaat over oorlog. Over de val na de hoogmoed. En uiteindelijk toch over de huiskamer van van de gevallen veldheer Xerxes.
De voorstelling begint met de voorstelling van de acteurs en de beschrijving van de situatie die vooraf is gegaan aan het stuk. Een gouden greep uit de theatrale doos. Daarna ontvouwd zich het stuk als een grimmige vertelling, waarbij Annette zonder enige moeite veldslagen van 10.000 aan je geestesoog voorbij doet trekken en in één moeite door medogenloze vebanden legt met de slagen van vandaag. Als aan het eind Xerxes thuiskomt weten we definitief dat Annette weet wat ze doet. Een vingerloze uitspraak over deze hoogmoedige samenleving.
Een mooie, eenvoudige, sobere voorstelling die je nauwelijks onberoerd kan laten. De speelstijl doet hier en daar nog wat afstandelijk aan, desalniettemin is dit een wijn die met de dag beter belooft te worden. Komt dat proeven.
Op naar het nieuwe Kunstenplan!
Slecht en lelijk decor. Ook niet mijn interpretatie van het stuk. Twee blikken. Een Gewei voor Tjitske en twee voor Carice van Houten. Ik kan wel uren naar haar kijken. Ja, omdat ze mooi is, maar ook omdat ze heel erg goed speelt. Brabants accent hoeft van mij niet.
Het lag dus niet aan Tjitske, en ook niet aan de rest vd acteurs, ik gun ze best een floppie d’or of freulombina. Het ging er bij mij alleen volstrekt niet in dat het hele budget in het decor is gepompt en dat Hedda het dan dus niet kapot mag gooien terwijl ze op het punt staat zichzelf door haar kop te schieten. Dat doe je toch niet.
Let wel, ik ben alleen fan van de Hollandia VOOR dat geschmier en gesmijt van Leenane Trilogie en de moeilijke aanstelleritis van de Bacchanten maar deze voorstelling is mijn lievelingsvoorstelling aller tijden.
Vijf jaar geleden ook al onder de indruk, maar nog te klein voor volledig begrip van de tekst.
En nu, vijf jaar later, (nog steeds?, alweer?) de meest relevante, de mooist gespeelde, belangrijkste, eenvoudigste, en verpletterendste voorstelling van het seizoen.
Een fenomenale acteur.
Briljante tekst.
Decor dat in 1 bestelbusje past.
En dan maar de hort op en overal spelen.
Ik geloof dat het daar allemaal soort van mee is begonnen…